Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenaire debat inzake de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie

woensdag 26 juni 2019 00:00

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat

Kamerstuknr. 35167

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Afgelopen week las ik net als anderen hier in deze Kamer, in Het Financieele Dagblad een surrealistisch interview met oud-minister Brinkhorst. Hij verdedigde zijn keuze uit 2006 in het tweede kabinet-Balkenende voor de bouw van kolencentrales als een terechte keuze. "Ik heb er geen spijt van", zo zei hij, "zelfs niet in retroperspectief". Dat vindt mijn fractie onbegrijpelijk. Het is ongelofelijk zuur dat in die tijd ons land is opgezadeld met de drie grote kolencentrales op de Maasvlakte en in de Eemshaven, die nog maar enkele jaren geleden zijn geopend. Het beleid van deze oud-minister, ook nog eens verantwoordelijk voor de uitverkoop van onze grote Nederlandse energiebedrijven aan buitenlandse energiebedrijven die nog wel in overheidshanden waren, heeft ons de afgelopen jaren veel hoofdbrekens gekost. Het is nu natuurlijk verleidelijk en makkelijk om een grote sneer uit te delen, maar dat zal ik niet doen. Ik volsta met te zeggen dat ik blij ben om vandaag samen met onder andere coalitiepartner D66 dit wetsvoorstel met een zekere positiviteit tegemoet te treden. Ik zeg "een zekere positiviteit", omdat ik toch ook wel wat mixed feelings heb, al was het alleen maar vanwege de gevolgen voor de werkgelegenheid. Er is ook al door vele anderen over gesproken, zoals door mevrouw Beckerman, mevrouw Yeşilgöz-Zegerius en de heer Moorlag. Ik kan mij aansluiten bij de vragen die door deze Kamerleden zijn gesteld.

Voorzitter. Artikel 2 van de voorliggende wet stelt onomwonden: "het is verboden om in een productie-installatie elektriciteit op te wekken met behulp van kolen". Dit ene zinnetje betekent nota bene bruto 18 megaton minder CO2-uitstoot, waaronder 3,3 megaton van de Hemwegcentrale. Netto wordt de reductie met 8 megaton veel lager ingeschat, vooral door weglek naar het buitenland. In reactie op de vraag van mijn fractie om via opkoop van emissierechten ervoor te zorgen dat er geen megatonnen weglekken, wijst de minister op het nieuwe instrument in het Europese ETS-systeem, de zogenaamde marktstabiliteitsreserve. Daarmee zou het waterbedeffect worden ondervangen. Maar wat mij opviel aan die beantwoording, was dat deze allerminst waterdicht is. Met woorden als "naar verwachting" of "een beperkte rol spelen" versus dat het "opkopen van emissierechten minder voor de hand liggend" is, is niet aangetoond waarom het niet verstandig zou zijn als de staat deze emissierechten behorend bij het verstoken van kolen, uit de markt neemt. Graag een stevige reactie van de minister op dit vraagstuk.

Voorzitter. Na het als een klok klinkende artikel 2, wordt dit in de artikelen 3 en 4 genuanceerd. Deze drie artikelen bij elkaar leiden ertoe dat de Amsterdamse Hemwegcentrale dit jaar nog sluit, dat de Amercentrale uiterlijk in 2024 zal zijn omgebouwd, zodat er geen kolen meer in zullen worden verstookt, en dat de drie nieuwe van Brinkhorst uiterlijk in 2029 moeten zijn omgebouwd of dat de zwarte poorten zullen moeten sluiten.

Ik zie een interruptie, voorzitter.

De voorzitter:
Ja, maar die zie ik niet. Gaat u dus gewoon vrolijk verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Die ziet u niet?

De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, u moet echt bij de interruptiemicrofoon gaan staan, dan weet ik dat ook. U wilt een interruptie plegen? Het woord is aan mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):
Ja, voorzitter. Dit is een mooi begin van het betoog van de ChristenUnie. Het is goed om misschien even terug te kijken waar die fouten zijn gemaakt. U zat ook in de coalitie die in Groningen voor de vergunningen zorgde. Het is niet bedoeld als sneer, maar we moeten wel leren van die fouten. Mijn vraag gaat dus weer over de werknemers. Het is de politiek geweest die mensen heeft voorgespiegeld dat daar een mooie baan was en het is ook de politiek die die baan nu weer afpakt. Ik zou graag van mevrouw Dik-Faber willen weten of ze het met mij eens is dat mensen er niet op achteruit mogen gaan en dat we dus ook financiële verliezen moeten compenseren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat mensen een toekomstperspectief hebben en een eerlijk inkomen kunnen verdienen. Daarom is het belangrijk om mensen te begeleiden van werk naar werk. Daar wil mijn fractie zich voor inzetten. Ik wil de vraag op welke manier dat precies handen en voeten krijgt, aan het kabinet voorleggen. Dat moet daarover in gesprek gaan en met een pakket aan maatregelen komen. In vind het lastig om nu precies aan te geven: zus en zo zou het er uit moeten zien. Daar wil ik het kabinet even wat ruimte voor geven. Maar het moge duidelijk zijn dat er een oplossing moet komen.

Mevrouw Beckerman (SP):
Mevrouw Dik-Faber is daar wel een beetje weifelend in. We hebben wel miljarden verspild door die kolencentrales te bouwen met publiek geld. Die mensen staan nu in de kou. Natuurlijk moeten wij hier niet gaan bepalen welke baan ze precies krijgen, maar we kunnen toch wel de principeafspraak maken dat mensen die door ons toedoen hun baan gaan verliezen, er niet op achteruit hoeven te gaan omdat ze misschien niet geschikt zijn voor een nieuwe baan of daardoor minder gaan verdienen? Dat is toch niet een heel gekke principeafspraak, ook gezien wat er gebeurd is in Zuid-Limburg na de mijnsluiting. Dat heeft hard ingegrepen in die regio. Laten we leren van de fouten uit het verleden. Daarom wil ik graag een principe-uitspraak.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mevrouw Beckerman wil vandaag van mijn fractie een principe-uitspraak horen. Mijn fractie vindt het ontzettend belangrijk dat mensen weer aan het werk kunnen gaan, dat ze toekomstperspectief hebben, dat er een goed sociaal plan ligt en dat er een scholingsplan ligt. Wat dit uiteindelijk precies voor de individuele werknemer zal gaan betekenen, kan ik nu onvoldoende inschatten. Mevrouw Becker verwijt mij aarzelende woorden. Ik zou tegen mevrouw Beckerman willen zeggen: laten we wel met elkaar opletten dat we hier hele grote woorden gaan spreken. Het enige wat mijn fractie hier duidelijk wil maken, is dat we mensen tegemoet moeten komen. We moeten met een sociaal plan komen. Er moet een werk- en scholingsprogramma komen. Ik wil het kabinet even de ruimte geven om te kijken hoe dat precies uitpakt.

De voorzitter:
Prima, heel goed. De heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):
Mevrouw Dik-Faber citeert artikel 2 van de wet, met instemming: Het is verboden om in een productiecentrale elektriciteit op te wekken met behulp van kolen. Zij zegt dat dit megatonnen CO2 gaat besparen. De Partij voor de Dieren heeft in het verleden vaak opgetrokken met de ChristenUnie als het ging om de strijd tegen de bijstook van biomassa. Realiseert mevrouw Dik-Faber zich wel dat op het moment dat wij kolen gaan vervangen door hout, wij dan geen megatonnen gaan besparen maar misschien wel meer CO2 gaan uitstoten dan wij tot nu toe deden? Met een of andere rare rekentruc zouden wij het CO2-neutraal maken, maar uiteindelijk gaat er dan meer CO2 de lucht in.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De ChristenUnie is op dit onderdeel niet van standpunt veranderd. Ik wilde juist over biomassa beginnen onder het volgende kopje.

De voorzitter:
Prima, daar gaan we naar luisteren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Er staat "biomassa" boven, maar dat had de minister waarschijnlijk al begrepen. Mijn fractie heeft echt heel grote zorgen over het feit dat de Amercentrale wordt omgebouwd tot een biomassacentrale en dat dit ook zou kunnen gebeuren bij de drie nieuwere centrales. Toen dit kabinet aantrad, was er via de SDE+ ruim 3,6 miljard aan subsidies beschikbaar voor het bij- en meestoken van biomassa voor de vier resterende centrales. Gelukkig hebben wij in het regeerakkoord afgesproken dat wij stoppen met deze gesubsidieerde bijstook van biomassa na 2020 en worden er sinds afgelopen jaar ook geen nieuwe beschikkingen meer afgegeven. Tot hoeveel daadwerkelijke netto CO2-reductie van "well to wheel" heeft deze 3,6 miljard euro eigenlijk geleid of gaat dit bedrag nog leiden? Deze vraag even terzijde.

De minister kent de ambivalente houding van onze fractie jegens biomassa. Toen ik de memorie van toelichting las, werd het me opnieuw bang te moede. Ik las liefst 43 keer het woord "biomassa" en bijna altijd in de context van een kansrijk, duurzaam alternatief. Het mag geen verbazing wekken dat mijn fractie reikhalzend uitkijkt naar het nieuwe duurzaamheidskader voor biomassa van SER en PBL. Wanneer zal de SER dit opleveren? Ik hoop dat de SER, nu het pensioenei na negen jaar is gelegd, met voorrang aan het duurzaamheidskader werkt. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Ik wil niet van de steenkoolregen in de biomassadrup terechtkomen als in energiecentrales verstookte biomassa netto voor veel CO2-uitstoot zal gaan zorgen. Ik denk dat niemand dat wil, maar toch ben ik er niet gerust op. Alle biomassa mag dan in principe hernieuwbaar zijn, alle biomassa is nog niet duurzaam. Bovendien is biomassa maar al te vaak veel te kostbaar om te verstoken voor de productie van elektriciteit of warmte. Voordat biomassa als brandhout eindigt, wil je deze natuurlijk liever eerst hebben ingezet als constructiehout en vervolgens als meubelhout, of, nog beter, als bodemverbeteraar of diervoeding. Kortom, cascadering is ook super belangrijk. Ik hoop dat het nieuwe duurzaamheidskader hierin ook echt duurzame keuzes gaat maken. Hoopt de minister dat met mij? Wil hij de SER op het hart drukken dat deze vooral door de cascaderingsbril naar het kader gaat kijken?

Voorzitter. Hierbij speelt nog iets wat mij eigenlijk dwars zit. Ik sprak al over de Amercentrale. Deze centrale slokt straks een hele sloot subsidie op, 1,7 miljard euro, om warmte te leveren aan bijvoorbeeld Tilburg. De afvalenergiecentrale Attero uit Moerdijk kan met restwarmte tot in lengte van jaren ook voorzien in de warmtevraag in de regio van de Amercentrale. Er valt een heleboel te zeggen over zo'n afvalenergiecentrale, maar die is wel duurzamer dan zo'n biomassaslurper als de biomassa uit het buitenland zou komen? Nou ja, de afvalenergiecentrale kan niet opboksen tegen de zwaar gesubsidieerde businesscase van de Amercentrale. Wat is dit voor waanzin? Of wat meer parlementair gezegd: waarom doen wij dit, minister? Waarom geven wij 1,7 miljard uit terwijl er een duurzamere warmtebron om de hoek beschikbaar is waar niet-recyclebaar restafval wordt verbrand? Wanneer draait de Amercentrale eigenlijk op 100% duurzame biomassa en dan duurzaam volgens het nieuwe duurzaamheidskader van 2020?

Voorzitter. Ik wordt graag overtuigd door de minister van de rationale van zijn beleid in dezen. Ik ben benieuwd.

De voorzitter:
Een vraag van de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Als het antwoord van de minister tegenvalt, mag ik dan het gloedvolle betoog van mevrouw Dik-Faber uitleggen als een steunbetuiging aan het amendement dat ik heb ingediend?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zal het amendement zeker gaan bekijken, maar ik heb vooralsnog veel vertrouwen in de minister dat hij me kan overtuigen. Ik nodig hem uit om daar zijn best voor te doen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik denk dat het, gelet op de kritische woorden die u over biomassa spreekt, heel erg moeilijk gaat worden als ik kijk naar wat er in de wet staat. Ongeacht de woorden van de minister: dat is wat er in de wet staat. Dit betekent dat al die nieuwe centrales, inclusief de Amercentrale, allemaal op biomassa kunnen overschakelen. Ik zou zeggen: lees het amendement goed en neem de woorden van de minister mee, maar kijk vooral naar wat in de letter van de wet staat.

De voorzitter:
Dat doen we allemaal.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zal het amendement goed bekijken. Wat ik ook wel wil vaststellen is dat de SER met een duurzaamheidskader komt. Als wij dat duurzaamheidskader serieus nemen, als wij cascadering serieus nemen, dan denk ik dat de vraag van al deze centrales wellicht vele malen groter is dan de beschikbaarheid van biomassa. Als ik in de stukken lees dat centrales kunnen overstappen op waterstof — dat was voor mij echt nieuwe informatie — dan denk ik dat dat het echte toekomstgerichte en innovatieve beeld is. Dus daar word ik blij van.

Voorzitter. Ondanks mijn zorgen wil ik ook zeker benadrukken dat, zoals de Raad van State het zegt, het voorgestelde kolenverbod een passende maatregel is. Ons hoogste adviesorgaan heeft echter ook een aantal opmerkingen gemaakt bij de leveringszekerheid, de eigendomsbescherming en de arbitrage. Vooral op de door de Raad van State gemaakte punten over de leveringszekerheid in 2030 en verder verwacht ik een nadere beschouwing van de minister. De raad legt de link met andere maatregelen zoals de CO2-minimumprijs, die mogelijk invloed zal hebben op het al dan niet aanzetten van de mottenballencapaciteit die we nog hebben aan de gasgestookte centrales. De minister stelt echter dat het prijspeil zodanig zal zijn dat de leveringszekerheid én de investeringszekerheid op geen enkele manier in het geding zijn. Mijn fractie is benieuwd naar zijn nadere beschouwing en onderbouwing.

Tegenover de zorgen over leveringszekerheid bij de Raad van State staat het rapport van CE Delft over de effecten van de sluiting van drie extra kolencentrales. Mijn eerste vraag daarbij: waarom vindt de minister de claim van CE Delft dat er op korte termijn voldoende gascentrales beschikbaar zijn om de leveringszekerheid te borgen niet realistisch? Hoe aantrekkelijk vindt de minister het scenario om bij wijze van spreken morgen alle kolencentrales in Nederland te sluiten? Met zijn zin in de reactie op dit rapport dat het onwenselijk zou zijn als door het sluiten van deze kolencentrales biomassabijstook verdwijnt, zet hij mij eigenlijk op het verkeerde been. De minister wil toch niet de indruk wekken dat kolencentrales eigenlijk wel fijn zijn, omdat ze via de bijstook zo lekker bijdragen aan het aandeel hernieuwbare energie? Ik ken de Europese verplichting natuurlijk, maar dit klinkt als het met zware subsidie stimuleren van het kopen van een zware hybride Mitsubishi Outlander, terwijl deze vervolgens vooral fossiel zou worden gereden. Zoiets zou de minister toch ook niet meer willen?

Voorzitter. Ik heb in mijn bijdrage mijn zorgen gedeeld, maar ik tel ook mijn zegeningen. Ik zie uit naar de beantwoording en ik kan alvast verklappen dat ik dit wetsvoorstel met een positief advies aan mijn fractie zal voorleggen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Energie
Klimaat

« Terug

Archief > 2019 > juni