Bijdrage Arie Slob aan de Algemene Politieke Beschouwingen

woensdag 16 september 2015 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob als lid van de vaste commissie voor Financiën aan de Algemene Politieke Beschouwingen

Onderwerp:   Algemene Politieke Beschouwingen

Kamerstuk:    34 300          

Datum:           16 september 2015

De heer Slob (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Ik vertel u misschien niets nieuws als ik zeg dat ik een fanatiek hardloper ben. Sommige mensen vragen mij wel eens: waarom doe je dat, wat vind je daar nu leuk aan? Dat is een goede vraag. Ik geniet ervan als ik doordeweeks in Den Haag ben om in de vroegte of 's avonds — want daartussenin moet gewerkt worden — tussen Scheveningen en Kijkduin even achter de konijnen aanren. Of als ik in mijn woonplaats Zwolle langs die schitterende uiterwaarden van de IJssel loop, misschien wel de mooiste plek van Nederland. De heer Koenders komt er vandaan, die kan het weten. Het is inspannend ontspannen, maar het helpt mij ook. Het helpt mij om even afstand te nemen van mijn werk en om gesprekken, debatten beelden en indrukken die ik in mijn werk opdoe, echt een plek te geven. Voor een debat als dit moet je een heel eind lopen om dat een plekje te geven.

Maar dat lukt niet altijd. Soms kan ik dingen, met name beelden, geen plek geven. Dan lukt het mij niet om dat los te laten. Dat heb ik vooral als ik zie dat kinderen vermalen worden door onrecht in de wereld Dan zie ik bijvoorbeeld dat 16-jarige meisje voor me dat lange tijd in het nieuws is geweest in Nederland, dat van zichzelf ging geloven dat zij niet meer waard was dan het geld dat haar lichaam voor haar pooier opbracht. Of die jongen met het syndroom van Down, over wie vorige week in de krant de vraag werd opgeworpen of hij de 1 à 2 miljoen zorgkosten nog wel waard is. Of dat jongetje uit Syrië op de arm van zijn huilende vader, die uit de zee komt en het strand van Kos bereikt. Of Margarita, die al jaren in kampen woont en nu met haar moeder naar het voor hen als christenen niet veilige Oezbekistan teruggestuurd dreigt te worden. Dat raakt me.

Ik ben politiek actief geworden vanuit de overtuiging dat ieder mens ertoe doet, dat ieder mens van God leven heeft gekregen, geliefd is en tot zijn recht komt in relatie tot anderen. Ik ben politiek actief geworden vanuit de overtuiging dat ieder leven waardevol is en recht moet worden gedaan. Dat zijn mijn waarden, die voortkomen uit mijn christelijke levensovertuiging. Wij debatteren vandaag en ook morgen urenlang over de stand van het land en de stand van de wereld. We zien grote noden, stellen grote vragen, maken grote plannen en schetsen ook heel grote lijnen. We kennen ook de grote getallen: 60 miljoen vluchtelingen wereldwijd, circa 1 miljoen eenzame mensen in Nederland, 600.000 werkzoekenden in Nederland en ga zo maar door. Maar mij helpt het soms om die grote vragen van deze tijd ook even klein te maken. Wat kunnen we doen voor die ene, voor die ene vluchteling, die ene werkzoekende, die ene eenzame, dat ene kind met het syndroom van Down, die ene vrouw in de prostitutie? Hoe verantwoordelijk willen wij voor hen zijn? Waar het leven waardeloos lijkt te zijn geworden, kan het leven ook in waarde worden hersteld. Ook dit zijn momenten om daarover te spreken en onze rol daarin te bespreken. Juist bij het presenteren van een begroting en het vaststellen van begrotingen komt het erop aan. In een begroting maak je als kabinet ook duidelijk welke keuzes je maakt voor ieder mens op zich. Daarmee is een begroting ook een moreel document.

Wij hebben de begrotingen gekregen. Het is een heuse feestbegroting geworden, al wordt het niet meer zo genoemd. Het geld klotst over de drempels van de Trêveszaal en dat zullen we weten ook. Zo'n situatie is handig, ook om politieke meningsverschillen tussen coalitiepartners te overbruggen en te camoufleren; wheelen en dealen om politieke uitersten te verbinden om tot een politiek bevredigend resultaat te komen. Ik zeg erbij: soms moet dat. Er is ook niets mis met het doen van investeringen, maar de vraag is wel: waar klopt het kabinetshart?

Ik constateer met vreugde dat de minister-president inmiddels alle schroom om over waarden te spreken van zich af heeft gegooid. Ook gisteren in de troonrede kwam het onderwerp "waarden" weer terug. Dat doet mij deugd, maar nu wel verder! Mevrouw de voorzitter, mag ik via u de minister-president vragen om morgen eens in zijn politieke hart te laten kijken? Waar zit uw vuur? Welk onrecht zet u in beweging? Wat vindt u waardevol?

Ik heb nog een vraag aan de minister-president. Hoe wil hij het komende jaar werken? Het draagvlak voor zijn kabinet is in het afgelopen jaar een stuk kleiner geworden. Door afsplitsingen bij de coalitiepartijen is er een minimale meerderheid in de Tweede Kamer. Er hoeft maar één coalitie-Kamerlid op dinsdag door de wekker heen te slapen en er kan een probleem ontstaan. In de Eerste Kamer kunnen coalitie-Kamerleden zich dat inmiddels trouwens wel permitteren, want daar heeft de coalitie bij lange na geen meerderheid meer. Maar ook als ieder coalitielid er is, is er nog geen garantie dat het goed gaat. Wat betekent deze situatie voor de opstelling van de minister-president tegenover het parlement? Hoe zoekt hij naar draagvlak? Of wimpelt hij alle oplossingen van de oppositie aan de kant, zoals vorige week toch een beetje de indruk was bij het debat over het vluchtelingenvraagstuk? Welke ruimte is er voor aanpassingen van de kabinetsplannen die nu voorliggen? Doet het er überhaupt toe wat anderen dan de coalitiepartijen vinden van het door de minister-president geplande feest of blijft het een besloten feestje?

De ChristenUnie denkt graag hardop mee over de vraag hoe wij in ons land kunnen opkomen voor wat waardevol mag zijn. Wat de ChristenUnie-fractie betreft moet daarvoor het huidige lastenverlichtingenpakket van het kabinet van 5 miljard euro worden aangepast. De wijze waarop het geld nu wordt uitgegeven, is in onze ogen te eenzijdig. Wat ons betreft moet er niet alleen aandacht zijn voor de werkenden in Nederland. Zij verdienen die aandacht wel, maar alle aandacht zou niet exclusief naar hen moeten gaan. Er moet ook aandacht zijn voor chronisch zieken en gehandicapten, voor mantelzorgers en voor ouders met jonge kinderen die niet allebei fulltime op de arbeidsmarkt zijn terug te vinden.

In de begroting die wij voorstaan, gaan wij ook voor extra inspanningen bij de grote mondiale vraagstukken van dit moment: het vluchtelingenvraagstuk, maar ook de klimaatproblemen waarmee wij nu te maken hebben, die steeds groter worden. Daar moet in onze ogen meer gebeuren dan het kabinet nu voorstaat. Dat geldt ook voor veiligheid. Ik merkte het vandaag al op in een interruptie aan de heer Zijlstra: je zou echt haast denken dat minister Van der Steur bij zijn eerste begrotingsonderhandelingen met een heuse ontgroening te maken heeft gehad, want hij heeft de boot gemist. Dat kan echt niet zo. Aan die begroting moet wat gebeuren.

We stellen ook voor het komend jaar extra geld beschikbaar voor de transitie van de Wmo en de Wet langdurige zorg. Daar is, zo laat de praktijk zien, meer geld voor nodig en dan moet je ook handelen. We stellen ook geld beschikbaar voor een verdere afbouw van de gasproductie in Groningen, wat ons betreft volgend jaar naar 27 miljard kuub.

Wij hebben onze begroting laten doorberekenen door het CPB. Zoals het hoort, zeg ik met gepaste trots. We lopen goed rond, zoals we dat noemen. Ons saldo is vanwege de door ons gekozen teruggang in gasproductie slechts 0,1 procent slechter dan dat van het kabinet. Dat is acceptabel als je uitgaat van de leuze dat er niets boven Groningen gaat, zeker Brussel niet. Ik vraag het kabinet om morgen op onze begroting in te gaan.

Ik vroeg de minister-president om morgen een inkijkje te geven in zijn hart om te laten zien waar hij voor staat. Veel Nederlanders laten dat al van zichzelf zien. Ze laten hun hart spreken en komen in beweging bij heel veel onderwerpen, maar ook bij het onderwerp dat vandaag zo centraal staat, namelijk de opvang van vluchtelingen. Het is overweldigend hoeveel mensen zich pro deo inzetten voor de opvang van iemand, een mens die van huis en haard verdreven is. Daar spreekt grote betrokkenheid uit bij de nood van de wereld, maar ook een houding van je niet willen neerleggen bij die nood en doen wat binnen je mogelijkheden ligt. Al help je er maar één mee, dan laat je al zien dat ook hij waardevol is.

Ik vraag het kabinet dezelfde houding aan te nemen. Een coalitiecompromis is vaak een gemiddelde van twee politieke tegenpolen en dat past dan niet altijd. De een krijgt de ruimte van opvang van meer vluchtelingen op korte termijn en de ander zijn ideaalplaatje van een gesloten Europa op langere termijn, waarvan de realisatie zelfs nog zeer onzeker is. Iedereen tevreden? Ik hoop het eigenlijk niet. Het compromis vergeet namelijk dat de meeste vluchtelingen in de eigen regio vluchten, soms zelfs in eigen land en dan zelfs niet eens de benaming "vluchteling" krijgen en dat juist in die regio maar ook in eigen land goede opvang ontbreekt. Als het leven van de vluchteling daar voor ons net zo waardevol is als het leven hier, is slechts 110 miljoen euro extra voor opvang in de regio echt te mager, ook als uit een vergelijking van de cijfers van 2015 met die van 2016 blijkt dat er per saldo wordt bezuinigd. Er moet echt meer gebeuren. Naast eten, drinken en een tent boven het hoofd, zijn zorg en onderwijs voor de kinderen nodig. Er moet echt substantieel meer geld naar opvang in de regio. Daar trekken wij in onze tegenbegroting dan ook extra geld voor uit.

Dat geldt ook voor de opvang van vluchtelingen in eigen land. Ik kan u één ding verzekeren en dat is dat de reserveringen van het kabinet daarvoor echt tekortschieten. Er zal heel snel weer een probleem gaan ontstaan en dat kunnen we maar beter voor zijn. Wij koppelen onze inspanningen voor vluchtelingen ook aan extra investeringen in Defensie, juist nu meer dan ooit nodig in een wereld vol onrust.

Een voorwaarde voor een goed en waardevol leven is veiligheid. Wij zijn van mening dat het kabinet op dat punt echt tekortschiet. Er is vandaag al veel over gesproken, maar het is absoluut niet acceptabel dat de cao voor de politie nu zo lang uitblijft. Ik weet dat er twee partijen voor nodig zijn, maar het moet ons toch de eer te na zijn om het nog steeds niet op een fatsoenlijke manier te regelen.

Ook bij het OM dreigen grote tekorten. Er ligt een verwoestend rapport. Daar moet echt iets gebeuren. Wat ons betreft, komen er geen bezuinigingen op de rechtbank in Almelo, Assen, Maastricht, Lelystad, Zutphen, Dordrecht en Alkmaar. Ik ben blij met de houding van de PvdA, die aangeeft dat dit plan, zeker op korte termijn, niet op deze wijze moet doorgaan. Daar zullen we morgen verder over spreken met het kabinet. Eén ding is duidelijk en dat is dat er iets moet gebeuren aan de begroting van Veiligheid en Justitie. Dat kan niet alleen maar vanuit de oppositie komen. Daar zal ook de coalitie over mee moeten denken. Op deze manier kan het niet.

Wij verdelen in Nederland het land vaak in allerlei groepen. Daar zijn wij vaak heel goed in, maar eigenlijk is het heel simpel. Je hebt in dit land twee soorten mensen: mensen met een beperking en mensen die denken dat zij geen beperking hebben. Pauline en Amber rekenen zichzelf tot de eerste categorie. Ik had deze zomer een ontmoeting met hen, die mij diep raakte. Pauline en Amber zijn rolstoelgebruikers en oprichters van een beweging van jongvolwassenen met, zoals zij het noemen, "een levenslange en levensbrede lichamelijke en/of zintuigelijke handicap", ervaringsdeskundigen in het leven met beperkingen. Het doel van hun beweging is een verandering in het denken, doen en laten in de Nederlandse maatschappij teweeg te brengen. Deze twee jonge vrouwen streven naar een inclusieve, voor iedereen toegankelijke maatschappij. Zij willen gehoord worden. Ik kreeg van hen een polsbandje. Op dat bandje stond de tekst: wij staan op. Pauline en Amber vertelden mij over de obstakels waar zij in hun leven tegenaan liepen. Een buschauffeur die op het moment dat zij met hun rolstoel bij de bushalte stonden te wachten gewoon weigerde om hen mee te nemen. Het iedere keer maar moeten bewijzen dat je een beperking hebt, in de wetenschap dat die beperking nooit meer zal verdwijnen in dit aardse bestaan. De steeds terugkerende onzekerheid of zij een gebouw wel goed in kunnen. De bureaucratie die zoveel van hun tijd vraagt. Mensen die, misschien goedbedoeld, op een kinderlijke toon hun een compliment geven als zij zelf hun boodschappen aan het doen zijn, terwijl zij beiden aan een universiteit studeren, enzovoorts, enzovoorts. Het waren heel grote vragen en problemen waar zij tegenaan liepen. Desondanks is er gedrevenheid bij deze vrouwen, omdat zij weten dat zij waardevol. Gebonden aan hun rolstoel zeiden zij: wij staan op.

Ik vraag de minister-president wat het kabinet betekent voor vrouwen als Pauline en Amber. Hoe staat het met de naleving van het VN-verdrag voor mensen met een handicap? Ik weet dat het actieplan op dit moment ter behandeling in de Kamer ligt en dat de Kamer daar nog nadere vragen over heeft. Ik ben vooral ook benieuwd of dit bij alle bewindspersonen goed tussen de oren zit. Voor de zomer is de Omgevingswet behandeld, de wet die gaat over de ruimtelijke inrichting van Nederland en die daarom zeer relevant is voor hoe wij daarin omgaan met mensen met een beperking. Toen bleek nog niet tussen de oren van het kabinet te zitten dat ook deze mensen daarin een plek moeten hebben. Kabinet, hoever bent u nu?

Ik vraag van het kabinet ook aandacht voor ongeboren kinderen. Ook dit kwetsbare leven verdient bescherming. Ik herhaal onze zorg over de NIPT, de test om zwangere vrouwen te screenen op Down. Ik heb er ook vorig jaar over gesproken. Dat zit ons hoog. Mogen wij ervan uitgaan dat het kabinet niet overgaat tot het standaard laten aanbieden van deze test?

Hoe ziet het kabinet de waarde van het gezin als de plek waar jong waardevol leven opgroeit en toegerust wordt voor een plek in de samenleving? Wat mogen wij dankbaar zijn dat veel kinderen in ons land in stabiele gezinssituaties kunnen opgroeien, maar ik haal mij ook het kind voor ogen waar dat niet voor geldt. Mijn boodschap aan het kabinet — kijk ook naar onze tegenbegroting — is: steun ouders waar dat kan en nodig is. Dan denken wij in het bijzonder aan die ouders of ouder voor wie de opgave om een kind groot te brengen soms extra zwaar is vanwege lage inkomsten of andere moeiten die er zijn. Wij trekken daar extra geld voor uit. Ik zou daar ook graag steun vanuit de Kamer en het kabinet voor krijgen.

Ik vraag ook aandacht voor keuzevrijheid, want het lijkt wel of dat woordje een beetje wegvalt in het gezinsbeleid dat het kabinet voorstaat. Laat het aan ouders zelf hoe zij hun opvoeding vormgeven. Waarom krijgen alleen vaders en moeders die hun kinderen naar de georganiseerde kinderopvang sturen nu extra geld? Hoe staat het met de vorig jaar gedane toezegging, die zwart-op-wit in de begroting staat, dat het kabinet als er meer financiële middelen zijn ook extra aandacht zal geven aan gezinnen met eenverdieners? Waar kunnen wij die aandacht terugvinden in de begrotingen?

Een paar maanden geleden kwam paus Franciscus met zijn encycliek Laudato si. Ik zag vandaag een foto; ik geloof dat staatssecretaris Mansveld de paus vandaag of gisteren bij de hand heeft gehad. Ik hoop dat ze de encycliek ook heeft gelezen, want het is voor haar beleidsterrein uitermate relevant. Die encycliek raakte mij, ook door de enorme drive van de paus voor de medemens, schepsels, maar ook voor de omgeving van die mens, de schepping zelf, of zoals hij het noemt: ons gemeenschappelijk huis. Als we spreken over waardevol leven mogen we die context niet vergeten.

Mijn fractie vindt dat bij de aanpak van het klimaatvraagstuk scherpere keuzes nodig zijn. Wij hebben de indruk — als dat niet zo is, hoor ik dat graag — dat vanwege politieke meningsverschillen in de coalitie er nu toch een situatie van stilstand dreigt op dit punt. Op zijn zachtst gezegd vinden wij de houding van het kabinet dubbel. Met de mond wordt de ernst van de situatie verwoord. Kort geleden nog zou het, aldus minister Koenders, geen vijf voor twaalf, geen twee voor twaalf, maar twaalf uur zijn. Ik denk dat hij gelijk heeft, maar waaruit blijkt die urgentie voor dit vraagstuk in het kabinetsbeleid? Wij zien dat onvoldoende terug in de begrotingen die we nu hebben ontvangen. In plaats van met nog meer energie aan de slag te gaan na de zogenaamde Urgenda-uitspraak, gaat u, het kabinet, in beroep tegen deze uitspraak. Hoezo de rechter gaat op de stoel van de politiek zitten? Waarom vermorst u uw politieke en bestuurlijke energie daaraan? Steek uw energie in een aangescherpte aanpak van dit grote mondiale vraagstuk. Schrap om te beginnen het onzalige idee om vanaf 2016 geen kolenbelasting meer te heffen. Loop burgers niet voor de voeten die echt werk willen maken van duurzaamheid en daarin heel vaak de overheid als hindermacht op hun weg vinden. Stimuleer energiebewustzijn, probeer partijen zover te krijgen dat zij zich inzetten voor echt ambitieuze doelstellingen. En breek dan ook het energieakkoord open. Want als het ook op uw horloge twaalf uur is, kunt u daar niet langer mee wachten.

In onze tegenbegroting doen wij een aantal voorstellen en ik vraag het kabinet om daarop in te gaan. Dat zijn voorstellen die ook een goede aanloop zouden kunnen zijn naar die belangrijke klimaatconferentie die over enige tijd in Parijs zal worden gehouden. Wij vinden de huidige inzet van het kabinet volstrekt ongeloofwaardig als we kolencentrales volop laten stomen en tijd verknoeien met een hoger beroep in de Urgenda-zaak. Het kan echt anders en het moet ook echt anders.

De heer Klaver (GroenLinks):
Ik heb de tegenbegroting van de ChristenUnie gelezen. Ik was echt onder de indruk — zo ken ik de ChristenUnie ook — van alles wat zij voorstelt op het gebied van klimaatbeleid. Zo wil zij de belastingen vergroenen. Kan de heer Slob ingaan op de relatie tussen die vergroeningsmaatregelen en het al dan niet steunen van de 5 miljard aan lastenverlichtingen? Zit daar voor hem een relatie tussen?

De heer Slob (ChristenUnie):
Alles moet natuurlijk in samenhang worden bezien. Wij willen inderdaad dat er op een aantal fronten wordt bewogen rond het pakket van 5 miljard, maar ook als het gaat om onderwerpen als het vluchtelingenbeleid en het klimaatbeleid.

De heer Klaver (GroenLinks):
Ik ben heel blij om dat te horen. Ik hoop dat wij daar de komende tijd op kunnen samenwerken.

De heer Slob (ChristenUnie):
Eerlijk gezegd twijfel ik daar niet aan wat GroenLinks betreft. Ik hoop vooral dat het kabinet ook ruimte geeft om te bewegen. Ik herinner me de Algemene Politieke Beschouwingen van twee jaar geleden. Toen stond het kabinet er heel defensief in. Het was op zich wel knap hoe de minister-president het deed, maar urenlang hield hij alles af. Ik hoop nu echt een open houding te vinden, ook bij dit soort vraagstukken. Niet alleen vanwege het smalle draagvlak van het kabinet maar ook vanwege het feit dat we bij dit soort grote mondiale vragen juist moeten proberen om zo breed mogelijk met elkaar samen te werken en daarin verder te komen.

Ik noemde paus Franciscus. Dat doe ik znu elfs voor de tweede keer, en dat als protestant. Nooit gedacht dat ik zo'n fan van een paus zou worden, maar bij deze is dat echt het geval. Ik noemde zijn encycliek. Die encycliek eindigt met twee gebeden. Ik wil afsluiten met een paar prachtige regels uit een van die gebeden, het gebed voor de aarde: "God van de armen, help ons te redden wat op deze aarde in de steek gelaten en vergeten is, maar wat in Uw ogen zo kostbaar is. Genees ons, zodat wij de wereld beschermen en niet uitbuiten, zodat wij schoonheid zaaien en niet vervuiling en vernietiging. Raak de harten aan van hen die enkel winst zoeken ten koste van de armen en de aarde. Leer ons de waarde van elk ding te zien (…) Bemoedig ons alstublieft in onze strijd voor recht, liefde en vrede." Mevrouw de voorzitter, ik bid ook u en uw staf toe dat u zich zo in uw werk bemoedigd mag voelen, evenals ik dat het kabinet, mijn collega's in de Kamer, al degenen die ons ondersteunen en de mensen die dit debat in de zaal of thuis volgen, toebid.

De voorzitter:
Dank u wel, mijnheer Slob.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Arie Slob
Bijdragen
Financiën

« Terug

Archief > 2015 > september