Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het AO Woningmarkt

woensdag 18 februari 2009 15:00

 

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. De effecten van de kredietcrisis zijn zichtbaar op de woningmarkt. Bouwondernemingen kunnen bouwprojecten niet meer realiseren, banken zijn strenger bij het verstrekken van hypotheken en kopers wachten de ontwikkelingen af. Dat heeft knelpunten veroorzaakt. Dat het kabinet deze ontwikkelingen scherp in de gaten moet houden, spreekt voor zichzelf. De ChristenUnie steunt de lijn van het kabinet dat de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op de woningmarkt niet worden ondermijnd, maar worden ondersteund met als doel de woningmarkt in beweging te houden. Tot zover kan ik mij daarin vinden. De minister vermeldt in zijn brief alleen twee maatregelen. Wordt er in het kabinet verder nagedacht over het stimuleren van de woningmarkt? Ik hoor graag van de minister of er een goed doordachte visie komt met maatregelen om de woningmarkt te stimuleren.

            De fractie van de ChristenUnie maakt onderscheid tussen de ontwikkelingen in de bouw en de ontwikkelingen op de koop- en huurmarkt. Voor mensen die hun huis op dit moment willen verkopen, is het erg vervelend dat er minder kopers op de kopersmarkt zijn. Aan de andere kant kunnen het voor koopstarters interessante tijden zijn. Het is logisch dat iemand wiens baan op de tocht staat, nu niet zo maar een huis gaat kopen. De overheid kan haar best doen, kopen te stimuleren, maar daarvoor is toch vooral een stabilisering van de economie nodig. Het draait allemaal om vertrouwen, zowel bij de producent als bij de consument. Wat betreft de ChristenUnie is dit de kern: het draait om vertrouwen.

            Gezien de ontwikkelingen in de bouw is het vooral van belang dat de bouwproductie op gang blijft. Wij moeten natuurlijk niet bouwen voor leegstand, maar dat gebeurt ook niet, want de woningbehoefte is nog steeds groot. Hooguit zal er tijdelijk een iets andere verhouding tussen koop en huur nodig zijn. De huidige haperingen in de bouw moeten echter zo snel mogelijk worden verholpen. Als in deze sector veel banen verloren gaan, is het slecht voor de economie. Dan krijg je, als de markt aantrekt, de productie niet meer zo snel op gang, omdat de productiecapaciteit in de sector aangetast is. Het opnieuw opstarten van projecten duurt natuurlijk ook lang. Dat neemt heel wat tijd in beslag. Dit probleem baart de ChristenUnie het meest zorgen. Het kabinet stelt twee maatregelen voor, naar mijn gevoel heel zuinig. Ik heb de minister daarover al een vraag gesteld.

            Ik wil het even hebben over de woonlastenfaciliteit van de NHG, die bedoeld is voor eigenaar/bewoners die buiten hun schuld in betalingsproblemen komen. Het voorstel tot vereenvoudiging ervan steunt de ChristenUnie van harte. Deze maatregel kan los van de kredietcrisis nuttig zijn. Wanneer kan de concrete uitwerking worden toegepast en hoe wordt een ophoping van schulden voorkomen? De tijdelijke ophoging van de borgingsgrens van het WSW is bedoeld als ultimum remedium, zo staat in de brief, om projecten vlot te trekken. Hiermee kunnen koopwoningen tijdelijk worden omgezet in huurwoningen. Op zichzelf is dat prima, al krijg ik wel het idee dat de corporaties hier voor een deel het probleem van de commerciële ontwikkelaars moeten oplossen. Is het reëel om eerst van corporaties te vragen, projecten over te nemen, ze vervolgens hun buffervermogen te laten aanspreken, waarna eventueel aanspraak kan worden gemaakt op de achtervang van Rijk en gemeenten? Wat betreft de ChristenUnie is dit alleen reëel als dit niet ten koste gaat van de sociale huurmarkt op de lange termijn. Een corporatie kan hier meestal zijn eigen afweging in maken, maar het wordt lastig als de corporatie in een gezamenlijk project zit met de commerciële ontwikkelaar. Ik hoor van de minister graag een nadere analyse van de gevolgen voor de corporaties van de voorgestelde maatregelen.      

            De ChristenUnie is verder benieuwd naar de uitwerking van de procedure. Wanneer kan de Kamer die ontvangen? Ik maak mij nog zorgen over de voorwaarden. Het is prima dat deze strikt zijn, maar toch komt het mij erg bureaucratisch over. Zo moet worden aangetoond dat woningen niet verkoopbaar zijn. Hoe kun je dat aantonen? Als dat wel zo zou zijn, zouden ontwikkelaars echt niet aankloppen bij het WSW. Bij verkoopbaar-zijn gaat het allereerst om de prijs. Kan de minister mij uitleggen hoe dat precies werkt? Hoe wordt bepaald wat een redelijke prijs is? Maar liefst drie instanties gaan toetsen: gemeente, Rijk en het Centraal Fonds. Is dat werkbaar?

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het AO Woningmarkt'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > februari