Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken

donderdag 14 februari 2019 00:00

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Blok van Buitenlandse Zaken

Kamerstuknr. 21501 - 02

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik begin bij de top EU-Arabische Liga. Het kabinet zegt daar de naleving van de mensenrechten aan de orde te stellen. Mijn vraag is meteen of dat ook op de officiële agenda staat. Of gaat de Minister dit op de agenda zetten? En komt ook de moord op de heer Khashoggi daar ter sprake? Alsook bijvoorbeeld de oorlog en de betrok-kenheid van Saudi-Arabië bij Jemen? Wordt het in dat kader niet eens tijd om in onze handelsmissies richting Saudi-Arabië een pas op de plaats te maken? Zeker gezien de betrokkenheid van Saudi-Arabië bij de oorlog in Jemen en nu onomstotelijk is vastgesteld dat Saudi-Arabië betrokkenheid heeft gehad bij de moord op Khashoggi.

De heer Koopmans (VVD):

Ik herinner mij dat ik in mei vorig jaar samen met de heer Voordewind op bezoek was in Saudi-Arabië. Toen was al bekend dat Saudi-Arabië een heel ingewikkelde reputatie heeft, om niet te zeggen een slechte reputatie, op diverse vlakken. De moord op Khashoggi is natuurlijk een afschuwe-lijke gelegenheid, maar is dat nou voor de heer Voordewind aanleiding om zijn eigen bezoek aan Saudi-Arabië te heroverwegen? Is het niet zo van belang dat wij gewoon in contact blijven met Saudi-Arabië?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dit zou insinueren dat de moord op Khashoggi, waarbij mogelijk de prins direct verantwoordelijk is, niet zo heel veel relevantie zou hebben. Dat wil ik met kracht tegenspreken. We zijn daar geweest. We hebben daar uitdrukkelijk de mensenrechten aan de orde gesteld. We hebben daar met vrouwenactivisten gesproken en we waren goed en wel een week weg – de heer Koopmans weet dat ook – of er werden weer een stuk of zeven, acht vrouwenactivisten in de gevangenis gezet, waaronder mensen die wij kennen. Ik hoef de heer Koopmans niets uit te leggen over wat er in de oorlog in Jemen bij het tegenhouden van de militaire hulpgoederen gebeurt. Ik mag hopen dat dit toch ook voor de VVD serieuze aantijgingen zijn richting het regime van Saudi-Arabië. Ik geef de Minister mee om te overwegen om het in ieder geval te hebben over een pas op de plaats te maken bij de handelsmissies. Ik zeg niet dat we geen handel meer moeten drijven, dat is wat anders, want dan zouden we met de helft van de wereld geen handel meer kunnen drijven. Het faciliteren van de handelsmissies is een ding wat de Nederlandse overheid doet.

De heer Koopmans (VVD):

Hieruit begrijp ik dat de heer Voordewind het ermee eens is dat wij in contact moeten blijven met Saudi-Arabië, zelfs als daar afschuwelijke dingen gebeuren, die er duidelijk gebeurd zijn zowel voordat wij er waren als daarna. En dat hij het ermee eens is dat wij niet nu extra maatregelen moeten nemen wat betreft handel met Saudi-Arabië. Ik begrijp dat de heer Voordewind dat ook vindt. Dat constaterende heb ik geen nieuwe vraag. Ik begrijp dat de heer Voordewind ook een volgende keer weer op zo’n proactieve missie zou gaan om daar goede zaken te doen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik vrees dat wij wat anders verstaan onder de woorden «goede zaken doen». De heer Koopmans zal dat meer in de context van handel formuleren dan ik. Natuurlijk moet je de contacten met het bewind in Saudi-Arabië onderhouden. En je moet ze blijven aanspreken op de mensenrechten. Mijn vraag aan de Minister was of wij als kabinet nog proactief handelsmissies die kant op moeten gaan sturen. Dat wil niet zeggen dat wij geen contacten meer met het regime zouden moeten aangaan of dat er helemaal geen handel meer zou moeten zijn. Dat hoort u mij niet zeggen. Mijn vraag ging over die handelsmissies.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, dan de migratie. De terug- en overname acht het kabinet van belang. Eens. Maar wat doen we dan met Bahrein? We weten dat als mensen daar terugkeren, ze in de gevangenis belanden en niet zo zachtaardig behandeld worden. Wat doen we met Sudan? Dat land neemt weliswaar mensen terug, maar wij weten dat ze rechtstreeks in de gevangenis belanden en deze met een slechtere gezondheid verlaten, als understatement, want die geluiden krijgen we regelmatig terug van de mensen die hier zijn afgewezen en op Khartoem Airport landen. Worden die aspecten daar dan ook benoemd?

Voorzitter. Collega Maarten Groothuizen en ik zijn net terug uit Lesbos. Daar hebben we poolshoogte genomen van de schrijnende situatie die daar nog steeds bestaat. We zullen daar binnenkort uitgebreid bij stilstaan, maar omdat migratie nu op de agenda staat zou ik deze Minister toch willen aansporen het ook te hebben over de schrijnende situatie in Lesbos, en de Europese Commissie en de Europese Unie aanspreken op de goede uitvoering van de EU-Turkijeverklaring. Want voor een deel komt er niks terecht van de hervestiging. Er komt niks terecht van de herverdeling als mensen eenmaal op Lesbos of Griekenland aankomen. De schrijnende situatie op de eilanden is schokkend. Wat doet de Europese Commissie daaraan? Laten we voorkomen dat we de bal weer terugspelen naar Griekenland en van Griekenland weer naar de Europese Unie. Er moet wat gebeuren en ik vraag de Minister of hij bereid is om dat onderwerp daar ook aan de kaak te stellen. De voorzitter: Voor u verdergaat is er een vraag van de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Als u het goed vindt, heb ik nog een vraag over het vorige onderwerp. Voor Griekenland sprak de heer Voordewind over het terugsturen van vluchtelingen – nee, uitgeprocedeerde asielzoekers moet ik zeggen – naar landen als Bahrein en Sudan. Gisteren bij de bespreking van de Staat van het Consulaire hebben we daar ook over gesproken. De heer Voordewind was daarbij, maar sprak niet want hij zat het voor. Ik zeg dat maar even voor de volledigheid. Ik heb aan deze Minister gevraagd of het toch niet goed zou zijn als we ook onze ambassades, onze diplomatieke vertegen-woordigingen, zouden inzetten in landen waarnaar we vluchtelingen terugsturen om te kijken of daar niet gebeurt waar hij en ik allebei bang voor zijn. Zou de heer Voordewind dat ook een goed idee vinden?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De ChristenUnie pleit er al jaren voor om te kijken hoe het gaat met afgewezen asielzoekers die worden teruggestuurd naar risicovolle landen, waarvan wij weten dat het daar heel slecht gesteld is met de mensen-rechten. Ik weet dat België dat doet, weliswaar een korte periode van drie maanden, maar zij hebben daar organisaties waarvan zij feedback terugkrijgen over hoe wordt omgegaan met die afgewezen asielzoekers. Het zou ook goed zijn als Nederland daarnaar kijkt om te zien of wij in dit soort risicolanden meer informatie kunnen achterhalen over hoe het met deze asielzoekers gaat. Dat kan ons informatie geven of het daadwerkelijk verantwoord is om mensen terug te sturen naar een niet veilig land. De pleidooien zijn misschien hetzelfde en over de vorm kunnen we het nog hebben. Onze zorgen zijn hetzelfde, denk ik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat is goed om te horen. De Minister heeft gister heel duidelijk gezegd dat hij niet van plan is om dat te gaan doen. Ik heb toen gezegd dat wij daar graag nog eens op terugkomen om te kijken of we hem op andere gedachten kunnen brengen. Ik ben heel blij dat ik in ieder geval daarbij op de heer Voordewind kan rekenen. Dat is heel goed om te horen. Ik heb geen verdere vragen aan hem.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

We moeten wel even kijken in welke vorm we dat dan precies gaan doen. Ons pleidooi is altijd geweest: hoe kunnen we het voor elkaar krijgen dat we meer dan nu – we weten nu niks: ze gaan terug naar Kabul, naar Khartoem, en vervolgens weten we niks meer van deze mensen – informatie achterhalen over wat er met deze mensen gebeurt, in ieder geval gedurende de eerste drie maanden. Hoe lang heb ik nog, voorzitter?

De voorzitter:

U hebt nog anderhalve minuut.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Over Jemen heb ik al het een en ander gezegd. Het is belangrijk dat de humanitaire corridor richting de havens, ook Hodeidah, door kan gaan. Gaat de Minister ook erop aandringen dat de humanitaire toegang tot Jemen beschikbaar blijft?

President Trump heeft gezegd dat hij ervan overtuigd is dat ISIS in Syrië snel verslagen zal zijn. Heeft de Minister misschien via de Amerikanen informatie waaruit blijkt dat ISIS spoedig verslagen zal zijn? Is het nu zo dat ISIS volledig verdreven is? Wat gaat er gebeuren nu Amerika zich terugtrekt uit Noordoost-Syrië? Hoe wordt er door de Europese collega’s van de Minister gereageerd op de oproep aan Turkije om het gebied dat de Amerikanen gaan verlaten, niet binnen te vallen? Ik hoor graag een reactie van de Minister hierop en of hij dit aan de kaak wil stellen? Ten slotte Venezuela. Er is weinig sympathie, een understatement voor de president Maduro. De verkiezingen zijn heel duidelijk niet eerlijk verlopen. Toch heb ik wat vragen over de beantwoording die we gisteren hebben gekregen. Er wordt gesproken over het geen oordeel hebben over rechtmatigheid. Het kabinet erkent echter wel de parlementsvoorzitter als interim-president en dat is te rechtvaardigen. We weten niet wat de volkenrechtelijke adviezen zijn geweest, want die zijn geheim. Wat kan de Minister zeggen over hoe dit zich verhoudt tot het volkenrecht? Als dit beleid wordt – voor een deel begrijp ik het gezien de ramp die daar plaatsvindt met 3 miljoen vluchtelingen – betekent het dat we van heel veel landen geen president meer gaan erkennen. Ik denk maar even aan China, Saudi-Arabië of noem de landen maar op waar geen eerlijke verkiezingen plaatsvinden. Ik wil wel graag duidelijkheid over wat nou precies de kaders en afwegingen zijn geweest, ook volkenrechtelijk. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2019 > februari