Algemeen Overleg Kabinetsstandpunt Vereenvoudiging Arbeidstijdenwet

donderdag 15 april 2004 11:56

Tineke Huizinga-Heringa wil dor hout kappen in de regelgeving. Ook bij de vereenvoudiging van de ATW wordt gekozen voor minder regels en meer verant-woordelijkheid voor burgers en bedrijven. Dit goede streven mag echter niet inhouden dat rechtsbescherming van overheidswege voor werknemers wordt afgebroken. Het kabinets-voorstel tot vereenvoudiging lijkt echter die kant op te gaan. Het streven van het kabinet sluit vrij goed aan bij de Europese regelgeving.
De minister wil Nederlandse regels die restrictiever zijn dan de Europese zo veel mogelijk schrappen. Deze beleidsarme uitvoering verschilt van de keuze in de jaren negentig voor regels naar eigen inzicht met de Europese regels als minimum. Het kabinet wijst bij zijn streven op de internationale marktpositie. Is de huidige ATW een aantoonbaar obstakel voor een gezonde concurrentiepositie? Het kabinet schenkt nauwelijks aandacht aan de verant-woordelijkheid van de werknemer in de sfeer van zorgtaken.Heeft de relatie tussen arbeid en zorg geen link met de ATW? De minister wil de sociale partners meer ruimte bieden om afspraken te maken over arbeids- en rusttijden. Welke criteria zijn gehanteerd bij vereenvoudiging van de wet?
Mevrouw Huizinga-Heringa is voorstander van een blijvende scheiding van normering van reguliere werktijden en overwerk. Dient overwerk niet per definitie incidenteel van aard te zijn? De minister wil uitsluitend grenzen stellen aan de totale arbeidstijd. Hoe verhoudt ook dit streven zich tot de mogelijkheid van combinatie van arbeid en zorg? De algemene norm van de ATW is dat er op zondag niet wordt gewerkt, tenzij het gaat om werk dat voortvloeit uit de aard ervan. De evaluatie van de ATW in het jaar 2001 wees uit dat veel individuele werknemers vonden dat zij te vaak en te gemakkelijk werden ingezet voor zondagswerk dat voortvloeide uit de bedrijfsomstandigheden. Het initiatiefwetvoorstel Bussemaker/Van Dijke heeft ertoe geleid dat sinds 2003 werknemers zondagswerk kunnen weigeren dat niet nood-zakelijk is. Wil de minister dit onlangs verworven recht weer schrappen? De notitie biedt geen duidelijkheid op dit punt. Is een werkgever afhankelijk van instemming van het mede-zeggenschapsorgaan en de individuele werknemer? Of kan een werkgever onder omstandig-heden eenzijdig overgaan tot het voorschrijven van zondagswerk? Is het toevallig dat het veelbesproken onderscheid tussen aard van het werk en de bedrijfsomstandigheden minder relevant wordt geacht? Wie afscheid neemt van dit onderscheid, zegt immers vaarwel tegen de collectieve rustdag.
De minister is voornemens het minimum aantal vrije zondagen uit de wet te schrappen. Waarom is de minimalistische Europese regelgeving hier belangrijker dan de Nederlandse? Mevrouw Huizinga-Heringa vraagt de minister om op dit punt geen advies te verlangen van de SER. Het zou overigens toe te juichen zijn als over de collectieve rustdag voor de vervoersectoren als uitgangspunt geldt dat op zondag niet wordt gewerkt.
 
Mevrouw Huizinga-Heringa merkt op dat volgens de minister bij nachtdiensten de maximumarbeidstijd voor nachtarbeiders 10 uur per dienst mag bedragen. Over een periode van 13 weken mag de arbeidstijd per dienst volgens de minister niet meer bedragen dan gemiddeld 8 uur. Betekent dit een beperking ten opzichte van de huidige situatie? Het is bekend dat in de zorg nachtdiensten van 9 uur worden gedraaid, exclusief pauze. In het voorstel van het kabinet mogen deze mensen minder lange diensten draaien, maar moeten zij ook vaker ’s nachts werken. De vakcentrales bepleiten een verruiming van het toepassingsgebied van de wet, zodat ook leidinggevenden en hoger personeel onder de reikwijdte vallen. Wat vindt de minister van deze gedachte?
Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Kabinetsstandpunt Vereenvoudiging Arbeidstijdenwet'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004 > april