Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Pensioenonderwerpen

donderdag 03 september 2015 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een algemeen overleg met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Pensioenonderwerpen

Kamerstuk:    32 043          

Datum:           3 september 2015

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ik dank mijn collega’s dat wij iets later mochten komen. De agenda’s waren vandaag wel heel ambitieus op elkaar afgestemd, maar ik wilde niet wegblijven bij dit debat, temeer daar het erop lijkt dat er in de zomer vooral brieven over pensioenen worden verstuurd. Het gaat dan ook nog eens om brieven die bijzondere informatie bevatten. Ik vraag de Staatssecretaris of zij heeft overwogen om een en ander voor de zomer te versturen. Ik vond het heel opvallend dat wij, toen wij net reces hadden, een hoofdlijnennotitie kregen en vervolgens kort daarna een vrij springende brief over de UFR-systematiek. Ik hoop toch dat zij in het vervolg iets meer rekening met de planning van de Kamer kan houden.

Ik begin met de hoofdlijnennotitie. De heer Ulenbelt had het over de veertigers. Ik ben er ook voor gevraagd, hoewel ik nog geen veertiger ben. Dat wil ik hier toch wel even memoreren. Het stond er overigens netjes in. Het grote punt van de hoofdlijnennotitie is natuurlijk de ambitie van deze Staatssecretaris en het kabinet om de doorsneesystematiek te vervangen. De grote vraag die volgens mij bijna iedereen heeft, is: hoe gaan we dat doen? Ik had eigenlijk gehoopt dat de Staatssecretaris in haar brief zou komen met een aantal voorzetten of haar gedachten daarover zou hebben gevormd. Die heeft zij niet geschetst. Laat ik het dan maar hier vragen: kan zij alvast een tipje van de sluier oplichten en vertellen hoe zij dat punt van de doorsneesystematiek gaat aanpakken? Het verdient echt aandacht en het is heel ingewikkeld om aan te pakken. De discussie in de Kamer, met het rondetafelgesprek en alle gesprekken die we hierover krijgen, zal hier voornamelijk over gaan. Ik zou een kabinetsstandpunt of gedachtevorming hierover wel op prijs stellen.

Dan kom ik op de UFR. Ik zit er een beetje dubbel in. Het is een besluit van de Nederlandsche Bank. Wij zijn niet zo gewoon om commentaar te hebben op zaken die de Nederlandsche Bank afkondigt. Ik vraag de Staatssecretaris echter wel wat zij vindt van de redenering van de Nederlandsche Bank. Kan zij die volgen? Ik vraag dit ook in het licht van de discussies die wij hebben gehad met de Staatssecretaris. In de Eerste Kamer is destijds ook gevraagd om nog eens te bekijken hoe de UFR in Europa tot stand is gekomen en wat dit betekent voor de UFR voor de pensioenfondsen. Ik ken de discussie dat pensioenfondsen en verzekeraars twee verschillende regimes hebben. Ik kan echter aan niemand uitleggen welke consequenties dit heeft voor de manier waarop je tegen de langjarige verplichtingen aankijkt en hoe je die moet berekenen. Dat zou in principe niet verschillend moeten zijn. Ik snap dat je dan daarnaast verschillende regimes hebt, en dat je dan andere regels stelt, snap ik ook. In dit geval is dit echter voor mij heel lastig uit te leggen. Misschien houdt de Staatssecretaris een gloedvol betoog waaruit blijkt waarom dit wel logisch is. Dat hoor ik dan graag.

Wij hebben een brief gekregen van de STAR waarin staat dat er overleg is tussen de Staatssecretaris en de STAR. Wat houdt dit materieel in? Is er nog ruimte voor overleg tussen de Staatssecretaris en de sociale partners over de vraag hoe zal worden omgegaan met de UFR? Of is de UFR een feit en probeert de Staatssecretaris vooral te vertellen dat dit het zal worden? Wat gebeurt er in zo’n overleg? Wat is het doel daarvan? Kan de Staatssecretaris daarover ook iets meer zeggen?

Mevrouw Vermeij (PvdA): Ik deel de analyse van mevrouw Schouten. Ik heb ook gevraagd naar de consequenties, ook in relatie tot het grootste fonds, het ABP, dat vrijwel als enige met de nieuwe UFR moet rekenen. Wij weten immers dat de herstelplannen op 14 juli moesten worden ingediend en dat 15 juli de nieuwe UFR bekend werd. Dat is toch een opmerkelijke timing, om het zachtjes uit te drukken. Juist door het loonakkoord krijgt het grootste fonds daar wel mee te maken. Daar komt het als eerste binnen. Is mevrouw Schouten het met mij eens dat wij zullen moeten bekijken wat daar de effecten zijn, niet alleen voor de premie, maar ook voor de herstelpremie, dekkingsgraden en – hopelijk niet – kortingen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ik heb de bijdrage van mevrouw Vermeij gemist, maar ik kan mij hier volledig bij aansluiten. Wij moeten inderdaad de consequenties in beeld krijgen, ook omdat de herstelplannen allemaal net zijn ingediend voordat de nieuwe UFR bekend werd. Nu wordt dit weer aangepast, maar wat zal dat straks betekenen? Er is heel veel onduidelijkheid. Het zou goed zijn als de Staatssecretaris – misschien niet alleen vandaag maar ook in een uitgebreidere brief – toelicht welke haken en ogen hieraan zitten, want hier hangt nogal wat aan vast.

Ik heb de uitzending van Zwarte Zwanen ook gezien. De Staatssecretaris heeft de vragen van de heer Omtzigt deze week beantwoord; ik meen dat die antwoorden gisteren zijn ontvangen. Hij heeft gevraagd om meer transparantie van het beleggingsbeleid en of de deelnemers inzicht kunnen krijgen in wat gaande is bij de pensioenfondsen. Mijn stelling is altijd dat als je niets te verbergen hebt, je niet bang hoeft te zijn dat er zo veel naar boven komt. De Staatssecretaris houdt echter vast aan haar standpunt dat die transparantie niet kan worden geboden. Waarom doet zij dat? Pensioenen zijn een arbeidsvoorwaarde waarover werknemers en werkgevers gaan. Een deel van de deelnemers aan de pensioenfondsen heeft hier vragen over. Wat is het probleem?

Hier is natuurlijk ook een rol weggelegd voor de pensioenbesturen en dus niet alleen voor de politiek. Is de Staatssecretaris bereid, met de pensioen-besturen te spreken over de vraag waar het probleem of de hiccup zit om de vragen, die er misschien zijn, te beantwoorden? Het lijkt mij niet meer dan normaal, maar misschien wil de Staatssecretaris dit nog toelichten.

Ik heb begrepen dat er al vragen zijn gesteld over de pensioenknip. Ik sluit mij daar kortheidshalve bij aan.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2015 > september