Bijdrage Joël Voordewind aan het AO over de Nederlandse bijdrage aan anti-ISIS coalitie en veiligheidsinzet in Irak in 2020 en 2021

donderdag 19 december 2019 00:00

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Blok van Buitenlandse Zaken, minister Bijleveld-Schouten van Defensie en minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Kamerstuknr. 27925

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ook wij maken ons zorgen over wat er nu gebeurt in Bagdad. Tegelijkertijd zien we het grote belang van het verlengen van deze missie voor de autonome regio Koerdistan. We zien dat ISIS daar toch weer mogelijkheden ziet om aanslagen te plegen. ISIS is misschien nog wel diffuser geworden dan voorheen al het geval was. Maar de urgentie, in ieder geval in Noord-Irak, maakt dat wij het van grote waarde vinden om daar aanwezig te blijven.

Voorzitter. Ik vraag het kabinet hoe het de situatie in Noord-Irak op dit moment inschat en hoe het kabinet het beoordeelt dat ISIS-cellen misschien weer meer ruimte krijgen, nu Turkije Noord-Syrië is binnengevallen. Doordat daar nu de aandacht op ligt, wordt het voor ISIS misschien ook weer makkelijker om haar activiteiten, in ieder geval in gebieden rond Mosoel, van de grond te krijgen. Hoe schat het kabinet de nieuwe kansen en het gevaar van ISIS in?

Voorzitter. Die Turkse inval heeft eveneens gevolgen voor de beveiliging van de kampen in Noord-Syrië. Ik heb ook begrepen dat Irak zich voorbereidt op de repatriëring van deze gevangenen. Dat schrijven althans de bewindspersonen. Wat betekent dat nu specifiek voor de Nederlandse gevangenen? Worden die straks ook gerepatrieerd naar Irak? Hebben we daar contact over met de Iraakse autoriteiten? Ik krijg daar graag helderheid over.

Verder moeten we goed weten wat de Nederlandse bijdrage in Irak betekent voor de Nederlandse krijgsmacht. De bescheiden inzet in Irak leidt namelijk al tot verdringing en hoge druk op de organisatie. Kunnen de bewindslieden aangeven wanneer deze investeringen in Defensie ertoe zullen leiden dat een dergelijke bescheiden inzet gewoon niet meer mogelijk is? Ik hoor ook daar graag een reactie op.

Dan specifieke aandacht voor de positie van christenen en jezidi's in Noord-Irak. De versterking van de troepen van de peshmerga's in de Koerdische regio is heel logisch. Die hebben we altijd ondersteund en daar hebben we ook nu op aangedrongen. Maar wat betekent dit concreet voor de minderheden die bijvoorbeeld op de Ninevevlakte zitten, het zogenaamde betwiste gebied tussen de Koerden en Bagdad? Het gaat hier om een groot deel van de 1,6 miljoen ontheemden, met name christenen en jezidi's, in Noord-Irak. Wat kunnen wij en wat kan deze anti-ISIS-missie specifiek voor deze groep betekenen?

Voorzitter. Dan Hawija. Graag zou ik van de minister van Defensie willen horen wat er bekend is van de Nederlandse Target Support Cell en de mensen van de processing, exploitation en ...

De voorzitter:
Meneer Voordewind, mag ik u erop wijzen dat er vanmiddag een interpellatiedebat over dit onderwerp is? Het zou qua tijd misschien schelen als dit onderwerp daar aan de orde komt en hier niet.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mag ik u er dan op wijzen dat dit specifiek in de artikel 100-brief staat? Ik zal vanmiddag op andere aspecten ingaan als het gaat om Hawija, maar hier gaat het specifiek om de Target Support Cells, die Nederland blijkbaar heeft. Vandaar mijn specifieke vraag hierover aan de bewindslieden en of die Target Support Cells ook betrokken waren bij de targeting van de bommenfabriek in Hawija.

Voorzitter. Ten slotte de veiligheid van onze militairen. Gaan de trainers nog steeds naar buiten? Zo ja, hoe is hun veiligheid dan gegarandeerd als ze naar buiten gaan? Hoe wordt die bescherming nu georganiseerd? Welke force protection ligt daaraan ten grondslag?

Tot zover, voorzitter. Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2019 > december