Bijdrage debat over de kinderpornozaak Brazilië

donderdag 24 april 2008 11:27

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ook mijn fractie heeft een ontzettend beroerd gevoel bij dit debat. Ik ben inderdaad geen constante factor op dit dossier, maar ook ik schrok ervan om te zien hoe lang wij hier eigenlijk al mee bezig zijn. Zoals de situatie nu is geschetst, lijkt het erop dat de veroordeelden door het gebrek aan internationale verdragen een zware straf in Brazilië ontlopen en er in Nederland met een schamele 240 uur taakstraf en een vrijspraak van afkomen. Dat is voornamelijk veroorzaakt door het verlenen van het noodpaspoort. Inmiddels zal dat niet meer zo snel voorkomen, maar in deze zaak hebben wij wel te maken met de schrijnende gevolgen van deze tekortkoming. Kinderen zijn kwetsbaar. Deze kinderen zijn voor hun leven getekend. Zij moeten hun leven lang verder met de wonden die zij door dit verschrikkelijke misbruik hebben opgelopen, terwijl er voor hun gevoel door de verstrekking van het noodpaspoort en de problemen met het uitleveringsverdrag geen recht wordt gedaan aan het hun toegebrachte leed. Het werd er alleen maar erger van.

De brief van de minister maakt een aantal dingen duidelijk, maar biedt geen oplossing in deze zaak. Het is prima dat de noodpaspoorten kritisch worden getoetst in de toekomst en ook is het prima dat er snel wordt gewerkt aan de totstandkoming van een uitleveringsverdrag. Maar ik kan mij toch niet helemaal aan de indruk onttrekken dat de regering het er in de afgelopen jaren een beetje op aan heeft laten komen, te meer omdat er bij diverse gelegenheden in de Kamer vragen over zijn gesteld. Ik krijg sterk de indruk dat er geen communicatie over is geweest en nu is er bijna niets meer mogelijk.

Voorzitter. Ik heb een aantal vragen. Kan de minister aangeven waarom het facultatief protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind geen zelfstandige grond voor uitlevering betekent?

Terres des Hommes beweert namelijk iets anders. Hoe komt het dat in het Nederlandse proces minder bewijs bruikbaar leek, terwijl er toch één miljoen pornografische afbeeldingen beschikbaar waren? Waarom waren de geboorteakten niet bruikbaar? Waarom wordt er in het Nederlandse proces gesproken over slechts drie Braziliaanse slachtoffers? Is het OM niet te beperkt geweest in zijn bewijsvergaring? Wat is het contact geweest tussen Brazilië en Nederland voordat de uitspraak onherroepelijk was in Brazilië?

Ik ben ook zeer benieuwd wat de minister vindt van de opvatting van de heer Teeven dat de uitspraak pas volgende week echt onherroepelijk is. Was er tussentijds geen uitlevering mogelijk? Wat kan een vergelijking van het Braziliaanse arrest en de Nederlandse strafvervolging nog opleveren?

Er komt nog een onderzoek door het college van procureurs-generaal naar de mogelijkheden om een kansrijke strafvervolging in te stellen voor feiten die in Nederland niet reeds deel uitmaakten van een vervolging. Loop je dan niet tegen het feit aan dat iemand niet twee keer voor hetzelfde mag worden veroordeeld? Wat levert dat concreet op?

Mijn laatste vraag gaat over de procedure voor schadevergoeding. Die procedure loopt nog. Moreel is het echter moeilijk te verkroppen dat een fout van de ambassade met deze gevolgen, voor de overheid geen gevolgen heeft. De overheid beroept zich immers op haar immuniteit. Ik wijs in dit verband ook op het initiatiefvoorstel dat ik mede indien met de fracties van het CDA en de PvdA. Dit is juist een situatie waarin ik zou willen dat de overheid schadevergoeding zou betalen en er op de een of andere manier nog iets van recht wordt gedaan in deze zaak en aan de fout die is gemaakt. Gaat de Nederlandse overheid haar excuses aanbieden aan de slachtoffers voor wat in het verleden fout is gedaan?

Tweede termijn

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Het lampje dat ik moet afronden brandt al.

De voorzitter:

Ik was bang dat ik de heer Van der Staaij had overgeslagen, maar dat is gelukkig niet het geval.

De heer Anker (ChristenUnie):

Ik ben onder de indruk van zijn betoog.

De voorzitter:

Dat is niet aardig om te zeggen.

De heer Anker (ChristenUnie):

Nu moet ik mij even herpakken.

Voorzitter. Ik sta hier ineens anders. Een goed uur geleden zat ik met de brief van vanmiddag. Die gaf niet zoveel perspectief. Er werd aangegeven dat wij eigenlijk een beetje vastlopen door een gebrek aan internationale verdragen. Ik ben heel blij dat de minister nu toch komt met een voorstel dat blijkbaar al langer in de pijplijn zit. Hij krijgt op dit moment alle steun om daarmee verder te gaan.

Voor mij blijft de vraag overeind hoe de zaak in Nederland is verlopen. Er zouden maar 3 Braziliaanse meisjes bij zijn betrokken in plaats van 24, maar goed. De minister zegt zelf dat de zaak niet is afgerond. Ik moet mij daar als Kamerlid ook niet al te veel mee bemoeien. Ik blijf echter een onbevredigd gevoel houden.

Voorzitter. Ik heb nog een vraag over het verdrag. De minister sprak over het toevoegen van een bijzondere clausule. Mij lijkt dat wij over dat verdrag nog een keer komen te spreken, maar ik vraag mij af wat er zo bijzonder is aan deze clausule. Mij komt het voor dat zo'n clausule vaker in internationale verdragen staat. Misschien kan de minister daarover nog iets zeggen. Het is namelijk niet de bedoeling dat wij vanwege de uitbijter waarmee wij nu te maken hebben, een verdrag optuigen dat als het ware uit de pas loopt met andere verdragen. Ik ben nog benieuwd naar het antwoord van de minister hierop, maar voor de rest steun ik hem met zijn beleid op dit punt.

Bron: ongecorrigeerd verslag

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat over de kinderpornozaak Brazilië'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2008 > april