Bijdrage debat Wet arbeid en zorg – langdurig zorgverlof

donderdag 14 oktober 2004 17:55

Tineke Huizinga-Heringa: Voorzitter. De totstandkoming van een wettelijk recht op langdurend zorgverlof laat erg lang op zich wachten. De heer Van der Vlies van de SGP is blijkbaar de eerste die het heeft aangekaart. Het is al weer enkele jaren geleden dat het oorspronkelijke wetsvoorstel werd ingediend, als een ontbrekend element in de Wet arbeid en zorg.
Het voorstel heeft sinds eind vorig jaar nog enkele ingrijpende wijzigingen ondergaan. De financiële tegemoetkoming is er uit gehaald. Het recht op langdurend verlof kan in meer situaties worden toegepast. Ik denk dat het verstandig zou zijn geweest als de regering de wij-zigingen aan de Raad van State had voorgelegd voor nieuw advies. Het lijkt erop dat de extra adviesronde onderhand een stille dood is gestorven. In de schriftelijke gedachtewisseling is de vraag gesteld naar de meerwaarde van het wetsvoorstel, in relatie tot de nieuwe levensloop-regeling.

Bij mijn fractie leeft die opportuniteitsvraag niet. Wij delen het standpunt van de regering dat het creëren van verlofmogelijkheden om het combineren van arbeid en zorg te vergemakkelijken de verantwoordelijkheid van sociale partners, maar ook van de overheid is. In de meeste cao's is nog niets geregeld op dit terrein. Daarom is het goed als werknemers zich kunnen beroepen op een wettelijk recht. Dat neemt niet weg dat zonder het bestaan van dat recht veel werknemers op een welwillende houding van hun werkgever kunnen rekenen als zij willen zorgen voor een ernstig zieke geliefde, vaak nog met volledige loonbetaling ook. Het bestaan van een wettelijk recht zou in die gevallen zelfs een contraproductief effect kunnen hebben, omdat deze werkgevers in de toekomst misschien vaker zullen verwijzen naar een wettelijk recht op onbetaald verlof. Hoewel dit onbedoelde effect zich kan voordoen, stemmen wij graag in met de totstandkoming van het wettelijk recht op een langdurend zorgverlof. Waar geen overeenstemming met de werkgever kan worden bereikt, wordt de werknemer een stevige positie gegeven.

Ik vind het mooi dat de woordvoerder van de VVD de minister heeft gewezen op een motie die in eerste instantie door de heer Van Middelkoop, voormalig Kamerlid van mijn par-tij, is ondertekend. Daarin wordt gevraagd om de hele Wet arbeid en zorg in het Burgerlijk Wetboek op te nemen. Natuurlijk sluit ik mij aan bij de vraag van mevrouw Örgü of de minister van zins is om dat te doen. Met bewondering heb ik begrepen dat zij al een amendement klaar heeft om het desnoods op die manier te regelen. Vanzelfsprekend zullen wij dat amendement steunen.

Vooruitlopend op de introductie van de levensloopregeling in 2006 draagt de regering de bestaande financieringsregeling loopbaanonderbreking ten grave. Wij vinden dat hiermee ten onrechte voorbij wordt gegaan aan de problemen die dat voor veel werknemers kan ople-veren. In ruil voor opheffing van de bestaande financiering kunnen zij tot 2006 hun spaarloon aanspreken en daarna het tegoed uit de levensloopregeling. In beide gevallen betalen zij dus uit eigen zak. Beide regelingen zijn naar mijn oordeel niet primair bedoeld voor langdurend zorgverlof. Nog zwaarder weegt dat de lagere inkomens worden benadeeld door deze gang van zaken, omdat zij veel minder kunnen sparen dan hoge inkomens. Wie nu geen spaarloon-regeling heeft, staat tot 2006 met lege handen. Voor die categorie creëren wij een mooi recht op verlof, waar zij niets aan heeft, in elk geval tot 2006. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Met de fracties van PvdA en GroenLinks heb ik een amendement ingediend waarmee wordt beoogd in ieder geval de huidige financieringsregeling voor palliatief verlof in stand te hou-den tot de nieuwe levensloopregeling er is. Los daarvan zou het, denk ik, goed zijn als de overheid een financieel vangnet in stand hield, totdat werknemers redelijkerwijs voldoende voor de levensloop kunnen hebben gespaard.

Mevrouw Stuurman (PvdA): Mevrouw Huizinga haalde de motie die door onder anderen haar voorganger is ingediend aan. Moet de gehele Wet arbeid en zorg in het Burgerlijk Wetboek worden opgenomen?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Dat is wat met de motie wordt beoogd.

Mevrouw Stuurman (PvdA): Dus dan moet het wetsvoorstel waarover wij nu spre-ken, het recht op langdurend zorgverlof, worden overgenomen in het Burgerlijk Wetboek?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Het wordt niet overgenomen, het komt terecht in het Burgerlijk Wetboek. De hele Wet arbeid en zorg komt terecht in het Burgerlijk Wetboek. Ik hoop van harte dat de minister dat zonder amendement wil doen.
De kring van rechthebbenden heeft al de nodige stof tot schriftelijke discussie gegeven. In het verslag is de vraag opgeworpen of die kring niet moet worden uitgebreid met schoonouders, grootouders, alleenstaande familieleden en vrienden. Hiervan ziet de regering af, onder andere omdat het voor werkgevers tot een enorme vergroting van organisatorische problemen in de bedrijfsvoering zou kunnen leiden. Wij kunnen dit standpunt billijken, maar ik denk wel dat het goed is om de kring van rechthebbenden nadrukkelijk bij de toekomstige evaluatie te betrekken. Het verlof mag maximaal 12 weken duren. Waarom zou deze grens zo rigide moeten worden vastgelegd? Graag uitleg op dit punt.

Mijn fractie is niet overtuigd van de noodzaak, de opbouw van vakantierechten tijdens het verlof te laten doorlopen. De door de regering voorgestelde regeling is analoog aan die bij adoptieverlof, maar geldt de uitzondering bij adoptieverlof niet omdat bij zwangerschaps- en bevallingsverlof de opbouw ook doorloopt?

Tot slot een opmerking over het opzegverbod. Is dat wel nodig; een werknemer kan toch hoe dan ook niet worden ontslagen als hij een beroep doet op een wettelijk recht?

Ik rond mijn bijdrage af. Wij hebben sympathie voor het voorstel om een wettelijk recht op langdurend zorgverlof te creëren. Wel hebben wij moeite met de voorstellen rondom de financiering. Een wettelijk recht moet kunnen worden verzilverd.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks): U vindt het prima dat het recht op langdurig zorgverlof wordt beperkt tot ouders, kinderen en partner, omdat dit volgens de minister nu eenmaal handiger is. Wat vindt u van de keuzekaart die wij hebben voorgesteld? Die is ook heel handig.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Dat ik het prima zou vinden, is wat erg vrolijk uitgedrukt. Ik heb begrip voor de argumenten die de regering aanvoert tegen het al te groot maken van de kring van rechthebbenden. Ik kan me voorstellen dat dit grote problemen zal opleveren. Als ik het goed begrepen heb, is de door uw fractie voorgestelde keuzekaart een mogelijkheid om een aantal mensen op te geven voor wie men eventueel zorgverlof zou willen opnemen. Ik voel daar eerlijk gezegd helemaal niets voor. Ik vind het heel merkwaardig, want je kunt er toch mee geconfronteerd worden dat iemand voor wie je zo nodig heel graag zou willen zorgen, ineens ziek wordt. Moet je dan een soort inschatting gaan maken van de risico's die bepaalde mensen lopen? Ik heb hier grote moeite mee.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks): Ik begrijp uw bezwaar niet, want volgens het wetsvoorstel wordt het ook van tevoren vastgelegd. Alleen heeft de minister het al voor iedereen gedaan, door aan te geven dat relevante anderen ouders, kinderen en partner zijn. Wij vinden dat er andere relevante anderen kunnen zijn en dat je dat dan zou moeten kunnen aangeven. Ook u wilt van tevoren aangeven wie de relevante anderen zijn.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Ja, want dat is normaal. En ik ga ervan uit dat werknemers als het om anderen gaat, in veel gevallen overeenstemming met hun werk-gever zullen kunnen bereiken. Ik kan me voorstellen dat een werkgever er, ondanks dat er geen wettelijk recht voor is, veel begrip voor zal hebben dat iemand met een erg zieke oud-tante die alleen is, haar zal willen verzorgen, als zij verder niemand heeft. Ik denk niet dat het beperken tot een bepaalde groep familieleden betekent dat werkgevers niet meer genegen zul-len zijn, werknemers de kans te geven om ook voor anderen zorgverlof op te nemen. Dat is dan gewoon gegrond op goed werknemerschap. Ik vind het raar om van tevoren een keuze te maken. Je zult zien dat er dan juist iemand anders ziek wordt. Dan is het: jammer, verkeerde keuze gemaakt.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks): Maar dat is in het wetsvoorstel ook zo. Het verschil is dat met ons voorstel ook mensen zonder kinderen relevante anderen kunnen aanwijzen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Mevrouw Tonkens, ik zie er niets in.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):  Maar u moet toch in ieder geval ingaan op het bezwaar dat ik formuleer. U draait er volkomen omheen.
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat Wet arbeid en zorg – langdurig zorgverlof'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004 > oktober