Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn Begroting WWI

dinsdag 24 november 2009 15:01

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie is van mening dat het doel van integratie is dat iedere Nederlander, ongeacht zijn of haar achtergrond, zich deel voelt van onze samenleving. Daarom ondersteunt de ChristenUnie op hoofdlijnen de integratievisie van het kabinet. Afgelopen week las ik een interessant boek over warm- en koudklimaatculturen. Heel helder wordt daarin uitgelegd dat mensen met verschillende culturele achtergronden veel meer naar elkaar kunnen groeien indien zij meer ruimte nemen om elkaar te begrijpen. Juist dit onderdeel blijft onderbelicht in de integratievisie van het kabinet, terwijl het essentieel is voor een succesvolle integratie.

            De integratievisie gaat uit van een moreel appel op nieuwe Nederlanders om te kiezen voor Nederland. Ik moet overigens zeggen dat ik problemen heb met de term "nieuwe Nederlanders". "Kies voor Nederland" is trouwens ook de titel van de integratienota van de ChristenUnie van enkele jaren geleden. Het vertrekpunt van de ChristenUnie is nu dat de meerderheid heeft gekozen.

Het is nu zaak dat deze burgers naast eigen verantwoordelijkheid en inspanning ook de ruimte krijgen om kansen te benutten. In dit kader vraag ik aandacht voor het Project Wij. Ofschoon dit project een succes blijkt te zijn, wordt de subsidie ervan niet gecontinueerd. Ik wil hierop graag een toelichting van de minister.

De heer De Krom (VVD): Mijn collega spreekt warme woorden over de samenleving en over het feit dat iedereen kansen moet krijgen. Geldt dat ook voor lesbische vrouwen die lid willen worden van de gemeenteraad voor de ChristenUnie?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Wat heeft dat nu weer te maken met kansen?

De heer De Krom (VVD): Van alles. Ik vraag aan u of u vindt dat de desbetreffende vrouw de kans moet krijgen om te doen wat zij graag wil, namelijk voor de ChristenUnie plaatsnemen in de gemeenteraad.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Als deze vrouw dat zo graag wil, mag zij inderdaad solliciteren. Het is dan aan de selectiecommissie om te bekijken of deze vrouw op een geloofwaardige wijze de politieke partijpunten naar voren kan brengen.

De heer De Krom (VVD): Wat u betreft mag het feit dat iemand lesbisch is dus geen beletsel zijn om voor de ChristenUnie in de gemeenteraad plaats te nemen?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Absoluut niet. De selectiecommissie moet op dat moment daarover een oordeel vormen.

            Integratie vraagt vooral inspanningen van "nieuwe Nederlanders", maar om te slagen moet de inzet wel van twee kanten komen. Is de minister het met mij eens dat integratie zonder een appel te doen op gemeenschapszin van iedere Nederlander gedoemd is te mislukken? Hoe wil hij deze gemeenschapszin verder bevorderen? Deze morele plicht, maar ook het recht om mee te doen aan de Nederlandse samenleving gaat wat de Christenunie betreft verder dan verplichte inburgering en participatie. Met andere woorden: zorg ervoor dat iedereen meedoet. Het gaat ook om de vraag hoe wij elkaar kunnen vinden rond centrale waarden en identificatie en de vraag hoe wij ons thuis kunnen voelen. Ik overhandig de minister en de woordvoerders daarom graag de publicatie "Voorwaarden voor vrede" van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie over de integratie van moslims. Hierin wordt deze drieslag uitgewerkt.

De voorzitter: Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Het is belangrijk dat er een stevig fundament is van gedeelde waarden en normen, van respect en fatsoen. Het gaat zowel om de integratie van burgers als om de vormgeving van de Nederlandse cultuur. Het bewust doorgeven van onze cultuurelementen via inburgeringstrajecten en het leren van de taal zijn voorwaarden voor een succesvol integratieproces. Is de minister het met mij eens dat het opnemen van de module "Nationale cultuur en identiteit" in de inburgeringscursus geen overbodige luxe is?

            De minister spreekt in zijn integratievisie over de spankracht van de samenleving. Ik deel deze zorg, maar die spankracht hangt ook af van de wijze waarop wij naar elkaar kijken. Het gaat daarbij ook om de wijze waarop wij over elkaar spreken. Gaan wij uit van een samenleving die gebaseerd is op contractdenken of van een samenleving die een verbond is van burgers? In die laatste vorm bijvoorbeeld bouwden wij samen Nederland op na de oorlog en na de overstromingen in 1953. Ik wil hierop graag een reactie van de minister.

            Kiezen voor Nederland is volgens de minister ook het kopen van een huis. Ik wil hierop graag een toelichting. Ik ben het met de minister eens dat immigratie geen jaar na jaar uitgesteld vertrek is, maar ik verneem graag van hem waarom bepaalde burgers in Nederland niet kunnen aarden. Wat gaat hij daaraan doen? Integreren doet men namelijk met het hart en dat is duurzaam. Ik zie dat mijn lichtje al knippert.

 De voorzitter: U hebt nog 15 seconden.

 Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. In 2010 verschuift de aandacht van inburgeringsplichtigen naar inburgeringsbehoeftigen. Wordt het nu geen tijd om te kiezen voor een buurtgerichte aanpak met inburgeringsteams, zoals de MOgroep dat voorstelt? Is de minister daarnaast bereid om alle goede voorbeelden van wervingsmethoden voor inburgeringsbehoeftigen te bundelen en te verspreiden onder de gemeenten?

            Inburgering begint met taal. Er zijn mensen die nog moeten beginnen met alfabetiseren. Gemeenten zouden graag een participatievoorziening aanbieden zonder dat dit per se leidt tot een inburgeringsexamen. Op welke wijze stimuleert de minister dergelijke laagdrempelige participatievoorzieningen? Tot slot vraag ik de minister in het kader van de heroverwegingen om de nadruk te leggen op een programmatische, meerjarige en duurzame integratieaanpak.

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2009 > november