Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV)

dinsdag 24 november 2020 00:00

Kamerstuk 35570- XIV

Een bijdrage aan een plenaire begrotingsbehandeling met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Er zijn vandaag wel heel veel verschillende kwalificaties aan het kabinet en het kabinetsbeleid gegeven. Wat in ieder geval als een paal boven water staat, is dat deze kabinetsperiode het begin van veel noodzakelijke veranderingen markeert en dat deze minister veel noodzakelijke veranderingen heeft ingezet. Ik denk aan kringlooplandbouw met een omschakelprogramma van 175 miljoen en aan een beleid voor mest, pacht en gewasbescherming. Ik denk ook aan de sterkere positie van boeren in de keten door het wetsvoorstel over duurzaamheidsinitiatieven, en aan meer en betere natuur.

Dit is wat mijn fractie betreft de meest betekenisvolle kabinetsperiode in decennia voor de landbouw en de toekomst voor de landbouw. Al deze veranderingen moeten uiteindelijk bijdragen aan perspectief voor boeren en voor vissers, maar ook voor de natuur. Hopelijk krijgt Nederland daarvoor een flinke steun in de rug vanuit het Europese landbouwbeleid. We hadden de lat voor vergroening graag hoger gelegd. Dat was ook de inzet van Nederland, van deze minister. Maar intussen zien we dat op heel veel plekken in het land de omslag gaande is. Die omslag is niet meer te stuiten. Ik ben ervan overtuigd dat een volhoudbare landbouw alleen mogelijk is als we onze manier van leven en onze economie baseren op de mogelijkheden die de natuur biedt en op de krachten en gaven die in de schepping zijn gelegd.

Voorzitter. We willen natuurlijk allemaal heel graag dat kringlooplandbouw een succes wordt, maar dan moet het verdienmodel van die kringlooplandbouw wel voldoende zijn en vertrouwen geven. Ik besef dat dat geen sinecure is. De lange keten is in Nederland superefficiënt georganiseerd. Zie daar als boer met een korte keten maar eens tussen te komen. In deze voor mij laatste LNV-begrotingsbehandeling wil ik daarom samen met collega Geurts een stevige poging doen om meer korte ketens van de grond te krijgen, voor een goed verdienmodel voor de boer maar ook voor meer waardering voor het voedsel bij de burger.

Een prachtig initiatief wordt op dit moment uit de grond gestampt in de regio Eemland, Betuwe en Flevopolder, met als consumentenbrandpunt Amersfoort. Uit de weilanden boven Amersfoort, van de akkers in de Flevopolder en uit de boomgaarden van de Betuwe kan een heerlijk en compleet voedselpakket worden samengesteld dat rechtstreeks aan consumenten kan worden geleverd en dat een volwaardig alternatief kan zijn voor het boodschappenmandje bij de grootgrutter, tegen een faire prijs en met een goed verdienmodel voor de boer. Dat is het doel van dit initiatief. De initiatiefnemers noemen het zelf de Mansholtcampus, maar mijn pleidooi van vandaag zou zijn om van dit initiatief de Schoutencampus te maken. Immers, goed boeren kunnen boeren niet alleen.

Voorzitter. Het is de missie van deze minister om onze landbouw op kringloopleest te schoeien. En hoewel die missie sinds anderhalf jaar wordt omgeven door stikstofwolken, is zij niet minder geworden. Integendeel, zou ik willen zeggen. Daarom mijn pleidooi vandaag om de missie verder te brengen met het ondersteunen van regionale voedselstrategieën.

Dan kom ik op mijn volgende onderwerp, de multifunctionele landbouw. Ik heb gezien dat die groeit als kool. Waar je vroeger nog noodgedwongen een neventak had om zwarte cijfers te draaien, is er nu een volwaardig aanbod van landwinkels, zorg, kinderopvang en toerisme bij de boerderij. De afgelopen jaar zijn de omzetcijfers verdubbeld. Onlangs bleek uit onderzoek van Wageningen Universiteit in samenwerking met uitgeverij Agrio dat de helft van de boeren agrarische productie combineert met andere diensten. De impact van multifunctionele landbouw op onze plattelandseconomie is, kortom, fors.

Nu willen agrarische ondernemers heel graag dat er verdiepend vervolgonderzoek wordt uitgevoerd waarbij in kaart wordt gebracht tegen welke belemmeringen de sector aanloopt om multifunctionele landbouw verder van de grond te krijgen. Zo worden in sommige provincies boerderijwinkels ontmoedigd terwijl een zonneakker geen enkel probleem is. Maar goed, dat is een andere discussie. Laten we de discussie over de zonneakkers niet in deze commissie gaan voeren. Mijn vraag is wel of het Platform Multifunctionele Landbouw, dat na mijn initiatiefnota over verbinden van boeren en burgers en een motie, ook van mijn hand, tot stand is gekomen, iets kan betekenen voor dit verdiepende onderzoek. Kan dit platform boeren die willen verbreden, verder op weg helpen?

Voorzitter. Een ander kopje is de leefbaarheid van het platteland. Het platteland is prachtig, we genieten er allemaal van, maar het staat ook enorm onder druk. Elke week zijn er veel boeren die stoppen. Zij moeten veel sneller dan nu worden geholpen bij het slopen of herbestemmen van leegstaande agrarische gebouwen. Dat is nodig om verloedering van het platteland te voorkomen. Zou de minister hierover het gesprek willen aangaan met gemeenten en boerenorganisaties, om zo tot een gezamenlijk actieplan of aanvalsplan, geef het een naam, in ieder geval tot oplossingen te komen?

Dan een onderwerp dat mij dierbaar is en waaraan ik al even refereerde in het introductiedebatje met collega Weverling: voedselverspilling. Het is al heel wat jaren geleden dat ik tijdens een avondje skippen door de politie werd betrapt. U kunt het allemaal op film zien op YouTube. Intussen is er een brede aanpak om voedselverspilling tegen te gaan en de trend is positief. Voedselbanken merken dit ook; ze krijgen minder aanbod van de levensmiddelenbranche terwijl door de coronacrisis de vraag naar voedsel bij voedselbanken juist groeit. Het is goed dat de minister en haar collega van Sociale Zaken nu geld vanuit Europa dat anders onbenut zou blijven, gaan inzetten om voedselbanken te bevoorraden.

Helaas wordt er nog heel veel voedsel verspild vanwege cosmetische eisen. Ik wil de minister bedanken voor het antwoord op mijn schriftelijke vragen. Ze heeft ook aangegeven dat de schoolfruitregeling wordt aangepast, waardoor ook kromme groente en fruit aan kinderen worden aangeboden. Daar zijn we heel blij mee, want jong geleerd is oud gedaan.

Voorzitter. Na bijna 60 jaar is het binnenkort gedaan met mancozeb, een middel dat in de akkerbouw wordt ingezet tegen hardnekkige schimmelziekten. Dat is goed nieuws, als je beseft dat er sterke aanwijzingen zijn dat dit middel de ziekte van Parkinson kan veroorzaken. Ik heb hierover veel contact gehad met neurologen. Het is belangrijk dat er een goed slot op de deur komt en dat nieuwe middelen in Europa worden getoetst op gevolgen voor natuur, milieu en mensen. Als het gaat om de toetsing op de gezondheid van mensen, gaat het niet alleen om ziekten als kanker, maar ook om neurologische aandoeningen. Onlangs heeft de minister in een algemeen overleg de toezegging gedaan dat zij dit wil aankaarten in Europa. Daar is mijn fractie blij mee. Tegelijkertijd, en dat besef ik, is het verbod op mancozeb ook een tegenvaller voor akkerbouwers. Daarom is het goed dat de minister enerzijds met veredelingstechnieken inzet op weerbare gewassen en anderzijds inzet op snellere toelating van biologische gewasbeschermingsmiddelen. Hoe staat het hiermee?

In het verleden is onderzoek gedaan naar de vraag of biologische producten niet gewoon beter zijn voor de gezondheid van mensen. Onlangs was er een journalistiek programma dat aandacht heeft besteed aan dit onderzoek. Het was onlangs in het nieuws. Wat mijn fractie betreft vraagt dit onderzoek, dat volgens mij onder Gerda Verburg is uitgevoerd en met betrokkenheid van Wageningen Universiteit en TNO, om een vervolgonderzoek. Is de minister bereid om dit vervolgonderzoek te laten uitvoeren?

Voorzitter. Dan kom ik op het onderwerp bomen. Bomen maken Nederland groener, gezonder en aangenamer. Ze zorgen voor verkoeling en ze leggen een hele partij CO2 vast. Klimaatmitigatie en -adaptatie in één. Daar kunnen we wel een boom over opzetten. "Minister Schouten wil bomen planten, collega Van Nieuwenhuizen wil ze kappen." Dat was een kop in Trouw afgelopen week. Nou wil ik uiteraard niet in dit coalitiehuwelijk stoken, maar me richten op het positieve deel van deze kop, namelijk dat de minister van LNV met provincies heeft afgesproken om de komende tien jaar 10% meer bos bij te planten, omgerekend 37.000 hectare, 55.000 voetbalvelden. Dat is een mooie ambitie. Het doel daarbij is om elk kind op de basisschool een boom te laten planten. Dat vind ik mooi. Dat past mooi bij het initiatief Nederland plant bomen dat de Evangelische Omroep op 18 november lanceerde in het kader van de verplaatste Nationale Boomfeestdag. Een miljoen bomen erbij, dat is dus hun doel. Ik zie allemaal mooie acties, maar ik mis hier de verbinding tussen de Bossenstrategie van de minister en de provincies aan de ene kant en de concrete acties van maatschappelijke organisaties om miljoenen bomen te planten, gewoon in de achtertuin of op een daarvoor beschikbaar terrein van Staatsbosbeheer bijvoorbeeld, aan de andere kant. Hoe wil de minister hier de verbinding leggen tussen de Bossenstrategie en de acties van al die particuliere maatschappelijke organisaties? Kan zij bevestigen dat het Aanvalsplan Landschapselementen ook onderdeel is van de Bossenstrategie?

Ik zie wat interrupties, voorzitter.

De voorzitter:
Ga maar gewoon door. Daar moet je nooit op letten. Je moet gewoon naar mij kijken. Ik stel vast dat we zonder interrupties om 22.00 uur buiten staan, maar dat het met interrupties een stuk later wordt. De heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):
Het wordt iets later inderdaad. Het gaat over bomen. Ik zie dat in alle verkiezingsprogramma's terugkomen, het planten van bomen. Ook in het CDA-programma staat 17 miljoen bomen planten. Wat dat betreft zijn de bomen een booming business. Hoe gaan we al die plannen in al die verschillende verkiezingsprogramma's gezamenlijk oppakken, is mijn vraag aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ons verkiezingsprogramma is nog niet gepubliceerd. Ik hoop dat de inhoud ervan niet zal teleurstellen. Ik weet eerlijk gezegd niet uit mijn hoofd wanneer dat verkiezingsprogramma wordt gepubliceerd, maar ik vermoed dat het niet lang meer zal duren. Er staan vast heel mooie woorden in over het belang van bomen in Nederland. Ik ben ontzettend blij dat deze minister een Bossenstrategie heeft gepresenteerd. Ik vind het goed om te horen dat het CDA hier ook enthousiast over is. Laten we gewoon met elkaar kijken hoever we kunnen komen. Als het CDA dit ook in het verkiezingsprogramma heeft staan en wellicht ook andere partijen, wordt het vast ook onderdeel van het beleid van het volgende kabinet, wie daar dan ook in zit. Dat moeten we natuurlijk altijd even afwachten.

De voorzitter:
Heel goed. Dan gaan we allemaal bomen planten. De heer Graus gaat ook een boom opzetten.

De heer Graus (PVV):
Ik ben groot voorstander — de heer Madlener, die erover gaat, gelukkig ook — van bomen.

De voorzitter:
Ja. Dat weet ik van de heer Madlener.

De heer Graus (PVV):
Daar staat hij om bekend, om dat planten. Meneer de voorzitter, ik heb een vraag aan mevrouw Dik-Faber. Die woorden spreken me altijd enorm aan, de schepping van God. Dat spreekt me aan. Nu wil ik een motie gaan indienen namens de PVV, omdat ik weet dat ik daar met de minister niet uit ga komen, over een verbod op het doden van gezelschapsdieren en landbouwhuisdieren door particulieren. Wij vinden dus dat dieren, landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren, enkel gedood mogen worden, dus geëuthanaseerd is het dan, door een dierenarts, want die kan bepalen of een dier uit zijn lijden verlost moet worden. Zou mevrouw Dik-Faber die motie mee willen tekenen als dat nodig is, of willen ondersteunen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ga hier even goed over nadenken. Ik word nu geconfronteerd met deze vraag. Ik kan me heel goed voorstellen dat je dat niet als particulier doet, maar dat je daar professional voor moet zijn, een opleiding voor moet hebben, medicatie voor moet hebben, et cetera, et cetera. Ik moet er gewoon even over nadenken.

De heer Graus (PVV):
Honden en katten zijn er bijvoorbeeld al van uitgesloten. Het gebeurt natuurlijk ook nog gewoon nog massaal dat die gedood worden. Bepaalde dieren mag je gewoon kopen en doden, bijvoorbeeld vissen en vogeltjes. Die mag je gewoon om zeep helpen. Ja. Ik heb het over gezelschapsdieren en landbouwhuisdieren. Dat heb ik bewust gedaan. Ik weet dat als het over pest- en plaagdieren gaat, die motie het natuurlijk nooit gaat halen. Dat moet toch iedereen aanspreken. Meneer Futselaar, u ook.

De voorzitter:
U bent met een interruptie bezig, meneer Graus. U gaat nu de hele Kamer interviewen. Ik weet niet of u nog iets wilt zeggen hierop? Het mag, hoor.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Interessante dynamiek hier.

De voorzitter:
Interessante dynamiek, ja. Dat zou ik ook voorstellen. U vervolgt, stel ik voor.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
We gaan hier nog met elkaar naar kijken. Ik waardeer altijd de enorme betrokkenheid met het lot van dieren.

De voorzitter:
Hij krijgt binnenkort een loopmicrofoon. Dan gaat hij gewoon alle Kamerleden langs. Dat scheelt ook tijd.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Laat ik verder gaan met bomen, maar dan een andere tak van sport, namelijk agroforestry. Ik ben heel blij dat het een plek heeft gekregen in de Bossenstrategie. Agroforestry biedt voordelen op het gebied van klimaat, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid et cetera. Tegelijkertijd wordt in de Bossenstrategie vastgesteld dat agroforestry in Nederland nog niet zo goed van de grond is gekomen en dat we ook heel veel nog niet weten. Er is echt een hiaat aan kennis op dit vlak. Onze zuiderburen in België hebben een consortium opgezet van overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven om agroforestry te stimuleren en ook de kennis daarover te vergroten. Zou de minister willen bezien wat hiervoor mogelijkheden zijn in ons eigen land, ook met betrokkenheid van haar ministerie?

Voorzitter, dan de visserij. De brexit baart ons grote zorgen. Die is ook relevant voor de vissers. Kan de minister melden wat de stand van zaken is in dit dossier? Verder vanuit Europa goed nieuws dat er qua duurzaamheidseffecten steeds meer wetenschappelijke onderbouwing en ook hernieuwde politieke steun komt voor de pulskorvisserij. Wat kan de minister doen om dit te versnellen en ervoor te zorgen dat de puls zo snel mogelijk weer kan worden ingezet? Kan de minister ook iets melden over de eerste resultaten uit het visserij-innovatieprogramma? Dat is recent gestart. Hiervoor waren ook middelen vrijgemaakt voor het regeerakkoord.

Dan nog een korte vraag over stilte en donkerte. Al jarenlang zet ik me hiervoor in. Het zijn kernkwaliteiten van ons landschap die steeds meer onder druk komen te staan. Vorige week was in het nieuws dat de stiltegebieden verdwijnen, terwijl die juist zo waardevol zijn voor de biodiversiteit. Zou de minister met haar collega van BZK en provincies willen bespreken hoe we het tij kunnen keren?

Voorzitter, ik rond af. Ik heb verder geen vragen meer. Ik besef dat ik heel veel vragen heb gesteld. Ik zie uit naar de beantwoording. Dit is mijn laatste Landbouwbegroting, toch een memorabel moment. Dat geldt wellicht ook voor andere collega's hier in de Kamer. Ik wens de minister heel veel succes en heel veel wijsheid de komende maanden die voor ons liggen.

Dank u wel.

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Landbouw
Natuur en Milieu
Voedselkwaliteit

« Terug

Archief > 2020 > november