Bijdrage Joël Voordewind aan een AO over de Nederlandse bijdrage ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio

woensdag 18 december 2019 00:00

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Blok van Buitenlandse Zaken en minister Bijleveld-Schouten van Defensie

Kamerstuknr. 2019Z23713

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik zal beginnen met de samenhangbrief, want die staat ook op de agenda.

Voorzitter. Als eerste de Sophiamissie. Ik lees dat het voor het kabinet van belang is dat er bij de afspraken over de ontschepingsvraagstukken in het kader van de operatie-Sophia niet vooruit wordt gelopen op een structurele oplossing voor de ontscheping. Dat begrijp ik, want het zou goed zijn als we aan de buitengrenzen tot die selectie kunnen komen. Maar ik heb wel een aantal vragen over die Sophiamissie en over de eventuele bereidheid van het kabinet om daar toch weer aan deel te nemen. Het kabinet zegt: "ingeval van een besluit tot hernieuwde inzet, zouden wij een fregat kunnen leveren". Dat klinkt toch nog wel wat afwachtend. Is het kabinet ook bereid om hier actief voor te pleiten, zodat niet de ngo's de drenkelingen hoeven te redden, maar dat we dat weer met eigen schepen onder de missie Sophia kunnen doen? Daarbij kunnen we ook heftig werken aan de bestrijding van mensensmokkel.

Voorzitter. Dan over de verdeling. Als er bij de missie Sophia dan weer tot opvang van drenkelingen wordt gekomen, zal Nederland dan ook weer deelnemen aan de verdeling van die drenkelingen over Europa, waaronder Nederland?

Dan UN peacekeeping. Ik begrijp ...

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter, excuses dat ik te laat was, en op het gevaar af dat ik de heer Voordewind een vraag stel die anderen hem al hebben gesteld — dan hoor ik dat heel graag — het volgende. Hij spreekt over de missie Sophia en, zo versta ik hem, over het belang dat Nederland ook een steentje bijdraagt aan de verdeling van vluchtelingen over Europese landen — het is altijd een beetje akelig om over mensen te praten als een verdelingsvraagstuk, maar zo is het nou eenmaal, helaas. Er is natuurlijk een initiatief in Europa van een aantal landen die het voortouw hebben genomen. Vindt de heer Voordewind dat Nederland zich daarbij moet aansluiten? Is dat een wens van hem? Hij zit in de coalitie, dus hij kan dat regelen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Nou, in m'n eentje kan ik niet zo heel veel regelen. Daar heb ik de andere partijen toch echt voor nodig. Maar we vinden het verstandig, en dat hebben we eerder ook in publicaties geuit, dat als drenkelingen aan wal gaan bij de Europese grenzen, we dan tot een selectie zouden kunnen komen met betrekking tot de kansrijken en de kansarmen. Op die manier voorkom je dat het Nederlandse asielsysteem helemaal dichtslibt. Maar op dit moment is dat niet zo, dus grote waardering voor het Maltainitiatief. Daar doen inmiddels zeven landen aan mee, heb ik begrepen. We hebben er eerder als ChristenUnie ook op aangedrongen om Nederland daar ook actief in te laten participeren. Dat standpunt houden we, maar we hebben er tegelijkertijd begrip voor dat Nederland zal aandringen om tot die selectie van kansarmen/kansrijken aan de buitengrenzen te komen. Zover is het helaas nog niet.

De voorzitter:
Mevrouw Ploumen? U bent klaar? Dan gaan we door met meneer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dan UN peacekeeping. Ik heb begrepen dat we bereid zijn om voor de tweede helft van 2021 en 2022 een transporthelikopter te leveren in VN-verband. Als het zover is, krijgen wij daar dan als Kamer een speciale artikel 100-brief over? Dat zou ik graag willen weten. En aan welke VN-missies denkt het kabinet? Is er al enig zicht op waar wij dan in mee zouden kunnen roteren? In principe steunt de ChristenUnie de lijn om mee te doen met een rotatieschema. Dat maakt de inzet van onze helikopters namelijk beter inzichtelijk en beter planbaar. Maar ik wacht uiteraard de specifieke voorstellen van het kabinet af.

Dan Syrië. Daar hebben we ooit een notificatie van gekregen, maar ik begrijp ook dat de Amerikanen werken aan een nieuw verzoek, of aan een nieuwe invulling van dat verzoek. Is daar al meer over bekend, vraag ik de ministers. Wat is nu de laatste stand van zaken met betrekking tot het protest tegen de illegale inval van Turkije in Syrië en tegen het creëren van een illegale veiligheidszone? Gaan de EU en de NAVO lijdzaam toezien? Ik begrijp dat er allerlei maatregelen ...

Zijn er interrupties, voorzitter?

De voorzitter:
Gaat u maar door, meneer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik hoor heel veel ...

De voorzitter:
... geroezemoes. Het zou fijn zijn als de collega's ook willen luisteren. Gaat u verder.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wat gaan de Europese Unie en de NAVO nu doen om deze inval tegen te gaan? Want het lijkt wel alsof we ons hierbij neerleggen.

Dan de hoofdmissie, artikel 100, Hormuz. We hebben de technische briefing gehad en we begrijpen dat Iran gematigd staat tegenover de komst van het Nederlandse fregat. Toen we daarover doorvroegen, werd er verwezen naar de minister van Buitenlandse Zaken, want die zou contact hebben gehad met Iran. Kan de minister van Buitenlandse Zaken — of de minister van Defensie, ik weet niet meer wie het was — nu iets meer zeggen over wat nu specifiek de Iraanse reactie was op de komst van het Nederlandse fregat?

Is het ook niet verwarrend richting Iran om tegelijkertijd aan INSTEX mee te doen als aandeelhouder — het kost duizenden euro's om de handel van Iran toch door te laten gaan — en nu een waarschuwingssignaal naar Iran te sturen door deel te nemen aan deze missie? Ik ben ook benieuwd hoe dat ontvangen wordt door Iran. Voor die missie moeten we dan ook alweer 15 miljoen gaan betalen om een vrije doorvaart van onze en andere schepen af te dwingen. Dat lijkt me toch een beetje een dubbel beleid. Het is een beetje schizofreen dat we aan de ene kant de handel erg willen bevorderen en aan de andere kant tegelijkertijd ook gevaren zien vanuit Iran. Welk mandaat hebben we nu als het gaat om de EMASOH-missie, als wij bijvoorbeeld in de nabijheid van een Frans schip varen dat wordt aangevallen? Mogen we dan bijstand verlenen en geldt dat ook andersom?

Nog even over het doel. Dat is patrouilleren en niet actief beschermen. Maar als ons vervolgens gevraagd wordt om bijstand te verlenen wanneer een koopvaardijschip, zelfs onder Nederlandse vlag, wordt bedreigd door Iran, of door piraten, zal Nederland niet onder dit mandaat bijstand verlenen maar alleen onder een nationaal mandaat. Dat blijkt in ieder geval uit de briefing. Tegelijkertijd staat in de schriftelijke beantwoording van vraag 11 dat het Nederlandse fregat wel mag ingrijpen bij een aanval van Iran op een koopvaardijschip, mits het fregat in de nabijheid is. Wat is nu de correcte uitleg? Kan de minister van Defensie daar misschien nog het een en ander over zeggen?

Er staat in de briefing dat het dreigingsniveau laag is voor de missie, maar hoe zit het nu met het dreigingsniveau in de Straat van Hormuz zelf? We weten dat daar verschillende confrontaties zijn geweest. En wat is nu de afstemming tussen de Frans geleide en de Amerikaans geleide missie? Zijn er onderlinge afspraken gemaakt over bijstand? Zijn er afspraken gemaakt over de evacuatie van elkaars gewonden indien men in de nabijheid is? Hebben de Fransen en de Amerikanen andere medische voorzieningen aan boord dan de Nederlandse? Ik hoor daar graag een verdere toelichting op.

Ten slotte, kan het kabinet nog eens uitleggen wat nu, naast dit operationele spoor, ook het diplomatieke spoor behelst? Op welke manieren wordt er nu een bijdrage geleverd aan het de-escaleren van de spanningen in de regio? Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2019 > december