Bijdrage Ed Anker Begroting BZK

dinsdag 24 november 2009 15:06

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. De begroting van Binnenlandse Zaken wordt door de bewindspersoon in het teken gezet van merkbare resultaten. Na het werken aan nieuw beleid moet de focus nu komen te liggen op de uitvoering. Dat is een goede zaak, maar de uitvoering moet wel ingekaderd zijn in duidelijke uitgangspunten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken staat voor een goed functionerend openbaar bestuur, een veilige samenleving en een overheid waarop burgers kunnen vertrouwen.

            In het WGO Binnenlands bestuur van gisteren spraken wij al over de nieuwe verhouding tussen burger en overheid. Die twee hebben elkaar nodig en in zo’n relatie is vertrouwen van cruciaal belang. Ik herhaal graag evenals de heer Heijnen mijn dank voor de positieve manier waarop mijn amendement voor de proeftuinen en voor burgers in actie is opgepakt en voor de manier waarop is omgegaan met het handvest burgerschap. Ik zie dat echt als investeren in burgerschap en dat als overheid durven uitspreken. Wij zijn geen klant of opdrachtgever. Nee, wij hebben iets met elkaar.

            Juist als het gaat om vertrouwen, maak ik mij zorgen over de manier waarop wordt omgegaan met bepaalde hulporganisaties, de laatste tijd vooral christelijke hulporganisaties. In de gemeente Amsterdam vond de raad het zelfs nodig om zich te bemoeien met het personeelsbeleid van hulpverleningsinstanties. Waar is dan het vertrouwen? Op welke kromme manier wordt er over deze organisaties gedacht? Sommige hebben een geschiedenis van ruim honderd jaar in de hulpverlening en nu worden die organisaties verdacht van dubbele agenda’s en zieltjeswinnerij. Ik blijf mij tegen die term verzetten.

Het is koud een maand geleden dat wij spraken over het tweeluik religie en publiek domein naar aanleiding van de gelijknamige notitie van de VNG en het ministerie. Die notitie is er gekomen nadat er in de praktijk onduidelijkheden waren ontstaan. De notitie is duidelijk met een overzicht van juridische bronnen en een aantal praktijkvoorbeelden hoe je zou moeten opereren op het snijvlak van religie en het publieke domein. De lijn die is gekozen, past bij het Nederland dat ik ken. In dat land wordt er veel overgelaten aan het maatschappelijke initiatief en is het maatschappelijke middenveld soms zelfs leidend als het gaat om het nemen van initiatieven.

Ik vind het van belang dat zaken in perspectief worden geplaatst. Hulpverleningsorganisaties hebben geen dubbele agenda’s. Zij doen hun werk omdat zij zich daartoe geroepen voelen. Als zij dat vanuit een religieuze motivering willen doen en dat willen blijven doen, wie is de overheid dan om dat af te keuren? Dat is toch volledig ongepast. Wie levert hier nu precies wie een dienst? Wie moet er nu eigenlijk dank je wel zeggen? Als je aan een hulpverlener vraagt waarom hij zijn werk doet, zegt hij niet: omdat ik subsidie krijg. Hij doet dat omdat hij nood ziet. Ik leg dit voor aan de minister. Hoe duidt zij de ontwikkelingen in Amsterdam en de discussies in de raad in Haarlem? Hoe staat zij tegenover de gemeenten die een grove inbreuk maken op de identiteit van organisaties en hoe reageert zij op een stadsbestuur dat feitelijk een maatschappelijk middenveld wil gaan verambtelijken?

Het is een goede zaak dat er geld wordt ingezet voor de wijkproblematiek. Mensen voelen zich soms onveilig in hun eigen woonomgeving. Als mensen zich onveilig voelen, zetten zij niet de stap buiten de deur om te gaan meedoen, om te participeren in het leefbaarder maken van de wijk. De focus op de kwaliteit van de wijk, bijvoorbeeld met straatcoaches en gezinsmanagers, is prima. Ik hoor van de ChristenUnie-raadsleden uit Gouda en Ede goede verhalen over die aanpak. Het loont om met mensen samen de problemen van de wijk te lijf te gaan. Ik geef toe dat ik bij de plannen voor de landelijke schoonmaakdag even mijn wenkbrauwen fronste. Een schone wijk is echter wel een heel belangrijke randvoorwaarde voor een veilige wijk. Als mensen zich niet veilig voelen, werken zij ook niet mee aan het verder veilig maken van de wijk.

Ik vraag wel aan de minister of er nog meer in zit. Want de basiskwaliteit van zo'n wijk is van cruciaal belang.

            Wij behandelen deze begroting in het licht van de heroverwegingen -- of in de schaduw daarvan, zou je kunnen zeggen. Die kunnen in deze portefeuille verstrekkende gevolgen hebben voor de bestuurlijk inrichting van Nederland. Hoe vervelend de heroverwegingen misschien ook zijn, zij bieden ook een kans om in bestuurlijk Nederland waar nodig orde op zaken te stellen. Ik heb daarbij wel een paar opmerkingen. Bestuurlijke vernieuwingen zijn geen eenvoudige operaties en eventuele winst is niet snel in te boeken. Afhankelijk van de vraag hoe wild de plannen zijn, zullen er wellicht wetswijzigingen en misschien zelfs Grondwetswijzigingen nodig zijn. Daarbij moeten wij ook aantekenen dat een wijziging op zichzelf genomen zo ingrijpend kan zijn dat daaruit de nodige frictiekosten zullen voortvloeien.

            Belangrijker is dat wij eventuele wijzigingen van de bestuurlijke inrichting van Nederland benaderen vanuit een aantal heldere voorwaarden waaraan het openbaar bestuur dient te voldoen. Ik noem het democratisch gehalte, de toegankelijkheid, de herkenbaarheid en de mate van vertegenwoordiging. Wat dat laatste betreft herinner ik het kabinet eraan dat in de loop der jaren het aantal burgers dat door een volksvertegenwoordiger dient te worden vertegenwoordigd steeds groter wordt. Het moet wel mogelijk blijven om elkaar te vertrouwen.

            Dankzij de kilometerheffing is de positie van de provincie weer hoogst actueel geworden. Ik roep het kabinet ertoe op, om in dit proces en met de heroverwegingen, een duidelijk toekomstbeeld voor de provincie neer te zetten. De tijd is er rijp voor. Kijk dan ook meteen naar de manier waarop de stadsregio's functioneren. Ik heb het daar vorig jaar al over gehad. Het goede van de stadsregio's is dat zij op een aantal fronten heel slagvaardig opereren. Het slechte is dat zij democratisch gezien een slagveld achterlaten. Onze voorkeur gaat uit naar een sterke provincie, die vanuit een regionale verantwoordelijkheid net zo slagvaardig werkt. Als wij dan toch naar het openbaar bestuur gaan kijken, laten wij dan niet alleen kijken naar bezuinigingen, maar ook naar mogelijkheden om het openbaar bestuur sterker te maken. Onlangs waren er verkiezingen voor een aantal nieuwe gemeenten als gevolg van herindelingen. Er zijn echter wel vaker redenen om nieuwe verkiezingen uit te schrijven in een gemeente. Dat moet niet te pas en te onpas gebeuren, maar steeds vaker horen wij van raden waar nieuwe verkiezingen echt uitkomst zouden bieden. Wordt er bij de heroverweging ook naar dit soort elementen gekeken? Het is het pleidooi van mijn fractie om dat te doen.

            Ik heb nog een laatste opmerking, over de eventuele evenementenheffing. Ik kon helaas niet meer bij de uitloop van het wetgevingsoverleg over de politie zijn, maar de minister heeft naar aanleiding daarvan gezegd dat gemeenten prima zelf via vergunningen de prijs wat zouden kunnen verhogen, om de veiligheidskosten te dekken. Ik vraag mij af of dat wel klopt. Leges dienen kostendekkend te zijn voor zover ik weet, en daarin kun je volgens mij niet de veiligheidskosten, zoals politie-inzet, in omslaan. Ik vraag de minister hoe zij erover denk op welke wijze op lokaal niveau de afweging moet worden gemaakt tussen, enerzijds, evenementen beveiligen en, anderzijds, de wijken ingaan. Er zit spanning in de verhouding daartussen. Dit zou best wel wat meer gevoeld mogen worden, ook lokaal.

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Archief > 2009 > november