Bijdrage Carla Dik-Faber aan het VAO Mijnbouw/Groningen (AO d.d. 27/11)

donderdag 19 december 2019 00:00

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een voortgezet algemeen overleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat en minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 33529

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. We hebben met elkaar gedebatteerd over de situatie van mensen in Groningen. En die is niet goed. Dat bleek afgelopen week ook weer uit het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de gezondheid van mensen in het aardbevingsgebied. We hebben met elkaar gesproken over de situatie van mensen in een huurwoning, over de wijze waarop de woningcorporatie met mensen omgaat. Mevrouw Beckerman heeft daar net al iets over gezegd en ik hoorde mevrouw Agnes Mulder daar een motie over indienen. Ik ondersteun dat van harte. Ik vind echt dat hier een oplossing voor moet komen. Ik vind het ook goed om te horen dat de minister van BZK een van zijn medewerkers heeft gevraagd om naar Groningen te gaan en dat er ook een goed gesprek heeft plaatsgevonden. Ik hoop dus echt dat we met deze gezamenlijke inzet tot een oplossing kunnen komen.

Voorzitter. Als ik het heb over gezamenlijkheid, dan is dat zeker aan de orde als het gaat om de zorg voor mensen in Groningen. Ik vraag hier al heel erg lang aandacht voor, maar het blijkt heel ingewikkeld te zijn. Als ik in gesprek ben met de minister van EZK wordt er verwezen naar het ministerie van BZK. Dat snap ik vanwege de overdracht van bevoegdheden. Bij BZK krijg ik signalen dat het over gezondheidszorg gaat en dat ik bij VWS moet zijn. Bij VWS krijg ik signalen: mensen, dit gaat over geld; ik ga het toch hardop zeggen, u moet bij Financiën zijn. Dit is volgens mij waarom mensen afhaken als het gaat om de overheid. Van EZK naar BZK, naar VWS, naar Financiën: wie gaat deze mensen helpen?

Daarom dien ik vandaag de volgende motie in, want ik vind dat de Kamer maar verantwoordelijkheid moet nemen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat voor de specifieke zorgbehoefte van mensen in Groningen als gevolg van de aardbevingen een bedrag van 50 miljoen euro voor vijf jaar nodig is en dat nu 5,4 miljoen euro voor twee jaar beschikbaar is gesteld via gemeenten;

constaterende dat voorts een bedrag van driemaal €100.000 beschikbaar is gesteld voor laagdrempelig toegankelijke geestelijke zorg, maar dat de organisatie Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied (GVA) vaststelt dat dit bedrag ontoereikend is om in de behoefte te voorzien;

constaterende dat er sprake is van een onderuitputting in de aanpak geestelijke verzorging / levensbegeleiding van VWS;

overwegende dat afgelopen week uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen wederom is gebleken dat de zorg voor mensen in het aardbevingsgebied tekortschiet;

spreekt uit dat de rijksoverheid een verantwoordelijkheid heeft voor de zorg voor mensen in het aardbevingsgebied, waaronder geestelijke zorg;

verzoekt de regering in overleg met te treden met gemeenten, GGD'en en GVA Groningen met als doel dat toereikende middelen beschikbaar komen voor alle vormen van geestelijke zorg in het aardbevingsgebied, en de Kamer hierover voor de Voorjaarsnota 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber, Sienot, Beckerman en Nijboer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 713 (33529).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Energie

« Terug

Archief > 2019 > december