Bijdrage debat Verantwoordingsdag

dinsdag 22 juni 2004 13:54

André Rouvoet: MdV! Voorzitter, ik kan het niet nalaten aan het begin van mijn betoog een opmerking die de heer Zalm maakte bij de aanbieding van het jaarverslag aan de Kamer te onderstrepen, die mij uit het hart gegrepen was. Dat gebeurt niet dagelijks, dus tel uit uw winst, zou ik zeggen. Hij zei namelijk iets over de relatieve betekenis van de dikke pakketten papier die samen het jaarverslag van het Rijk vormen. Hij waarschuwde voor cijferfetisjisme en in een interview zelfs voor een Stalinistisch systeem! Terecht beperkte hij de betekenis van VBTB tot die van een hulpmiddel bij de beoordeling van de doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Buiten de papieren werkelijkheid van begrotingen en rapporten bevindt zich immers de dagelijkse werkelijkheid, die zich niet laat vatten in VBTB-termen. Overheidsinstanties zullen zich dan ook primair moeten blijven richten op de goede uitvoering van hun kerntaken en dienstverlening aan de samenleving, en zich bij hun prestaties niet moeten blindstaren op meetbare doelen. 

Voorzitter, die insteek van de heer Zalm kan mijn volle instemming hebben, en wat ik ook hoop is dat zijn waarschuwing genoeg is voor de betrokken overheidsinstellingen om de valkuil van cijferfetisjisme te omzeilen. Heeft hij daar signalen over?
Ik kan aan zijn opmerking overigens nog toevoegen dat het in de politiek niet alleen gaat om het meten of bepaalde doelen met inzet van bepaalde middelen zijn behaald, maar vooral ook om de politieke beoordeling van de gekozen doelen zelf. Dat kan VBTB nooit vervangen. De Tweede Kamer is kortom geen Tweede Rekenkamer. (Ik denk dat zijn opmerking over de wekkerproductie onder Stalin in de Volkskrant daar ook op doelde.)
 
De minister van Financiën bracht het financieel jaarverslag over 2003 met een verzuchting en een aantal sombere boodschappen naar de Kamer. Zijn verzuchting betrof het slechte economische jaar dat wij achter de rug hebben: de economie kromp met 0,7%, en daardoor kwam het begrotingstekort onder de Europees afgesproken limiet van 3%BBP. Wat deze situatie een extra somber tintje geeft is de excessief tekort-procedure die de Europese Commissie terecht heeft gestart tegen Nederland. Laconiek zei de minister dat dit zijns inziens terecht gebeurde, omdat ook Nederland zich aan de spelregels moet houden. Dat deze minister op dit punt bijzonder weinig marge heeft moge iedereen duidelijk zijn. Wat mij wel benieuwt is of hij deze tekortprocedure ook ervaart als een smet op zijn blazoen als minister van Financiën. Hij heeft de kwestie immers bijzonder hoog opgespeeld tegenover de Duitse en Franse ministers van Financiën.
 
We zijn al zo gewend aan VBTB aan het raken, dat we bijna zouden vergeten dat het pas voor de tweede keer is dat er een jaarverslag van het Rijk ligt. De minister heeft aangegeven dat de jaarverslagen zoals die nu voorliggen nog lang niet het eindresultaat is dat hem voor ogen staat. Zijn zelfkritiek was verfrissend: de rapporten zijn te dik en onduidelijk en te weinig politiek. Wij zullen dat niet ontkennen, en zijn dan ook benieuwd wat hij in de komende twee jaar zal laten zien. We wachten het met veel belangstelling af. Wil hij overigens ook hier in de Kamer zijn toezegging in de krant herhalen dat het kabinet de inkomens van topambtenaren zal gaan publiceren, hetzij in de begroting, hetzij in de jaarverslagen?
 
Voorzitter, dan kom ik op de rapportage van de Algemene Rekenkamer. Het valt op dat van animositeit tussen de minister van Financiën en de Algemene Rekenkamer in tegenstelling tot vorig jaar niet langer sprake is. Toch blijven er meningsverschillen, die ook worden vermeld en in een aparte brief nog zijn toegelicht (29540, nr.50). Meningsverschillen zijn er echter om op te lossen, niet om tot in lengte van dagen te blijven vermelden. Dat is wel heel transparant, maar niet erg bevorderlijk voor de eenduidigheid in beoordeling van de rechtmatigheid. Ik roep de minister dan ook op om er van zijn kant alles aan te doen de meningsverschillen op te lossen zodat er volgend jaar gewoon een eenduidig verhaal ligt. Graag reactie.
 
Los van de nog openstaande meningsverschillen is het een compliment waard dat de Algemene Rekenkamer het financieel beheer van de overheid als voldoende beoordeelt. Twee fouten of onzekerheden, namelijk in de Jaarverslagen van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, stonden aan goedkeuring van het jaarverslag niet in de weg. Uiteraard geldt ten aanzien hiervan toch dat de betreffende ministers hun zaken nog beter op orde moeten brengen.
 
Zwaarder zijn de zogeheten ‘ernstige onvolkomenheden’ die bij vier departementen zijn geconstateerd. Met name de situatie op Defensie, waar het wapen- en munitiebeheer absoluut niet op orde blijkt te zijn. Er is vertrouwen van de Algemene Rekenkamer dat Defensie voldoende maatregelen neemt, maar minister Kamp heeft zelf al gesteld dat zijn departement geen krediet van de Kamer meer verdient ten aanzien van het wapen- en munitiebeheer. Wij wachten zijn brief hierover af. Mijns inziens hoort die bij al de komende begroting te zitten.
 
Op VWS is 2,2 miljard meer uitgegeven dan begroot, meer dan 5% overschrijding. Daarbij blijkt slechts ca. 15% van het beleid vertaalt te zijn in operationele doelstellingen. In het licht van het rapport van de Commissie-Mosterd, waaruit blijkt dat nauwelijks achterhaald kan worden waaraan de vele zorgmiljarden worden besteed, noopt dit echt tot een veel betere definiëring van beoogde beleidseffecten. Graag reactie.
 
Voorzitter, bij het debat over het jaarverslag van OCW is gesproken over het onderzoek dat daar is gestart naar onregelmatigheden in de bezoldiging en vergoedingen van topambtenaren. Door mijn fractie is daarbij aangegeven dat het wenselijk zou zijn -voorafgaand aan het kabinetsstandpunt over bezoldigings- en vergoedingsbeleid van publieke functies- dit onderzoek te verbreden tot de andere departementen. Graag een reactie hierop (evt. motie?)
 
(Het is vervolgens vreemd dat zeven ministeries al jarenlang niet in staat blijken te voldoen aan het Voorschrift Informatievoorziening Rijksoverheid. Graag nog eens nadrukkelijk aandacht daarvoor, en ook aandacht voor de opmerking van de Algemene Rekenkamer dat het voorschrift mogelijk moet worden herzien met het oog op de uitvoerbaarheid. (zie p.7 Rijk verantwoord 2003)
 
Voorzitter, ik rond af. In de beleidsinformatie ligt nog steeds teveel nadruk op de financiële kant en te weinig op de nagestreefde doelen van het beleid. De Algemene Rekenkamer wees er terecht op dat de regering er wel in slaagt om voor 74% van het beleid aan te geven wat het mag kosten, maar slechts 38% van haar beleid kan vertalen in operationele doelstellingen, en slechts voor 50% van het beleid kan aangeven wat daarvoor gedaan gaat worden. Dat is opvallend laag, en mijn fractie ondersteunt dan ook de analyse van de Algemene Rekenkamer dat er nog een hele kanteling plaats moet vinden om de volgorde van denken om te draaien: van beoogde effect naar bijbehorende kosten. Het is eigenlijk zo logisch, waarom is dat toch zo moeilijk? Ik spoor de minister aan om de normen voor niet-financiële informatie verder uit te werken, zoals ook de Algemeen Rekenkamer aangeeft.
Om ons aan deze gewenste kanteling te blijven herinneren voorzag mevrouw Stuiveling op creatieve wijze een onderdeel van onze parlementaire inrichting van een nieuwe betekenis. Het kunstwerk met de drie gedeeltelijk gevulde glazen staan nu symbool voor de drie w- en de bijbehorende h-vragen. Laten we hopen dat ze op Prinsjesdag tot de rand gevuld zijn, ook al zou dat betekenen dat het die week regenachtig weer wordt… 

Dit is een ongecorrigeerde bijdrage. De definitieve versie wordt zo spoedig mogelijk gepubliceerd.
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat Verantwoordingsdag'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004 > juni