Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Maatschappelijke opvang

donderdag 19 december 2019 00:00

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuknr. 29538

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Allereerst bied ik alvast mijn excuses aan, omdat ik straks even de vergadering moet verlaten. Ik zal even naar een VAO in de plenaire zaal moeten gaan om een motie in te dienen.

Voorzitter. Ik was vandaag bij het daklozenconsulaat en sprak daar met twee jonge mensen die buiten hun schuld om een tijd dakloos zijn geweest. Een van hen vertelde hoe het gezin waarin zij opgroeide de huur niet meer kon betalen en uit de woning werd gezet. Ze kwam met haar moeder in de vrouwenopvang terecht, waardoor de gezinsleden ook nog eens een jaar lang van elkaar gescheiden zijn geweest. Nu volgt ze een opleiding om in de maatschappelijke opvang aan het werk te gaan, omdat ze weet wat het betekent om dakloos te zijn. Ik vond dat een heel mooi en hoopvol verhaal.

Voorzitter. Helaas kloppen er steeds vaker mensen aan die helemaal geen opvang willen, maar die simpelweg geen huis kunnen krijgen. Het probleem ligt dan niet bij de opvang, maar bij de grote woningnood in ons land. Ik hoor steeds meer schrijnende situaties, zoals verhalen over kinderen die uit huis worden geplaatst, omdat hun moeder geen huis heeft. We zien nieuwe groepen, zoals mensen uit Midden- en Oost-Europa, die hun baan in Nederland zijn kwijtgeraakt. En dan zijn er zogenaamde zelfredzame daklozen, die tussen wal en schip vallen en vanwege het criterium van zelfredzaamheid niet in aanmerking komen voor opvang.

Voorzitter. Mijn fractie vindt het niet uit te leggen dat in Nederland 8.500 kinderen in de opvang zitten en dat we er in een van de rijkste landen van de wereld niet in slagen om de basis in het leven van mensen op orde te krijgen. Het aantal dak- en thuislozen is in de afgelopen twee jaar fors gegroeid. Waar de opvang een tijdelijk vangnet zou moeten zijn, is het vaak een web geworden waar mensen in verstrikt raken en niet meer uitkomen. We hebben veel brandbrieven ontvangen van ombudslieden, gemeenten en opvangorganisaties.

Voorzitter. De kabinetsbrief van 6 december is goed, maar bevat nog te veel plannen en goede bedoelingen en te weinig concrete maatregelen. Een belangrijke sleutel ligt bij de woningcorporaties. Er moeten veel meer kleine, betaalbare woningen worden gebouwd: woningen van 35 m² tot 40 m², met een huurprijs van maximaal €400 per maand. Gemeenten denken nog te vaak dat je geen woonruimte kunt realiseren voor deze doelgroep, maar het is mogelijk. Als bestaande woningbouwplannen geen rekening houden met deze doelgroep, zie ik geen andere oplossing dan dat het Rijk de regie neemt om de woningnood en het daklozenprobleem aan te pakken.

Voorzitter. We hebben net een noodwet aangenomen om de woningbouw vlot te trekken. Laten we dan ook de nood zien van mensen die nu nergens een plek hebben. Welk perspectief bieden wij hen? Is de staatssecretaris bereid om, samen met zijn collega van BZK, te komen met een spoedwet die gemeenten doorzettingsmacht geeft om de bouw van kleine, betaalbare flexwoningen af te dwingen? Alle gemeenten zullen hierin hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Maak met alle gemeenten duidelijke afspraken over hoeveel nieuwe opvangplekken zij komend jaar realiseren en monitor dat. Is de staatssecretaris daartoe bereid?

Voorzitter. Ik wil in het bijzonder aandacht vragen voor het belang van huisvesting voor onbedoeld zwangere vrouwen. Zo hoorde ik van een vrouw dat zij abortus overwoog vanwege gebrek aan huisvesting. Uiteindelijk heeft een pleeggezin zich over haar ontfermd. Dat is natuurlijk prachtig, maar doordat ze nu onderdak heeft gevonden, vervalt haar recht op een urgentieverklaring voor een huurwoning en wordt zij gekort op haar uitkering. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om de opvang van thuisloze zwangere vrouwen beter te faciliteren, zowel voor de vrouw zelf als voor hen die haar hulp bieden?

Voorzitter. Er is meer nodig dan alleen huisvesting. Het is belangrijk dat mensen die niet zelfredzaam zijn tijdig in beeld komen en een steuntje in de rug krijgen. Investeringen in het sociaal domein zijn daarom cruciaal, niet alleen in de grote steden, maar juist ook in de omliggende gemeenten. We kennen de financiële situatie van gemeenten en juist daarom is het belangrijk om de opgave van wat lokaal nodig is op het gebied van preventie, begeleiding en opvang van daklozen goed in beeld te brengen. Kan de staatssecretaris al iets melden over de uitvoering van mijn motie op dit punt? Kan hij toezeggen dat er geld bijkomt als daarvoor een goede onderbouwing is?

Voorzitter, tot slot. Laten we ook naar onszelf kijken. We weten dat bepaalde wetten leiden tot dakloosheid. Ik noem bijvoorbeeld de aansluiting tussen de Jeugdwet en de Wmo, en de jongerenproblematiek rond 18 jaar en 21 jaar. Mensen vallen hier in een gat. Hoe voorkomen we dat deze jongeren op straat komen te staan?

Dank u wel, voorzitter.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2019 > december