Inbreng Carola Schouten met betrekking tot de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit

donderdag 10 oktober 2013 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën ten behoeve van de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit

Onderwerp:   Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Kamerstuk:    33 754

Datum:            10 oktober 2013

1. Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit). Zij hebben enkele vragen bij dit wetsvoorstel.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat voorkomen moet worden dat maatregelen om fraude te bestrijden negatieve effecten hebben voor kwetsbare groepen mensen die terecht toeslagen ontvangen. Zij vragen het kabinet welke vormen van rechtsbescherming de regering deze groepen kan bieden en welke waarborgen worden ingebouwd om te voorkomen dat deze groepen onevenredig door de fraudemaatregelen getroffen worden.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de memorie van toelichting dat het opsporen van nieuwe fraudegevallen veel prioriteit blijft houden binnen de Belastingdienst en er aanvullende maatregelen zullen worden getroffen zodra de ontwikkelingen daarom vragen. Deze leden vragen wat de Belastingdienst de afgelopen maanden concreet heeft gedaan om de opsporing van fraudegevallen te verbeteren. Genoemde leden vragen welke aanvullende maatregelen de regering voor ogen heeft.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe aanpak van de fraude met toeslagen zich verhoudt tot het voornemen van de regering om het toeslagenstelsel te vereenvoudigen en bestaande toeslagen samen te voegen in een huishoudentoeslag. Wordt bij het nemen van fraudemaatregelen rekening gehouden met de op handen zijnde veranderingen in het toeslagenstelsel, zo vragen deze leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat niet alle maatregelen uit de brief van 10 mei 2013 (Kamerstuk 17050, nr. 435) in het wetsvoorstel zijn opgenomen, vanzelfsprekend deels omdat het geen wijzigingen in de wetgeving betreft. Zij vragen de regering aan te geven wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de overige maatregelen uit deze brief.

2.1 Versterking toezichtinstrumentarium toeslagen

De beslistermijn op een aanvraag voor toeslagen bedraagt nu 8 weken na indiening van de aanvraag. De regering stelt voor de beslistermijn te verlengen tot 13 weken na indiening van de aanvraag met de mogelijkheid tot verlenging van de termijn met maximaal nog eens 13 weken. Voor het overgrote deel van de aanvragen waarbij geen sprake is van een potentieel verhoogd frauderisico zal in de praktijk de nu gebruikelijke beslistermijn gehanteerd blijven worden. Deze aanvragers worden met dezelfde voortvarendheid behandeld als thans het geval is.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom niet kan worden uitgegaan van een standaard beslistermijn van 8 weken, als dit toch in de praktijk voor de meeste gevallen zal gelden. Voor gevallen met een potentieel verhoogd frauderisico kan dan een beslistermijn van 8 weken met een verlenging gelden. Genoemde leden zijn van mening dat hiermee meer duidelijkheid wordt gegeven aan burgers.

2.2 Geen voorschot bij onvoldoende gegevens over de aanvrager

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat in het geval van onvoldoende gegevens pas na afloop van het toeslagjaar validatie plaatsvindt en indien blijkt dat de gegevens kloppen, dan pas uitbetaling zal plaatsvinden. Genoemde leden vragen of de validatie en uitbetaling niet eerder kan plaatsvinden om te voorkomen dat aanvragers zeer lang op de toeslag moeten wachten.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat een aanvrager zelf naar de toeslagenbalie van het belastingkantoor kan gaan om de ontbrekende gegevens te verstrekken, waaruit een recht op een toeslag blijkt. Deze leden vragen welke termijn vervolgens geldt voor het uitkeren van een voorschot.

2.3 Opschorting van uitbetaling bij twijfel over adres

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Belastingdienst met het opschorten van de uitbetalingen van toeslagen burgers wil stimuleren dat ze goed ingeschreven staan. Zij vragen de regering of zij dit wel een taak vindt van de Belastingdienst, aangezien de gemeenten de gegevens in de GBA beheren.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat bij het afzien/opschorten van de uitbetaling de belastingplichtige niet schriftelijk in kennis wordt gesteld, omdat dit de uitvoering onnodig zou bemoeilijken. Opschorting vindt echter plaats bij twijfel over het adres en er is dus een kans dat het adres wel klopt. Genoemde leden zien dan ook niet in waarom de belastingplichtige niet schriftelijk in kennis wordt gesteld. Zij vragen de regering deze bepaling te heroverwegen.

4.3 Verdere aanpassingen maatregel verplicht gebruik eenbankrekeningnummer

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verheugd dat de regering bereid is om een uitzondering te maken voor schuldhulpverlening bij het gebruik van het eenbankrekeningnummer. In de artikelsgewijze toelichting (Artikel II, onderdeel A (artikel 7a van de Invorderingswet 1990)) lezen deze leden dat de uitzonderingen wel met de nodige waarborgen worden omkleed teneinde misbruik te voorkomen. Genoemde leden vragen de regering nader te aan te geven welke regels zullen worden gesteld aan schuldhulpverleners om uitgezonderd te kunnen worden van de eis van eenbankrekening. Staan de twee genoemde eisen (aansluiting bij de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK), machtiging op grond van de Wet op het financieel toezicht om bankrekeningen te openen en om namens hun cliënten middelen te beheren) al vast? Overweegt de regering hiernaast om nog meer eisen te stellen? Zo ja, om welke eisen gaat dan? Is de regering bereid om de Kamer nog nader te informeren over de nadere uitwerking van deze eisen, zo vragen deze leden.

7. Uitvoeringskosten Belastingdienst

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de uitvoeringskosten van de aanpak fraude bij Toeslagen (jaarlijks 25 mln. euro) worden gedekt uit de besparing op de programma-uitgaven aan toeslagen. Genoemde vragen of de regering ook een inschatting kan geven van de opbrengsten van het wetsvoorstel. Is de besparing op de programma-uitgaven aan toeslagen gelijk aan de uitvoeringskosten, of is deze besparing hoger? Waarop is de inschatting van de besparing van de programma-uitgaven gebaseerd, zo willen de genoemde leden weten.

Overig

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering nog meer maatregelen in voorbereiding heeft om fraude met specifieke toeslagen te voorkomen of aan te pakken. Deze leden vragen specifiek of er momenteel overleg is met zorgverzekeraars over de mogelijkheden om fraude met zorgtoeslag te voorkomen, bijvoorbeeld door de zorgtoeslag niet eerder uit te keren dan na ontvangst van de zorgpremie door de verzekeraar.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat een up-to-date Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) cruciaal is bij voorkomen en aanpakken van toeslagenfraude. Zij vragen hoe de regering wil bevorderen dat de GBA up-to-date en betrouwbaar is. Genoemde leden vragen verder hoe de regering fraude wil voorkomen door personen die maandelijks een uitkering of toeslag van de overheid ontvangen, maar geen (vast) woonadres in Nederland hebben.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten

« Terug

Archief > 2013 > oktober