Bijdrage Esmé Wiegman Initiatief-Thieme verplichte voorafgaan bedwelming bij ritueel slachten

donderdag 17 februari 2011 15:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Allereerst spreek ik mijn waardering uit voor collega Thieme. Het is goed dat zij de moeite heeft genomen om een initiatiefwet te ontwerpen en aan de Kamer voor te leggen. Het doel van de initiatiefnemer, het verbeteren van dierenwelzijn, kan de ChristenUnie van harte ondersteunen. Met het wetsvoorstel zet men echter een forse stap naar verplichtingen die de vrijheid van godsdienst onevenredig beperken, vindt de ChristenUnie. Wij zijn van mening dat er nog veel mogelijk is om dierenwelzijn te verbeteren. Daar zal ik later nog op terugkomen. Eerst ga ik in op de weging om grondrechten mogelijk in te perken.

            Het wetsvoorstel wil de uitzonderingsbepaling schrappen voor joodse en islamitische rituele slacht omdat deze niet langer gerechtvaardigd zou zijn. Bovendien meent de indiener dat de vrijheid van godsdienst niet in het geding is. De Grondwet staat inperkingen toe, mits bij wet geregeld, aldus de initiatiefnemer. De afgrenzing van godsdienstvrijheid is echter ook vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het EVRM, met name in artikel 9, lid 2.

Het EVRM laat in artikel 17 zien dat de beperkingen niet de kern van godsdienstvrijheid mogen aantasten. Het verdrag kent een duidelijker afwegingskader dan het door de initiatiefnemer genoemde artikel 6 van de Grondwet, want om het grondrecht te beperken, moet deze beperking volgens het EVRM noodzakelijk zijn, in het belang van de openbare veiligheid, openbare orde, gezondheid of goede zeden, of nodig voor de bescherming van rechten en vrijheden van anderen. Gelet op het eerste, het aantonen van de noodzaak van de inperking van godsdienstvrijheid, is de ChristenUnie niet overtuigd van de onderbouwing van het voorstel. Er zou dan bewijs moeten zijn dat er zonder aantasting van godsdienstvrijheid geen verbetering van dierenwelzijn te bereiken is.

            Een tweede mogelijkheid van inperking van de godsdienstvrijheid zou aantasting van de openbare orde zijn. Op dat punt kunnen wij constateren dat er al veel verbeterd is. Slachten op het balkon is niet meer aan de orde, al erken ik dat er ook nu nog veel verbeteringen mogelijk zijn. Maar dit is geen rechtvaardiging voor het inperken van de vrijheid van godsdienst.

            Ten slotte kijk ik naar het uitgangspunt in het EVRM dat de kern van godsdienstvrijheid niet mag worden aangetast. Het eten van koosjer of halal vlees hoort tot de kern van de godsdienst, aldus de gelovigen zelf.

            Al met al komt de ChristenUnie net als de Raad van State wel degelijk tot de conclusie dat het voorgestelde verbod de godsdienstvrijheid zal inperken. Maatregelen moeten altijd proportioneel zijn. Als hetzelfde doel, het verbeteren van dierenwelzijn, met een mindere beperking kan worden bereikt, zou je daarvoor moeten kiezen.

            De initiatiefnemer meent dat bedwelmd ritueel slachten mogelijk is binnen het jodendom en de islam. De ChristenUnie is van mening dat de initiatiefnemer moeilijk kan treden in de interpretatie van wat er wel en niet mogelijk is binnen een religie. Wat voor de ene groep gelovigen vanzelfsprekend is, kan voor de andere groep gelovigen binnen dezelfde religie geheel anders liggen. Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap heeft bijvoorbeeld nadrukkelijk gemeld dat voorafgaande bedwelming van dieren niet mogelijk is binnen Israëlitische rituele slacht. De ChristenUnie is wel blij met de open houding die ik heb geproefd, zowel bij de joodse gemeenschap als bij de islamtische gemeenschap, om in gesprek te blijven met elkaar en om openheid te betrachten.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > februari