André Rouvoet: De overheid moet nee durven zeggen

woensdag 27 november 2002 16:50

Zijn partij heeft bij de afgelopen verkiezingen een flinke dreun moeten incasseren. De ChristenUnie heeft de nederlaag uitgebreid geëvalueerd en conclusies getrokken. De gloednieuwe lijsttrekker André Rouvoet houdt het verleden voor gezien. Op weg naar 22 januari liggen er weer nieuwe kansen om kiezers te winnen voor een ´uitgesproken christelijke politiek´. Rouvoet gaat ervoor met een deugdelijk programma.

Zijn partij heeft bij de afgelopen verkiezingen een flinke dreun moeten incasseren. De ChristenUnie heeft de nederlaag uitgebreid geëvalueerd en conclusies getrokken. De gloednieuwe lijsttrekker André Rouvoet houdt het verleden voor gezien. Op weg naar 22 januari liggen er weer nieuwe kansen om kiezers te winnen voor een ´uitgesproken christelijke politiek´. Rouvoet gaat ervoor met een deugdelijk programma.

Ooit gedacht dat u nog eens lijsttrekker zou worden van de ChristenUnie?

"Niet zo concreet, zeker in deze fase niet. Na de verkiezingen van mei met de teleurstelling over het verlies van een zetel, was er vooral een groot enthousiasme en animo om er met zijn vieren onder leiding van Kars Veling een mooie periode van te maken. Om een zo scherp mogelijk christelijk profiel van onze partij neer te zetten. Maar er zijn veel onverwachte dingen gebeurd. Het is ons allemaal overvallen dat het kabinet zo snel viel."

Is het uit nood geboren dat u lijsttrekker bent geworden? Eerder hoorden we vooral namen als Van Middelkoop en Van Dijke als mogelijke opvolgers van Veling.
"Mijn naam circuleerde wel, niet alleen in de kring van de jongeren maar ook in de peilingen, als tweede of als derde kandidaat. Bij de kiesverenigingen was ik de eerste kandidaat. Vanuit onze eigen achterban ben ik nadrukkelijk voorgedragen als de kandidaat-lijsttrekker. Dat spoorde met de aanbevelingen van de selectiecommissie.

In het verleden is mijn naam ook genoemd. Maar ik heb zelf de boot altijd wat afgehouden, onder andere om privé-redenen, zoals mijn gezin. En omdat ik gewoon vond dat het niet nodig was. Toen de ChristenUnie gestart werd, was Kars Veling er. Ik vond hem een uitstekende kandidaat en ik wilde graag onder hem dienen.

Nu we ineens weer voor verkiezingen stonden, kwam de vraag op: moet er een andere lijsttrekker komen? Toen het bestuur daar ´ja´ op had gezegd, kwam er een hele verantwoordelijkheid op me af: stel dat ze me vragen, wat doe ik dan? Ik heb toen aangegeven dat ik gezien de huidige omstandigheden niet zomaar weg zou lopen voor die verantwoordelijkheid. En die vraag kwam."

U bent nog redelijk jong voor een Kamerlid, maar toch draait u alweer acht jaar mee in de Tweede Kamer. Bent u al niet te ´Haags´ voor de kiezer die een nieuwe politiek wenst?
"Dat denk ik niet. In het hele spreken over nieuwe politiek valt mij een grote tegenstrijdigheid op. De kiezer wilde echt iets anders, wilde het meer uitgesproken, wilde dat de politici zouden spreken over dingen die hem raken. Men wilde niet een soort veredelde boekhouder die de ambtenaren controleert; en dat zat er bij die oude politiek wel een beetje in.

Maar de kiezer is natuurlijk van een koude kermis thuisgekomen. Want hij heeft met de LPF wel een kat in de zak gekocht. Het ging het afgelopen jaar niet over die dingen die de kiezers echt bezig hielden. Het ging over persoonlijke ambities en grote ego´s.

Ik ben het een beetje beu om over de LPF te praten. Maar wat wel van belang is, is dat er in de ontwikkeling van politieke partijen een tendens is naar uitgesproken opvattingen. Dat was ook wat in Pim Fortuyn aansprak. Hij nam duidelijk stelling. Als ik dan naar de ChristenUnie kijk, zie ik dat het een uitgesproken christelijke partij is. We stoppen onze identiteit niet onder stoelen of banken.

In mei 2002 is dat niet beloond, waar wel verklaringen voor zijn. Maar ik ben optimistisch over de nieuwe kansen. Ik kijk dan ook naar de ontwikkeling aan de linkerkant van het politieke spectrum, waar Jan Marijnissen support wint, omdat hij uitgesproken opvattingen heeft. Ik heb goede hoop dat wij kiezers aanspreken doordat we uitgesproken christelijk zijn en ons in het hart laten kijken. Zo willen wij kiezers winnen voor onze christelijke politiek."

Kun je uitgesproken zijn en tegelijkertijd de nuance behouden?
"Ja. Je moet altijd genuanceerd blijven in die zin dat je geen goedkope politiek moet bedrijven. Maar uitgesproken politiek is iets anders dan goedkope politiek. Wat we nu meemaken - anders dan de kiezers gewild hebben - is een soort verplatting van de politiek. Er wordt wat geroepen, ongeacht of je het waar kunt maken. Dat is onze stijl niet. Mensen moeten ons kunnen aanspreken op wat we zeggen.

Dat brengt de noodzaak van zorgvuldig spreken met zich mee. Maar dat hoeft niet in procedureel geneuzel te eindigen. De mensen kunnen weten wat ze aan de ChristenUnie hebben, omdat we dat gewoon hardop zeggen. En ze kunnen zeggen of dat hen wel of niet aanspreekt. Tegelijkertijd valt me op dat ook mensen die niet zoveel met onze bijbelse uitgangspunten hebben, bij het invullen van de stemwijzer op internet regelmatig bij de ChristenUnie uitkomen."

En hoe komt dat volgens u?
"Omdat we heel gezonde standpunten hebben. Er is een vrij breed publiek dat een groot gewicht hecht aan zaken als fatsoen, aan publieke moraal, dat tegen geweld op straat is, een streng maar barmhartig asielbeleid wil, een goed milieubeleid, sociaal beleid en ruime aandacht voor ontwikkelingssamenwerking. Als die mensen vanuit hun eigen opvattingen een stemwijzer invullen, komen ze vaak bij de ChristenUnie uit. Dat moet te denken geven. Ons programma deugt dus..."

Hoe kan het dat als de ChristenUnie volgens u blijkbaar zoveel mensen aanspreekt, de partij toch die vijfde zetel niet heeft kunnen behouden?
"De afgelopen verkiezingen waren natuurlijk geen gewone verkiezingen. Maar we hebben daar zeker een tik op de neus gekregen en dat maakt je enigszins bescheiden.

Ik houd wel staande dat daar heel erg een strategische overweging bij de kiezers aan ten grondslag heeft gelegen. Mensen waren benauwd voor de ontwikkelingen rond die verkiezingen en hebben om die reden gezocht naar een grote partij. Ik ben nu dagelijks op pad en kom voortdurend mensen tegen die zeggen: ik ben blij dat jullie zo uitgesproken zijn over wie je bent; we hebben het nu niet meer nodig om bijvoorbeeld op het CDA te stemmen, want die LPF wordt echt niet de grootste.

Er zijn ook mensen die echt spijt hebben dat ze in die tijd de ChristenUnie voor een keer verlaten hebben. Dat is overigens geen vanzelfsprekendheid. Het is niet zo dat die mensen zomaar terugkomen. Ik wil hen terugwinnen en nieuwe mensen winnen met ons programma, met wie we zijn, en niet met een persoon of slogans."

Is de ChristenUnie in het verleden ook zo duidelijk geweest als u het nu presenteert?
"Ik denk zelf grosso modo van wel. We hebben de afgelopen campagne natuurlijk goed geëvalueerd en daarbij zijn wel kritiekpunten naar voren gekomen. Maar het programma is niet veranderd en ons geluid is niet anders dan het toen was. Ik wil liever niet te lang achterom kijken wat er fout gegaan is, juist omdat het zulke bijzondere verkiezingen waren. We hebben bewust bij onszelf naar binnen gekeken: welke dingen kunnen we wél beïnvloeden? Waar zou het beter kunnen? Daar hebben we lering uit getrokken. En dat betekent ook dat ik zeg: ik ga voluit voor de inhoud en ik laat me niet afleiden door allerlei andere vragen."

Heeft Kars Veling die inhoud te weinig helder naar buiten gebracht?
"Nee, ik denk dat niet. Maar ik zeg al, ik heb niet zoveel behoefte om terug te blijven kijken naar die vorige verkiezingen, juist omdat daar zoveel factoren tegelijk speelden. Ik had en heb groot respect voor Kars Veling, voor wie hij is en hoe hij in zich in de campagne heeft opgesteld.

We moeten niet vergeten dat er rond de verkiezingen een geweldig mediaspektakel is geweest, waar de ChristenUnie af en toe in meekwam. Maar zeker na 6 mei stopte dat in een keer en hebben we weinig kansen meer gekregen, in tegenstelling tot enkele andere partijen. Er zijn zóveel factoren die een rol hebben gespeeld. Maar we hebben naar binnen gekeken, we hebben daar lering uit getrokken en mijn blik is naar voren gericht. We hebben verkiezingen op 22 januari en ik ga ervoor om kiezers terug te winnen voor die uitgesproken christelijke politiek van ´samen leven naar bijbelse waarden´. Dat is ons motto."

Is de partij sterk genoeg om weer campagne te gaan voeren?
"Ja. Mijn toespraak tijdens het partijcongres (zaterdag 9 november, red.) werd breed gedragen en dat vond ik fantastisch. Natuurlijk zijn er mensen die hun gedachten over de partij hebben en daar ga ik niet lichtvaardig mee om. Niet iedereen is tevredengesteld, er zijn mensen die teleurstellingen hebben moeten verwerken. Maar er was tijdens het congres – met alle kritiek die er uitgewisseld is – steun voor het uniebestuur, steun voor de lijst, en brede steun voor de lijsttrekker en de top van de lijst.

Er was een breed gevoel van eensgezindheid, de gezindheid van Christus. Die staat centraal. We moeten alle kansen grijpen om die christelijke politiek die we voorstaan heel krachtig neer te zetten. Op het congres hebben we ook gezegd: we hebben geen leuke periode achter de rug, maar dat ligt achter ons, we kijken nu vooruit. En daar kwam ovationeel applaus op. Dat besef zit heel diep in de partij: er komen kansen aan."

Hoe denkt u de groep kiezers uit uw achterban terug te winnen die vorige keer uit strategische overwegingen op het CDA hebben gestemd?
"Met het programma. Ik heb geen behoefte om tegen mensen te zeggen dat ze vorige keer een verkeerde keuze hebben gemaakt. Want mensen hebben gekozen in eigen verantwoordelijkheid."

Kunt u begrijpen dat ze zo gekozen hebben?
"Dat is een lastige vraag. Ik hoop altijd dat mensen vooral de stem van hun hart volgen. Zo stem ik zelf: niet kijken naar poppetjes, maar je afvragen welk geluid je met je stem versterkt. Wat wil je dat in die Kamerzaal naar voren wordt gebracht? Natuurlijk komt dat met name naar voren via de persoon van de lijsttrekker, omdat die in beeld is. Maar ik hoop dat mensen de partij beoordelen op het geluid, en niet op de vraag of de lijsttrekker het leuk doet in de Soundmixshow.

Niet iedereen is in de gelegenheid om het hele verkiezingsprogramma door te nemen en daarom is het ook zo belangrijk dat in de media wordt uitgedragen wat de partij in hoofdlijnen vindt. Als je dan kijkt naar de ChristenUnie, staan een paar dingen centraal. We willen een uitgesproken christelijke politiek naar bijbelse waarden. Ook mensen die de uitgangspunten niet steunen, maar wel zeggen: de conclusies en concrete keuzes die je op grond van die bijbelse waarden maakt, spreken ons wel aan, zijn bij ons van harte welkom. Zoals Kars Veling vaak zei: je hoeft het met de oorsprong niet eens te zijn om de uitkomst te kunnen steunen en dat geluid te versterken.

Dat geluid richt zich op herstel van de schade die onder Paars is aangebracht. Daarin willen we meer ambitie zien. In het Strategisch Akkoord zit volgens mij geen enkele ambitie om datgene wat christenen in acht jaar Paars het meest aan het hart is gegaan, te herstellen."

Is dat zo? Jan Peter Balkenende propageert toch duidelijk een hernieuwde aandacht voor - ook christelijke - normen en waarden?
"Ja, ik ben daar ook blij mee. Maar ik kijk niet naar de persoon - ik vind Balkenende een prima vent. En ik kijk niet eens primair naar het Strategisch Akkoord, want natuurlijk moet je daarin ook proberen tot overeenstemming te komen met anderen. Ik beoordeel hem op zijn eigen programma.

Het CDA heeft mijns inziens in zijn eigen programma al niet de ambitie om die schade te herstellen. In zijn boek had Balkenende het over wederopbouw, maar in het programma van het CDA vind ik dat niet terug. Daar staat hooguit dat bepaalde wetten waar christenen zo tegen te hoop zijn gelopen - de euthanasiewet, de embryowet - geëvalueerd moeten worden. Maar dat is niet zo moeilijk, dat wil iedereen wel. Wij willen dat die schade hersteld wordt. Daarom staat in ons programma dat bepaalde wetgeving teruggedraaid moet worden."

Is het niet gemakkelijk om dat te zeggen vanuit de oppositie?
"Nee. Iedere partij is oppositiepartij op het moment van de verkiezingen. Niemand is regeringspartij. En daar zit precies mijn kritiek. Met name de grotere partijen schrijven niet meer in hun programma wat ze zelf vinden of wat ze willen bereiken, maar wat ze denken dat een meerderheid in de Kamer kan opleveren. De compromissen worden niet gesloten ná de verkiezingen, maar vóór de verkiezingen.

Als je vindt dat een ontwikkeling de verkeerde kant op is gegaan, moet je in je programma durven voorstellen om dat om te buigen, om dat terug te draaien. Of je dat allemaal kunt realiseren na de verkiezingen, moet blijken. Maar als je daarop vooruitloopt en zegt: dat zal wel niet haalbaar zijn, dus schrijven we het ook niet in het programma, dan weet geen kiezer meer waar hij met jou aan toe is.

Daarom schrijven wij op wat wij willen bereiken. Vanavond zit ik in Dordrecht en dan is de vraag: noem vijf punten die jij gaat realiseren als je de absolute meerderheid hebt. Zó moet een verkiezingsprogramma geschreven worden. Iedere kiezer weet dat zoiets in de praktijk nooit helemaal gerealiseerd kan worden. Maar ze weten wel wat ze aan je hebben. Je bekent kleur en je laat je in je hart kijken."

Met welke christelijk-sociale speerpunten gaat de ChristenUnie de kiezer de komende tijd te lijf?
"De bijbelse waarden vormen het uitgangspunt. Die moeten in de samenleving hun neerslag krijgen en het beleid bepalen. De bijbelse invulling van bijvoorbeeld rentmeesterschap. Het gaat om Gods schepping: dáárom staat het bij ons centraal en niet omdat we graag ´groen´ willen zijn. Barmhartigheid is ook een bijbelse waarde. Wij zeggen niet: meer dan zoveel asielzoekers mogen er niet in, of: we willen alle vluchtelingen hier binnen hebben. We zeggen: voor mensen die aanspraak kunnen maken op onze bescherming, is asiel geen gunst, maar een récht.

Maar dat gaat verder. Trouw is ook een bijbelse waarde. Zelfbeheersing, respect voor de ander. Dat zijn waarden die ook in het publieke debat over waarden en normen thuishoren. Als we het hebben over trouw, gaat het er ook over hoe de overheid omgaat met menselijke relaties. Daar horen we weinig over, maar het is wel een essentieel onderdeel. De overheid heeft bijvoorbeeld een dure plicht om, zeker als er kinderen zijn, mensen die elkaar trouw beloofd hebben daaraan te herinneren. Men mag niet zomaar zeggen: als jullie uit elkaar willen, scheuren we toch dat trouwboekje doormidden. Dat kán niet.

Natuurlijk zijn mensen primair zelf verantwoordelijk voor hun persoonlijke relaties. Maar de overheid staat daar niet buiten. Dat is een element dat ik in het debat over waarden en normen helemaal niet hoor. Dat gaat tot nu toe alleen maar over aansluiting zoeken bij de ergernissen van de burgers, zoals de minister-president het omschreef. Ik vind dat veel te smal en vuurlink. Want er zijn mensen die zich wild ergeren aan het aantal asielzoekers dat er binnenkomt of aan de allochtonen. Wat gaan we doen met dat soort ergernissen? Gaan we overal aan tegemoet komen? Wat ons betreft is het: nee, de overheid moet moreel leiderschap tonen."

"Wat er ook uitspringt voor ons, is herstel van de schade onder Paars aangericht. Bijvoorbeeld de wetgeving rond het prostitutiebeleid en drugsbeleid: het Paarse gedoogbeleid wordt tot op de dag van vandaag gewoon voortgezet. Wij hebben een hogere ambitie. Het is slecht voor de mensen en voor de geloofwaardigheid van de overheid als die zijn eigen regels niet handhaaft.

De euthanasiewet, de embryowet, het homohuwelijk: het staat niet op de agenda van de politiek. En wij willen het op de agenda houden. Want het heeft Nederland geen goed gedaan.

Maar ook milieubeleid, ontwikkelingssamenwerking, sociaal beleid en gezinsbeleid vinden we belangrijk. Heel concreet hebben wij bijvoorbeeld gezegd dat het raar is dat de overheid kinderopvang financiert voor tweeverdieners. Juist mensen die twee banen hebben, zijn heel goed in staat om zelf hun kinderopvang te financieren. Waarom moet de overheid dat doen?

Ik ben niet tegen kinderopvang, zeker niet voor bijstandsmoeders die op die manier een centje kunnen bijverdienen. Maar waarom moet dat ook voor tweeverdieners? Waarom niet gezegd: geef een kindgebonden budget waarmee mensen zelf kunnen bepalen of ze de kinderopvang ermee financieren, of dat ze dat besteden aan extra’s in het gezin en zelf thuisblijven."

´Linkse´ thema´s als zorg voor het milieu en een barmhartig asielbeleid lijken het afgelopen jaar nogal ondergesneeuwd door het gewel

door Bas Popkema

Het laatste deel van dit interview is helaas weggevallen op www.eo.nl. Zodra het daar beschikbaar is zal het ook hier worden gepubliceerd.

Interview uit EO Visie, nummer 49, 2002
Labels
André Rouvoet
In de media

« Terug

Reacties op 'André Rouvoet: De overheid moet nee durven zeggen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2002 > november