Algemeen Overleg Openbaar Ministerie

donderdag 22 april 2004 12:13

André Rouvoet vindt het in bepaalde opzichten een gênant debat. Het lijkt alsof het niet mogelijk is om een onderscheid te maken tussen personen en functies. Daarnaast worden er stevige uitspraken gedaan over zaken waarin de Kamer geen volledig inzicht heeft omdat deze zich aan haar waarneming onttrekken. Er worden soms stevige conclusies getrokken op basis van eenzijdige informatie of geruchten. De heer Rouvoet heeft in de tien jaar dat hij in de Kamer zit nog niet zo’n debat gevoerd. Het onderwerp van dit debat is in de loop van de tijd nogal veranderd. De eerste aanleiding was de zaak Plooy en een mogelijke crisis binnen het OM. Daarna werd de brief over de houtskoolschets aan de agenda toegevoegd.
Vervolgens werd door het uitgelekte memo het functioneren van de heer De Wijkerslooth onderwerp van discussie. Deze gang van zaken moet bijna wel resulteren in een debat waaruit niet veel meer voortkomt dan nieuwe onrust zonder dat er wordt gesproken over het kernprobleem, namelijk dat er onrust bestaat binnen het OM.
De Tweede Kamer moet geen conclusies trekken op basis van memo’s die uitlekken aan de vooravond van een debat, zeker niet waar het gaat om individuele functionarissen. Het uitlekken van het memo past in het patroon van signalen van onrust binnen het OM over de organisatie. Dat baart zorgen. Die signalen moeten serieus worden genomen. Het is niet interessant of de onrust als crisis moet worden bestempeld. Er zijn signalen over te veel centralisatie, de omvang en positie van het parketgeneraal in dit verband, de te grote afstand van de top tot de organisatie, onnodige irritaties binnen de organisatie en de verhouding tussen het OM en de politie door bijvoorbeeld de kritiek op Tegenhouden. Hierdoor ontstaat het beeld van een machtsstrijd en crisisverschijnselen. Het artikel in Intermediair levert daar een bijdrage aan en is hier een symptoom van.
Veel van de signalen hebben betrekking op het functioneren van het College van procureurs-generaal en de voorzitter daarvan. Het beeld is dat binnen het OM te weinig het gevoel leeft dat het College behoort tot de organisatie. Dat is verontrustend. Er is immers al genoeg ellende is geweest rond het OM, de politie en de opsporing in het algemeen. De onrust is deels toe te schrijven aan het optreden van het College in de publiciteit. Het College houdt zich soms bezig met onderwerpen die niet echt opportuun zijn in een tijd waarin er veel onrust is binnen de organisatie. 
Er is naar aanleiding van de zaak Plooy gezegd dat het OM te weinig armslag heeft. Als de minister het wetsvoorstel waarin een regeling is opgenomen voor het sluiten van deals nog moet verdedigen in de Eerste Kamer, is het ongelukkig dat het College zegt dat men met die regeling te weinig armslag heeft en dat het anders zou moeten. Het is niet bekend wat de achtergronden zijn van het niet afsluiten van de deal en of deze aan de wettelijke voorwaarden voldeed, maar de gang van zaken heeft veel kwaad bloed gezet binnen het parket Amsterdam. Het College is verantwoordelijk voor het nemen van beslissingen over het sluiten van deals. De minister is verantwoordelijk voor het functioneren van het OM.
Dat is besloten door het parlement en daar moet niet aan worden getornd. De minister moet zijn verantwoordelijkheid dus nemen. Hij moet nagaan waar de pijn zit binnen het OM. Is het oud zeer dat weer de kop op steekt of houdt de pijn verband met het huidige functioneren van de top van het OM? Kan de minister maatregelen treffen om op zeer korte termijn een einde te maken aan de onrust? Wellicht kan hij het advies dat de heer Wallage in Intermediair gaf ter harte nemen. Op de vraag of de ruzie nog te lijmen is, zei hij dat het wel los zou lopen. Volgens hem is de crisis in de Groningse driehoek van zes jaar geleden opgelost door veel koffie te drinken met elkaar. Misschien moet dus koffie worden gedronken in de parketten. Hiermee wordt niet gesuggereerd dat er functionarissen moeten worden vervangen, zoals in Groningen is gebeurd. Een goede communicatie is van het grootste belang. Het College moet niet op afstand staan van de organisatie, maar er deel van uitmaken. Dat is in de beleving van sommige medewerkers nu niet het geval. De minister moet ervoor zorgen dat dit wel het geval is.
 
 
 
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Openbaar Ministerie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004 > april