Inbreng Gert-Jan Segers tbv wijz. Penitentiaire beginselenwet ivm invoering elektronische detentie

donderdag 14 november 2013 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van een Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht

Onderwerp:   Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties en de invoering van elektronische detentie

Kamerstuk:    33 745

Datum:            14 november 2013

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het voorstel tot  wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties en de invoering van elektronische detentie. De leden van deze fractie zien de invoering van elektronische detentie als een aanvulling op het huidige stelsel van straftoemeting, maar benadrukken dat dit alleen een aanvullende werking heeft indien de elektronische detentie gepaard gaat met goede begeleiding van de deelnemer. Het voorliggende wetsvoorstel roept mede omdat de detentiefasering geheel wordt afgeschaft bij deze leden vragen op.

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien dat elektronische detentie in het buitenland effectieve voorbeelden kent ten aanzien van recidivevermindering en kostenbesparing. Zij merken echter op dat goede begeleiding daarbij essentieel is en missen in dit wetsvoorstel aandacht en middelen om dat een concrete invulling te geven. Deze leden vragen welke extra middelen worden vrijgemaakt voor de begeleiding en eventuele huisvesting en verdere invulling van de resocialisatie. Zij vragen hoe de rol van de reclasseringsinstellingen wordt geborgd. De leden van de fractie van de ChristenUnie zien dat projecten met vrijwilligers die betrokken zijn op de deelnemers goede resultaten boeken en vragen of en op welke wijze deze vrijwilligersprojecten betrokken worden.

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat het huidige voorstel meer nadruk legt op de motivatie van een gedetineerde en zij ondersteunen dat principe. Tegelijk neemt dat niet weg dat er gedetineerden zijn die deze motivatie niet hebben, waarbij straf zonder werken aan herstel evengoed gevolgen heeft voor het toekomstperspectief van betrokkene. Zij vragen op welke manieren er gedurende de vrijheidsstraf wordt gewerkt aan de motivatie van gedetineerden en wijzen op de mogelijkheden die door de geestelijke verzorging en vrijwilligersorganisaties geboden worden. Deze leden wijzen er op dat de resocialisatietaak alle gedetineerden geldt en vragen op welke wijze hieraan invulling wordt gegeven voor deelnemers van het basisprogramma. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen bovendien hoe wordt omgegaan met hen die na het mislukken van de elektronische detentie worden teruggestuurd in ‘kale detentie’ in de penitentiaire inrichting. Zij wijzen op het risico dat deze groep na het uitzitten van de straf nog minder motivatie heeft om goed terug te keren in de samenleving. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke extra kosten dit voor de strafrechtsketen met zich mee brengt.

Ten aanzien van de toekenning van het plusprogramma aan een gedetineerde vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie welke objectiveerbare criteria hiervoor zullen worden gebruikt.  Ook voor de toepassing van elektronische detentie wordt er gesproken over het ‘verdienen’ en daarom vragen deze leden ook op dit punt om objectiveerbare criteria.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de overwegingen om te kiezen voor een maximumduur van twaalf maanden voor de elektronische detentie. Zij vragen of er goede voorbeelden bekend zijn van elektronische detentie met een dergelijke lengte.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of in het huidige voorstel voldoende gegarandeerd blijft dat een deelnemer vrijwillig toestemming geeft voor het betreden van de woning en of het huidige voorstel de juridische toets in het licht van art. 8 EVRM zal doorstaan. Nu het niet verlenen van toestemming tot gevolg heeft dat de deelname aan elektronische detentie wordt beëindigd valt de vraag te stellen in hoeverre er sprake is van een vrijwillige keuze. Deze leden vragen ook welke gevolgen de eventuele weigering van een huisgenoot van de deelnemer zal hebben.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom niet is overwogen detentiefasering in stand te laten voor doelgroepen die niet in aanmerking komen voor elektronische detentie. Zij vragen welke resocialisatiemogelijkheden aan deze groepen geboden wordt en om welk deel van de jaarlijkse uitstroom van gedetineerden het hier gaat.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Gert-Jan Segers
Justitie

« Terug

Archief > 2013 > november