Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg China

woensdag 09 april 2014 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken en minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking  

Onderwerp:   China

Kamerstuk:    33 625

Datum:            9 april 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het altijd boeiend om de blogs terug te lezen die we over onze reis naar China hebben geschreven, want dan haal je de herinneringen weer op. Uit de cijfers blijkt dat Nederland zeer betrokken is bij China. Er zijn 1.000 vestigingen van Nederlandse bedrijven in China en 130.000 banen. China kent een economische groei van 8%. Mijn beeld van China was voor de reis anders dan na de reis. Je krijgt veel meer respect voor en begrip van de context van zo'n land wat betreft de brede ontwikkeling die het land vooral de afgelopen twintig jaar heeft doorgemaakt. De heer Van Bommel zei reeds dat honderden miljoenen mensen uit de laagste grens van armoede zijn getrokken. Nu stelt het IMF wel dat de kloof tussen rijk en arm nog steeds groeit. Dit heeft ook met de rijken te maken. Wij hebben verschillende voorbeelden gezien in de steden Shanghai en Peking. Ik heb nog nooit zoveel chique auto's bij elkaar zien, hoewel het ongetwijfeld allemaal kopieën waren van de BMW's, Mercedessen et cetera.

Er is ook een heel andere kant van China. Dit merkten we meteen aan de smog waarin we terechtkwamen. China staat op de 93ste plaats qua inkomen per hoofd van de bevolking. Op dit punt bungelt het land nog onderaan. 30.000 cyberinspecteurs zijn dagelijks bezig om de social media te zuiveren. Er is dus nog een grote kloof tussen enerzijds de economische groei die China heeft doorgemaakt en anderzijds de sociale omstandigheden, de mensenrechten en de burgerrechten van de mensen.

Niet alleen van het middenveld of de civil society, maar ook van de mensen in overheidsposities heb ik begrepen dat corruptie probleem nummer één in China is en dat het land zelf het ook flink aanpakt. Het is dan ook triest dat de mensen van de antiterreurorganisatie zelf weer worden opgepakt, omdat ze iets te ijverig aan het werk zijn gegaan. Hieruit blijkt dus wel hoe dubbel de situatie daar kan zijn.

Dan kom ik op de handelscontracten en de relatie met de waarden waarover het kabinet het heeft. De handelscontracten die tijdens de NSS-top zijn gesloten, vertegenwoordigen een waarde van ongeveer 2 miljard euro. Tegelijkertijd is de inzet van de bewindspersonen om bij alle gesprekken ook de mensenrechten aan de orde te laten komen. Op welke wijze heeft de minister of de minister-president hiervoor aandacht gevraagd tijdens de NSS-top?

Er zijn in China interessante ontwikkelingen op het vlak van godsdienstvrijheid. De heren Van Bommel, Van der Staaij en Mulder hebben een kerkdienst mogen bezoeken die eigenlijk officieel niet geregistreerd was en dus verboden was. Toch konden zij daar vrij gemakkelijk heen. Er is dus een stukje verlichting van godsdienstvrijheid. Tegelijkertijd zijn de kerkdiensten onderhevig aan allerlei spelregels. Als men zich hier niet aan houdt of toch een ander gebouw wil, dan kan men alsnog in de gevangenis terechtkomen.

Dit brengt mij op mijn centrale punt, namelijk het BUPO-verdrag dat nog steeds niet geratificeerd is. Het wapenembargo wordt vaak genoemd als een grote belemmering en een soort belediging van de Chinezen door de Europeanen. Onze eigen minister van Defensie is in China geweest en heeft een opening gemaakt. Is er een opening om de Chinezen het BUPO-verdrag te laten ondertekenen, door hen voor te houden dat het wapenembargo richting China mogelijk gedeeltelijk ongedaan gemaakt kan worden? Dan moet er natuurlijk wel het een en ander gebeuren, bijvoorbeeld wat betreft de laogai-kampen. Hiervoor heb ik eerder in een motie aandacht gevraagd. In de werkkampen zitten naar mijn informatie nog steeds 400.000 mensen. Daar worden dan waarschijnlijk bordjes verhangen. Ik verneem graag de laatste stand van zaken over die laogai-kampen. Er is een motie aangenomen waarin gevraagd is om binnen Europa te bezien of we dit soort producten uit China kunnen weren. Na aanneming van deze motie heb ik er niets meer over gehoord. Zijn er misschien ontwikkelingen?

Tot slot vraag ik aandacht voor het feit dat China Noord-Koreanen terugstuurt. Hierover is al een eeuwige strijd gaande tussen de UNHCR en de Chinese overheid. Er is ook mediation afgesproken. Teruggestuurde Noord-Koreanen komen terecht in de werkkampen of krijgen uiteindelijk de doodstraf. Kan de minister van Buitenlandse Zaken aangeven of er op dit punt nog ontwikkelingen zijn?

De heer Sjoerdsma (D66): Ik had nog een vraagje over die toch wat bijzondere ruil die de heer Voordewind voorstelt. Laat ik dit maar "het wapenembargo tegenover de ratificatie van het BUPO-verdrag" noemen. Vindt de heer Voordewind echt dat enkel ratificatie, enkel de handtekening op papier, voldoende is om het wapenembargo te verlichten? Als je bijvoorbeeld kijkt naar de geopolitieke punten die de heer Van Bommel zo puntig heeft aangehaald, zoals de Oost-Chinese Zee, de Zuid-Chinese Zee en de manier waarop China zich in de regio opstelt, zou je ook kunnen kijken naar de EU-criteria op het terrein van wapenexport. Vanuit dit oogpunt, en nog niet eens vanuit het oogpunt van de mensenrechten, wordt het misschien al lastig om het op dergelijke wijze te bekijken. Wat zijn de beweegredenen van de heer Voordewind voor zijn voorstel?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik dank de heer Sjoerdsma voor zijn vraag. Hij geeft mij de mogelijkheid om iets specifieker te zijn. Op dit moment werkt Europa meer samen met China, ook op militair vlak. Engeland levert radarapparatuur aan China en Frankrijk leverde eerder al scheepskanonnen, helikopters, sonar en fregatten. Duitsland heeft dieselmotoren voor onderzeeërs geleverd en Nederland leverde voorheen nachtzichtapparatuur. Dit doet de vraag rijzen in hoeverre het wapenembargo nog iets om het lijf heeft. Formeel is het er nog. Mijn fractie staat er echter voor open om wat ruimte te laten betreffende wapens die niet ingezet kunnen worden tegen de eigen bevolking, mits de Russen bereid zijn om het BUPO-verdrag te ratificeren. Ik heb dit ook gekoppeld aan de laogai-kampen en het moet ook gekoppeld worden aan het drastisch verminderen van de executies. We weten niet hoeveel laogai-kampen er zijn, maar ze staan volgens Amnesty ongetwijfeld op nummer één qua aantal executies in China. De vraag van de heer Sjoerdsma geeft mij de ruimte om even wat mitsen en maren bij het voorstel te maken.

De heer Sjoerdsma (D66): Los van het feit dat het geen realistisch voorstel is en het nooit ergens op tafel zou kunnen komen, bevreemdt het mij een klein beetje dat de heer Voordewind een paar van die metertjes pakt van verschillende mensenrechtenschendingen. Hij duwt deze een beetje naar beneden, wat voldoende zou moeten zijn om meer wapens te leveren. Hierdoor gaat de heer Voordewind niet alleen voorbij aan al die andere mensenrechtenschendingen -- hij maakt immers de afweging welke het meest belangrijk zijn -- maar gaat hij ook voorbij aan de spanningen in de Zuid-Chinese en Oost-Chinese Zee, die ik zojuist noemde. Het zijn weliswaar wapensystemen die niet rechtstreeks inzetbaar zijn tegen de Chinese bevolking zelf, maar ze kunnen natuurlijk wel de regionale stabiliteit in gevaar brengen. Nogmaals, misschien kan heer de Voordewind het nader uitleggen. Eerlijk gezegd, snap ik het plan nog steeds niet.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Het is niet zozeer een nieuw idee van mij. Het is vaker geopperd, ook door de voormalig minister van Buitenlandse Zaken, de heer Verhagen, en de voormalig minister van Defensie, de heer Van Middelkoop. Ook zij stonden niet afwijzend tegenover de opheffing van het wapenembargo, mits de context hiertoe aanleiding geeft. Ik verken het veld, hopelijk straks samen met de minister van Buitenlandse Zaken, om te bezien of er ergens breekijzers zijn om uiteindelijk tot een meer structurele verbetering van de mensenrechten te komen. Er is namelijk veel dialoog, er wordt veel gemonitord en hier en daar worden er ook trainingen gegeven. Als ik het verslag lees van het laatste debat hierover in november 2011, dan zie ik dezelfde soort teksten terug als die we nu ongetwijfeld weer gaan uitspreken, over een gemengd beeld, et cetera, et cetera. Ik zoek echt naar mogelijkheden, naar breekijzers, om te bezien of we een stap verder kunnen zetten met alle mitsen en maren en uiteraard bescheidenheid vanuit Nederland.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2014 > april