Vanavond spreekt de Tweede Kamer opnieuw over het zorgstelsel voor het funderend onderwijs. Daarbij zal de eerder aangenomen motie van Arie Slob (ChristenUnie) opnieuw ter sprake komen. De motie spreekt uit dat de minister extra geld vrij moet maken in de begroting van 2006 voor kleinere klassen in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Het gaat hierbij vooral om klassen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK), waaronder autistische leerlingen. De minister houdt echter voet bij stuk en weigert ruimte te creëren.

Arie Slob: “De ontwikkeling van het kind hoort centraal te staan in de klas en deze is in het geding door te volle klassen met te weinig individuele begeleiding. Slecht voor de leerling, slecht voor de onderwijzer. Er ontstaan onhoudbare situaties”.

De motie Slob c.s. spreekt uit dat minister Van der Hoeven (onderwijs) de klassen moet verkleinen omdat de problematiek van de kinderen de afgelopen jaren alleen maar zwaarder is geworden. De regering moet dit realiseren door binnen de begroting van 2006 ruimte te creëren voor een lagere n-factor (het aantal kinderen per klas). Op dit moment zitten er in het voortgezet speciaal onderwijs 12 leerlingen in een klas van zeer moeilijk lerende kinderen. Vanuit het speciaal onderwijs wordt al lange tijd aangegeven dat dit veranderen moet.

Er is sprake van ongelijkheid. Ter vergelijking: Een autistische leerling met een IQ boven de 70 komt in een klas met 7 leerlingen, een leerling met een IQ onder de 60 (of tussen de 60 en de 70) komt in een klas met 12 leerlingen, terwijl het bij deze groep leerlingen vaak zwaardere problematiek betreft.

Tijdens het debat korte termijn aanpak Zorgstelsel funderend onderwijs eist Arie Slob duidelijkheid van de minister.