Bijdrage Joël Voordewind algemeen overleg campussen

donderdag 17 februari 2011 15:00

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik bedank de staatssecretaris voor de benchmark en de totaalrapportage. Ik ben heel blij dat wij dit debat voeren en dat wij aanvullende informatie hebben gekregen van de staatssecretaris. Ik moet daar meteen bij zeggen dat deze het er niet makkelijker op maakt, maar het wordt er wel duidelijker door. Op deze manier krijgen wij namelijk een betere inkijk krijgen in de wijze waarop de campussen onderling gefunctioneerd hebben. Uit het vorige rapport kwam dit niet duidelijk naar voren, omdat wij in dit rapport niet goed konden zien hoe de individuele scores waren op de hoofddoelstellingen en hoe men de doelgroepen precies zou hebben bereikt. De verschillen tussen de campussen blijken nu toch wel substantieel te zijn. Ik ben daarom ook blij dat wij dit debat voeren. Deze achtergrond vormt ook de aanleiding voor de motie die ik eerder tijdens een VAO heb ingediend.

Bij de meeste campussen zien we dat de uitstroom positief is, rond 80% à 90%. De vraag is of we deze score ook zouden hebben gehad bij de reguliere voorzieningen. De score op strafbare gedragingen neemt ook af. Deze is van 1,2 bij de instroom naar 0,5 gegaan. Bij de negatieve uitkomsten viel mij op dat het middelengebruik juist toeneemt, behalve bij De Uitdaging. Hoe verklaart de staatssecretaris dit? Is hier actief beleid op gevoerd?

De Nieuwe Kans bereikt de beoogde doelgroep beter. Het gaat hier nog niet helemaal goed, maar wel het beste van allemaal. De uitstroom bij De Nieuwe Kans is echter slechter. Er lijkt een verband te bestaan. Hoe zwaarder de doelgroep, hoe moeilijker het is om die doelgroep positief te beïnvloeden. De vraag is natuurlijk wel of je de campussen zo hard mag afrekenen op de doelgroep. Is de doelgroep wel realistisch gesteld, als de definitie is dat jongeren zes maanden werkeloos moeten zijn of niet op school zijn geweest om in de doelgroep te vallen? De vraag is ook cruciaal in hoeverre deze jongeren, met name die van De Nieuwe Kans, in de reguliere voorzieningen goed terecht waren gekomen en of de scores dan vergelijkbaar waren geweest. Niet voor niets kwamen deze jongeren zonder school of werk te zitten voor een heel lange tijd. Wat is voor deze jongeren precies beschikbaar?

De staatssecretaris heeft een doorkijkje gegeven in hoe we nu verder gaan. Ze zegt dat we de €200.000 goed zouden kunnen gebruiken om de informatie uit de "lessons learned" goed te vertalen in de reguliere programma's. Er zijn positieve ervaringen, bijvoorbeeld over de 24 uursvoorziening en de dwang en drang. Zij deze ervaringen ook te vertalen naar de reguliere zorg? Daar hoor ik graag de reactie van de staatssecretaris op.

Er blijft 1,8 mln. over. In eerdere debatten heb ik begrepen dat er 4 mln. beschikbaar was, waarvan een deel bedoeld was voor De Nieuwe Kans. Volgens mij is dit gezegd in het laatste debat met de staatssecretaris. Dan zouden we structureel 2 mln. over hebben. Ik begrijp nu dat we structureel 1,2 mln. over hebben in totaal. Klopt die analyse? Begrijp ik het goed en hebben we nu alleen nog maar 1,2 mln. structureel over? In het vorige debat heb ik begrepen dat de staatssecretaris eigenlijk al in gesprek was met De Nieuwe Kans over de financiering van deze instelling.

 

Mevrouw Van der Burg (VVD): Ik ben een beetje verbaasd over de cijfers die de heer Voordewind noemt. Volgens mij stond voor de campussen 2 mln. structureel op de begroting van VWS vanaf 2012. Daarvan gaat in het voorstel van de staatssecretaris 200.000 af voor het verspreiden van best practices. Dan blijft er toch 1,8 mln. over? Het lijkt me niet wenselijk om allerlei cijfers door elkaar te halen.

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Dat is ook mijn vraag aan de staatssecretaris: hoe zit het precies met de cijfers? Ik had door het vorige debat de indruk gekregen dat de staatssecretaris al gesprekken voerde met De Nieuwe Kans over de financiering. Ik vroeg mij nu af of dit bedrag naast de 1,8 mln. komt of dat dit bedrag inclusief de 1,8 mln. is. Misschien kan de staatssecretaris daar nog iets over zeggen.

Hoe nu verder? Dit is een lastige keuze. Je moet aan de ene kant de doelgroepen bereiken en aan de andere kant de hoofddoelstellingen halen. De ChristenUnie maakt een rekensom van de plussen en minnen en constateert dat De Nieuwe Kans er redelijk goed uitkomt, vooral wat betreft het bereiken van de zware categorie. De doelstelling wordt hier wel wat minder bereikt. Bij de BOP-Academie zie ik niet zozeer dat de doelgroep heel goed wordt bereikt, maar wel dat de hoofddoelstelling goed gehaald wordt. Deze twee campussen springen er dus een beetje uit. Schoolfort scoort op de hoofddoelstelling 94%. Dat is een heel hoge score. Er is dus sprake van een significante meerwaarde ten opzichte van de reguliere zorg. Ik wil deze drie campussen vooral onder de aandacht brengen van de staatssecretaris. We zouden de 1,8 mln. daaraan heel goed kunnen besteden. De vraag is wat wij met de andere campussen gaan doen en of zij nog steeds een meerwaarde hebben ten opzichte van het reguliere aanbod. Mijn vraag is of de staatssecretaris bereid is om er bij de provincies op aan te dringen om daar financiering voor te zoeken indien ze goed scoren op de hoofddoelstelling.

Labels
Bijdragen
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2011 > februari