Bijdrage Cynthia Ortega aan Algemeen Overleg Hoofdlijnennotitie Werken naar Vermogen.

woensdag 25 mei 2011 00:00

Bijdrage ChristenUnie Tweede Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een algemeen overleg met staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Onderwerp:   Hoofdlijnennotitie Werken naar Vermogen

Kamerstuk:   29 544

Datum:            25 mei 2011

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie staat voor een samenleving waarin iedereen meedoet en meetelt. Dat betekent dat er sprake moet zijn van een inclusieve samenleving. Dat is een samenleving die ervoor zorgt dat mensen met een beperking niet ieder moment geconfronteerd worden met hun beperkingen, maar gewoon kunnen solliciteren naar een functie die rekening houdt met hun beperking. Een normale functie waar een normaal loon aan is gekoppeld. Is dit toekomstmuziek? Misschien wel, maar niet voor de ChristenUnie, omdat die staat voor een samenleving die recht doet aan de zwakkeren en kwetsbaren. Als we ernst willen maken met het plaatsen van mensen in een arbeidsorganisatie moeten we de kant op van een inclusieve samenleving. Graag hoor ik of de staatssecretaris hier ook naar streeft om op den duur mensen met een beperking als normale werknemers te laten opnemen in bedrijven. Op welke manier gaat hij hier proactief mee aan de slag? Het is goed dat het kabinet met voorstellen komt om de werking van de huidige sociale zekerheid te verbeteren. De introductie van één regeling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kan doeltreffender en efficiënter zijn. De ChristenUnie is dan ook voor het samenvoegen van verschillende sociale regelingen, hoewel ik in een vorige debat al heb aangegeven dat differentiatie binnen de regeling nodig is. De staatssecretaris zou dat meenemen, maar daar zie ik niets van terug.

Waarom niet? Is de staatssecretaris het met mij eens dat het hierbij gaat om verschillende doelgroepen en dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden? Het spreekt ons aan dat er gebruik wordt gemaakt van ieders talent en dat iedereen aan een baan geholpen kan worden. Daarmee houden mijn positieve woorden helaas op, want het huidige voorstel van de Wwnv is niet de weg die de ChristenUnie wil bewandelen. Integendeel, belangrijke verbeteringen zijn noodzakelijk voordat het zover is. Het draait nu alleen maar om bezuinigingen, terwijl de mensen voorop moeten staan. Om te beginnen maakt de staatssecretaris een verkeerde inschatting door er veel te makkelijk vanuit te gaan dat mensen met een arbeidsbeperking vanzelf wel aan werk komen. De staatssecretaris vertrouwt volledig op toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de goede intenties van werkgevers. Het klopt dat werkgevers bereidheid tonen om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen en ook zijn er in cao’s afspraken over gemaakt, maar dat staat totaal niet gelijk aan de praktijk. Slechts weinig mensen met een arbeidsbeperking komen immers aan het werk. De doelstellingen van gemaakte afspraken in bijvoorbeeld cao’s worden niet gehaald. Het is tekenend dat zelfs de staatssecretaris niet weet hoeveel Wajongers er überhaupt in dienst zijn bij de overheid. Men weet ook niet goed hoe men met Wajongers om moet gaan. Afgelopen maandag had ik een expertmeeting met verschillende werkgevers en die geven allemaal aan dat ze het echt willen, maar dat er zoveel belemmeringen zijn dat ze het niet kunnen realiseren. Dus de praktijk is weerbarstig. Toch krijgt straks nog maar de helft van de mensen met een arbeidsbeperking begeleiding. Dit is bezuinigen op de verkeerde plek. De staatssecretaris gaat uit van de ervaringen met de WWB, maar diezelfde opzet hoeft niet voor mensen met een arbeidsbeperking te werken. Dit doet geen recht aan de specifieke situatie. De mensen die ik spreek, willen niets liever dan werken maar komen door hun beperking niet aan het werk. Een goede begeleiding door onder andere jobcoaches is noodzakelijk. Hoe is het mogelijk dat er wordt bezuinigd op de begeleiding van zo’n grote groep mensen. De expertise van het UWV wordt behouden, maar de gemeenten krijgen er geen rooie cent bij. De keuze om alles maar aan de gemeenten over te laten, kan ertoe leiden dat nuttige kennis en expertise van het UWV verloren gaat. Ook schiet het niet op als elke gemeente voor zich het wiel wil uitvinden. Een sociale ondernemer die Wajongers begeleidt bij het werken in de horeca vertelde mij dat de gemeente heeft aangegeven dat ze het allemaal zelf gaat doen. Hoe gaat de staatssecretaris dit voorkomen? Is hij bereid om de expertise die er is bij het UWV en de ervaringen die de gemeenten gaan opdoen te bundelen in bijvoorbeeld een kennis- of expertisecentrum? Bezuinigen is nodig, maar kunnen we dat niet slimmer organiseren? Mijn fractie gelooft dat daarin veel winst valt te behalen en dat dit traject succesvoller zal zijn als departementen als OCW, VWS en SZW met elkaar gaan samenwerken op dit gebied. Kan deze uitdaging interdepartementaal aangepakt worden, omdat er bij deze groepen meer bij komt kijken? Graag een reactie van de staatssecretaris hierop.

De werkgevers hebben een belangrijke rol in het slagen van de ambitie. In de plannen wordt alleen uitgegaan van de bestaande stimuleringsregelingen, maar volgens mij is het nodig om werkgevers over de streep te trekken. Ik ben veel werkgevers tegengekomen die vanuit een sociaalvoelend hart werkomgevingen hebben gecreëerd om mensen met een beperking werk aan te bieden. Deze werkgevers moeten wij koesteren. Er moet voor hen echter ook sprake zijn van winstmarges. Velen worstelen om break-even te halen, laat staan winst te maken. Deze sociale ondernemingen verdienen een aparte status met daaraan gekoppeld fiscale faciliteiten. Is de staatssecretaris bereid om dit voorstel verder te onderzoeken? Een andere manier om werkgevers tegemoet te komen is door alle administratieve rompslomp van hen af te nemen. Een aantal van hen heeft daartoe zelf het initiatief genomen door deze activiteiten uit te besteden aan bijvoorbeeld een uitzendbureau, alleen geldt dat niet voor de kleinere bedrijven. Mijn fractie heeft al vaker gepleit voor een detacheringsconstructie, waarbij deze werknemers in dienst zijn van detacheringsbureaus en worden gedetacheerd naar verschillende werkgevers. Veel SW-bedrijven waren al bezig met deze ontwikkeling. Zij hebben de infrastructuur, de kennis, het specialisme en het netwerk om verder te ontwikkelen tot een soort participatiebedrijf. Wat is de visie van de staatssecretaris hierop en hoe gaat hij dit verder stimuleren? Wil de staatssecretaris dit actief gaan stimuleren bij de gemeenten en SW-bedrijven door bijvoorbeeld een pilot op te zetten?

Een ander belangrijk punt voor de werkgevers is de begeleiding en ondersteuning bij het geschikt maken van een functie of werkplek. De jobcoaches zijn belangrijk en moeten op maat ingezet worden. De maatregel om de duur van de inzet van de jobcoaches op maximaal drie jaar te zetten, kan gewoon niet. Deze maatregel moet echt van tafel, anders heeft zo’n werknemer straks geen uitzicht op een vaste baan. De methodiek van jobcarving zal proactief ingezet moeten worden bij werkgevers. De gemeenten moeten niet wachten tot de werkgevers bij hen aanbellen. Daarom vraag ik de staatssecretaris of de methodiek van jobcarving, die heel specialistisch is, centraal ondergebracht kan worden bij dat eerder door mij genoemde expertise- of kenniscentrum.

We moeten de waardevolle elementen van de huidige regeling niet uit het oog verliezen. Het kabinet dreigt deze helaas te vergeten. Zo is er nu de afspraak dat banen duurzaam moeten zijn. In het voorstel van de Wwnv komt dit niet terug. De staatssecretaris gaat ervan uit dat gemeenten zich hier vanzelf wel op zullen gaan richten. Dit is te gemakkelijk en biedt geen enkele garantie. Zonder duurzame contracten is er geen sprake van blijvende participatie.

Ik vraag de staatssecretaris om een toezegging om in de gemeentelijke verordening op te nemen dat er sprake moet zijn van duurzaamheid van de banen. Ook vraag ik hem om de participatieplannen uit de Wajong daarin op te nemen, alsmede de Individuele Re-integratie Overeenkomst (IRO), zodat die mogelijkheid blijft. Vervolgens roep ik hem op om de studieregeling van de Wajong een plek te geven binnen de Wwnv. Is hij daartoe bereid?

De ChristenUnie vindt dat werk moet lonen. Ik heb al eerder gevraagd een salarisstijging of een extraatje van de werkgever niet meteen te korten op de loonaanvulling tot het niveau van 120% van het wettelijke minimumloon. Graag ontvang ik daarop een toezegging van de staatssecretaris. De ChristenUnie ontvangt ten slotte graag van de staatssecretaris een overzicht van de impact van deze wet en de effecten daarvan.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2011 > mei