Inbreng verslag Arie Slob ten behoeve van wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

maandag 05 oktober 2015 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob ten behoeve van de wijziging van een aantal onderwijswetten

Onderwerp:   Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Kamerstuk:    34 251          

Datum:           5 oktober 2015

1. Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen. Genoemde leden delen de zorgen van de regering over enkele incidenten in het onderwijs, waarbij instellingen in financiële problemen zijn gekomen en de onderwijskwaliteit niet meer gegarandeerd kon worden. Ook hechten deze leden aan het borgen van medezeggenschap binnen instellingen. Zij betwijfelen echter of meer wet- en regelgeving voor alle onderwijsinstellingen de oplossing is om tot een goede bestuurscultuur in het onderwijs te komen.

Wat is de aanleiding tot het wetsvoorstel?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de regering benadrukt dat deskundigheid, cultuur en houding van bestuurders en toezichthouders belangrijk zijn in het verbeteren van het onderwijs en «governance». Benadrukt wordt dat de overheid tot nu toe vooral inzette op formele voorwaarden, zoals wet- en regelgeving. Op pagina 4 staat: «De omslag naar een andere, meer op het morele kompas georiënteerde bestuurscultuur zal medebepalend zijn voor het versterken van de bestuurskracht.» Genoemde leden vragen daarom naar de noodzaak nieuwe regelgeving te introduceren om het doel van een andere bestuurscultuur te bereiken. Is de regering van mening dat de «op het morele kompas georiënteerde bestuurscultuur» ontbreekt bij veel instellingen?

De leden vragen waarom nieuwe regelgeving voor «goed bestuur» nodig is, terwijl de wet «Goed onderwijs, goed bestuur» pas enkele jaren van kracht is. Deze wet regelt onder meer een zorgplicht voor goed bestuur, de scheiding van bestuur en intern toezicht en «good governance». De Minister heeft in deze wet bovendien bevoegdheden gekregen om op te treden bij onregelmatigheden. Waarom komt de regering nu al met een breed pakket aan nieuwe regelgeving, terwijl het governancemodel in de huidige vorm pas kort geleden is ingevoerd? Wijst deze nieuwe wet niet op een gebrek aan vertrouwen in de verbeteringen in het onderwijs en het doorvoeren van het nieuwe governancemodel, zo vragen deze leden.

3. Problematiek, doelen en maatregelen

De leden van de ChristenUnie-fractie hechten aan een goede positie van medezeggenschap in het onderwijs, zodat het onderwijs en het bestuur in samenspraak met belanghebbenden kan worden vormgegeven. Genoemde leden vragen nadere toelichting op het niveau van ondersteuning en faciliteiten van medezeggenschapsorganen, in het bijzonder in het mbo en hoger onderwijs. In de huidige wetgeving is opgenomen dat het medezeggenschapsorgaan moet kunnen beschikken over voorzieningen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken. Tegelijkertijd laat de medezeggenschapsmonitor van ISO7 zien dat 34% van de ondervraagden vindt dat er te weinig juridische ondersteuning is en 53% niet de beschikking heeft over het scholingsbudget. Ook heeft de gemiddelde medezeggenschapsraad te weinig tijd om de taken goed uit te kunnen voeren. Kan de regering een reactie geven op deze conclusies, in relatie tot dit wetsvoorstel?

B. Adviesrecht van het medezeggenschapsorgaan van de onderwijsinstelling ten aanzien van vaststelling van benoemingsprofielen van bestuurders, en C. Adviesrecht van het medezeggenschapsorgaan van de onderwijsinstelling bij benoeming en ontslag van bestuurders

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen nadere toelichting op het toevoegen van de adviesbevoegdheid voor de medezeggenschapsraad in de Whw 8) en de Web 9) bij bestuurdersbenoemingen. In de huidige wet is de mogelijkheid opgenomen dat de medezeggenschapsraad vertrouwelijk wordt gehoord. Ook had gekozen kunnen worden voor het laten plaatsnemen van een vertegenwoordiger van de medezeggenschapsraad in de benoemingsadviescommissie. Kan de regering de gekozen route nader toelichten?

D. Overlegverplichting interne toezichthouder en medezeggenschapsorgaan

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben een aantal vragen over de meldplicht voor de interne toezichthouder. De Raad van State heeft forse kritiek op de in het wetsvoorstel geïntroduceerde meldplicht voor de interne toezichthouder aan de inspectie bij risicovolle ontwikkelingen. Zo ziet de Raad van State onverenigbaarheid met de wijze waarop in onze samenleving inhoud is gegeven aan de vrijheid en autonomie van personen, die daartoe privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen oprichten. De interne toezichthouder is immers een orgaan van de betreffende rechtspersoon en heeft tot taak om in het belang van deze rechtspersoon te handelen. Is de regering van mening dat de interne toezichthouder het publiek belang boven het statutaire doel van de instelling moet stellen? Is dit geen inbreuk op de autonomie van een privaatrechtelijke rechtspersoon? Is de regering van mening dat het statutaire doel van instellingen tegen het publiek belang ingaat?

De leden vragen waarom de huidige wetgeving niet voldoet om zowel intern als extern toezicht goed te organiseren. De interne toezichthouder heeft nu al veel mogelijkheden tot ingrijpen bij ongeregeldheden in het bestuur, zoals het schorsen of ontslaan van een bestuurder. Nu de interne toezichthouder wordt verplicht om in bepaalde gevallen een melding bij de inspectie te doen, draagt de interne toezichthouder het toezicht op zijn minst gedeeltelijk over aan de externe toezichthouder. Is in deze situatie het handelen van de interne toezichthouder ondergeschikt aan de externe toezichthouder? Wordt de relatie tussen de interne en externe toezichthouder hiermee niet onnodig onder druk gezet?

De leden van de fractie vragen waarom de opsomming van de situaties waarbij de interne toezichthouder een meldplicht heeft via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) wordt geregeld. Op welke manier en hoe gedetailleerd worden «risicovolle ontwikkelingen» in de AMvB opgenomen, zo vragen zij.

H. Vooropstellen dat de taken van de opleidingscommissie, geregeld in de WHW, primair zijn gericht op (het bevorderen van) de kwaliteit van de opleidingen

De leden de ChristenUnie-fractie vragen of het beter vastleggen van de kerntaak (het bevorderen van de kwaliteit van opleidingen) ook materieel gevolgen heeft voor opleidingscommissies. Waarom kiest de regering niet voor het borgen van het adviesrecht van opleidingscommissies?

4. Toepassing wetsvoorstel in Caribische deel van Nederland

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de haalbaarheid van de invoering van dit wetsvoorstel in het Caribische deel van Nederland. Zo wijst de regering in de memorie van toelichting op de situatie dat de bepalingen die nu in het Europese deel van Nederland gelden ten aanzien van «goed bestuur» nog niet in werking zijn getreden. Wordt het nieuwe governancemodel al toegepast in Caribisch Nederland? Is niet meer tijd nodig voor scholen in Caribisch Nederland om deze wet in te voeren?

De leden lezen dat de onderwijsregelgeving voor Caribisch Nederland en de toepassing daarvan zo veel mogelijk blijven sporen met de onderwijs-regelgeving die geldt voor het Europese deel van Nederland. Tegelijkertijd wordt vermeld dat rekening wordt gehouden met bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld de situatie dat de laatste school op opleiding op een eiland moet worden gesloten. Moeten deze bijzondere omstandigheden niet ook expliciet in de wetgeving voor Caribisch Nederland worden geborgd? Zo nee, hoe worden «bijzondere omstandigheden» wettelijk beschermd, zo vragen de leden.

8) Whw: Wet hoger onderwijs

9) Web: Wet educatie beroepsonderwijs

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Arie Slob
Bijdragen
Onderwijs

« Terug

Archief > 2015 > oktober