Vragen van de leden Verburg en Eurlings (beiden CDA), Arib, Van Heteren, Bussemaker en Koenders (allen PvdA), Herben (LPF), Giskes (D66), Rouvoet (ChristenUnie), Terpstra (VVD), Kant (SP), Tonkens (GroenLinks) en Van der Staaij (SGP) over de mogelijke steniging van Amina Lawal. (Ingezonden 7 mei 2003)

1. Bent u op de hoogte van de uitspraak van het Hooggerechtshof in Nigeria, die mevrouw Amina Lawal heeft veroordeeld tot het worden gestenigd na ingraving tot aan de hals?
   
   
2. Herinnert u zich de eerder door een aantal Kamerleden gestelde vragen over het toepassen van de Sharia in Nigeria en uw antwoorden en uw toezeggingen daarop?
   
   
3. Bent u bereid om opnieuw en met de grootst mogelijke spoed, alle u ten dienste staande middelen te gebruiken om via het bilaterale, maar zeer zeker ook via het EU-spoor, maximale druk op Nigeria uit te oefenen, om de dreigende steniging alsnog te voorkomen?
   
   
4. Bent u bereid de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk over de door u te nemen stappen te informeren?

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken (Ontvangen 15 mei 2003)

1. Volgens mijn informatie dient de zaak Amina Lawal thans niet bij het Hooggerechtshof in Nigeria. Het gerucht dat dit Hof daarover een uitspraak heeft gedaan, is niet op feiten gebaseerd.
   
   
2. Ja.
   
   
3. Op dit moment dreigt geen steniging van Amina Lawal. De volgende stap in de zaak is het hoger beroep in haar deelstaat Katsina, dat volgens planning voor dient te komen op 3 juni a.s.
   
   
4. Thans overweeg ik geen stappen. Wel blijft Nederland bilateraal en samen met de Europese partners de zaak van Amina Lawal, evenals andere mensenrechtenkwesties in Nigeria, nauwgezet volgen en zal actie worden ondernomen indien die de uitkomst van het proces tegen Amina Lawal positief kan beïnvloeden.