Inbreng verslag (wetsvoorstel) Arie Slob inzake Wijziging Wet marktordening gezondheidszorg

donderdag 14 februari 2013 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob inzake Wijziging Wet marktordening gezondheidszorg

Onderwerp:   Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen of zorg laten aanbieden door zorgaanbieders waarin zij zelf zeggenschap hebben

Kamerstuk:    33 362

Datum:            14 februari 2013

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen of zorg laten aanbieden door zorgaanbieders waarvan zij zelf zeggenschap hebben. Deze wijziging die onder andere een verbod op verticale integratie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders bewerkstelligt is een uitwerking van het regeerakkoord. Deze wijziging bevat ook het aanpassen van artikel 13 van de zorgverzekeringswet. Deze leden hebben de nodige vragen over deze wijziging.

Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de MvT dat het samengaan van de rollen van zorgverzekeraars en zorgaanbieders, waarmee verticale integratie gepaard gaat past niet binnen het zorgsysteem. Kan er worden aangegeven wat de oorzaak is, dat er toch op veel plekken binnen het zorgstelsel verticale integratie plaatsvindt?

In 2011 sprak de Kamer zich in een motie negatief uit over de verticale integratieprojecten van zorgverzekeraar Menzis. Deze motie werd ook door de leden van de ChristenUnie-fractie gesteund. Een helder argument voor een verbod op verticale integratie is wegnemen van het risico dat zorgverzekeraars de belangen van hun verzekerden minder objectief en minder optimaal behartigen. Zorgverzekeraars maken zich echter zorgen over dit verbod, omdat een verbod het onmogelijk maakt positieve effecten van verticale integratie te realiseren. Graag zien deze leden op dit punt een reactie. Welke positieve effecten kunnen niet meer gerealiseerd worden?

Deze leden vragen zich af welke situaties de minister op doelt, waar verticale integratie niet voorkomen kan worden? Is er een verschil tussen verticale integratie in de eerste- en tweedelijnszorg? Als bestaande gevallen worden gecontinueerd, waarom is er dan toch een wet nodig?

Deze leden van de ChristenUnie-fractie ontvangen graag een internationale vergelijking. Hoe wordt er in andere Europese landen met verticale integratie omgegaan?

Doel wetsvoorstel: eenduidige en objectieve zorginkoop

De leden van de ChristenUnie-fractie begrijpen dat er veranderingen nodig zijn om meer prikkels in te bouwen voor zorgaanbieders om te komen tot kwalitatief hoogstaande, vernieuwende, doelmatige en vraaggerichte zorg. Deze leden vragen zich of het aanpassen van artikel 13 een verstandige keuze is en of dit werkelijk nodig is om de gewenste verandering te bewerkstelligen?

Zoals in het verslag van de RvS ook wordt opmerkt, was bij de invoering van de Zvw de keuzevrijheid van de individuele verzekerde een belangrijk aspect. Deze leden vragen zich in hoeverre ‘keuzevrijheid’ nog steeds een belangrijk aspect is als het gaat om de hervormingen binnen het zorgstelsel? Op welke manier wordt er met deze wetswijziging invulling gegeven aan een belangrijke kernwaarde binnen ons stelsel: keuzevrijheid voor cliënten om van die zorg gebruik te maken die zij zelf willen? Deze leden vragen op dit punt nadere toelichting.

Artikelsgewijs

Onderdeel B (artikel 13 Zvw)

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat het aanpassen van één artikel grote gevolgen heeft. In de MvT wordt als het gaat om ‘keuzevrijheid’ vooral ingegaan op de vraag of cliënten wel de juiste informatie hebben om te kunnen kiezen voor de juiste zorgverzekeraar. Deze leden merken echter op dat ‘keuzevrijheid’ niet allen betrekking heeft op het kunnen kiezen van de juiste verzekering. Keuzevrijheid heeft ook betrekking op het kunnen kiezen van de gewenste zorgaanbieder. Met het veranderen van artikel 13 wordt deze keuze ingeperkt. Deze leden begrijpen daarom deze keuze niet. Graag ontvangen zij op dit punt nadere toelichting. 

Ook merken deze leden op, dat wanneer er een verplichte naturapolis wordt ingevoerd de keuzevrijheid van cliënten nog verder wordt ingeperkt. In hoeverre blijft de vrije artsenkeuze overeind staan?  Deze leden ontvangen van de minister graag nadere toelichting op het veranderen van artikel 13 in combinatie met het beleidsvoornemen om de restitutiepolis af te schaffen.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af waarom wordt er zo summier in de MvT wordt ingegaan op de gevolgen van het aanpassen artikel 13? Begrijpen deze leden het correct dat er is bepaald dat er in bepaalde omstandigheden niet geweigerd kan worden om niet-gecontracteerde zorg te vergoeden. Het zou dan gaan om de volgende uitzonderingen:

-Indien er sprake is van acute zorg;

-Als de zorg niet op redelijke termijn beschikbaar is;

-Als de overeenkomst tussen een aanbieder en een verzekeraar pas is beëindigd na aanvraag van de behandeling van de patiënt;

-Wanneer er niet op tijd aangekondigd is dat de aanbieder, tot wie de patiënt in kwestie zich heeft gewend geen contract meer zou krijgen van de verzekeraar.

Aan de drie reeds bestaande, maar nu geëxpliciteerde uitzonderingen is dus nog een vierde toegevoegd. Een belangrijke voorwaarde is, dat voor de verzekerde op het moment dat hij een besluit neemt over de vraag, of hij een bepaalde naturazorgverzekering wil sluiten of verlengen, dat er duidelijk is welke zorgaanbieders er wel of  niet zijn gecontracteerd. Dit is voor de leden van de ChristenUnie een belangrijk aspect,  aangezien dit niet de huidige praktijk is. In hoeverre komt hier op korte termijn verandering in?  Graag ontvangen deze leden ook achterliggende informatie waarop de minister haar antwoord baseert.

Is de minister het met deze leden eens, dat er onvoldoende vanuit het cliëntperspectief is nagedacht? Zo is het momenteel al merkbaar dat verzekerden door sommige zorgaanbieders worden geweerd, omdat zij bij een bepaalde zorgverzekeraar verzekerd zijn. Deze leden vragen zich af of dit wenselijk is? Hoe kan er voorkomen worden dat patiënten geconfronteerd worden met gedwongen winkelnering?

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op, dat de mogelijkheid om apart een aanvullende verzekering af te sluiten in de praktijk vele beperkingen kent. In die zin, dat premies voor de aanvullende verzekering bij een andere verzekeraar aanmerkelijk hoger zijn, dan voor de combinatie basispakket en aanvullende verzekering. Deze leden zouden graag zien dat deze beperkingen weggenomen worden. Zij ontvangen op dit punt graag een reactie.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de minister ten slotte in te gaan op het Europees rechtelijk kritiek op het wetsontwerp tav de keuzevrijheid van de patiënt?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


Labels
Arie Slob
Bijdragen
Volksgezondheid

« Terug

Archief > 2013 > februari