Reinier Koppelaar, oud-medewerker van de Tweede Kamerfractie en momenteel ontwikkelingswerker in Indonesië, schreef in zijn vriendenbrief over het blowverbod in openbare ruimten waar hij als medewerker van de fractie de eerste aanzet toe heeft gegeven.

“Een kleine politieke anecdote uit m'n fractieverleden: misschien herinnert u/je zich dat de Tweede Kamer eind november debatteerde over het blowverbod in openbare ruimten, naar aanleiding van een voorstel dat de ChristenUnie samen met de VVD had ingediend? Wel, dit idee is ooit gaan leven naar aanleiding van een wandeling van mij met Thomas in een speelparkje vlak bij ons huis in Den Haag. Terwijl Thomas met andere kinderen op de glijbaan speelde, keek ik met enkele andere ouders toe.

Opeens gingen een paar opgeschoten knulletjes op een bankje zitten. Ze begonnen te blowen, wat een walgelijke stank verspreidde. Verschillende ouders met kinderen dropen al snel af. Ik vroeg me af of ik iets tegen het gedrag van de jongeren kon beginnen, behalve dan een beroep doen op hun goede wil, welke bij jongeren in zo'n toestand vaak wat beperkt is.

Uit een speurtocht op internet bleek mij dat blowen in het openbaar toegestaan is. Daar vond ik eigenlijk wel wat tegen in te brengen, en zo ontstond de

gedachte van een blowverbod in de openbare ruimte. Het idee viel in goede aarde viel bij collegamedewerker Jacob Pot en André Rouvoet, die er een jaar later een Kamermeerderheid voor hebben gevonden!

De kloof tussen burger en politiek is zo klein als je zelf wilt: heb je goede ideeën over hoe iets anders kan, geef het door aan de fractie in Den Haag. Een kleine partij kan grote invloed hebben: stem ChristenUnie!”