Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Effecten van het ECB-beleid (AO d.d. 24/09)

woensdag 13 november 2019 00:00

Bijdrage Eppo Bruins aan een voortgezet algemeen overleg met minister Hoekstra van Financiën

Kamerstuknr. 21501-07

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. De ECB is onafhankelijk. Dat werd al gezegd. Dat betekent dat we niet echt instrumenten hebben om daar invloed op uit te oefenen, maar ik heb wel een "spreekt uit"-motie die bedoeld is als boodschap voor de minister en voor de president van De Nederlandsche Bank. Beiden hebben wij niet aan een touwtje, maar ik hoop dat ze de "spreekt uit"-motie willen meenemen in hun werk.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het primaire doel van de ECB prijsstabiliteit is, wat is vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);

overwegende dat het verdrag geen definitie geeft van wat bedoeld wordt met prijsstabiliteit;

overwegende dat de raad van bestuur van de ECB in 1998 een kwantitatieve definitie van prijsstabiliteit heeft vastgesteld, namelijk "beneden de 2%" van de HICP;

overwegende dat de raad van bestuur in 2003 de definitie heeft aangevuld met "onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn";

overwegende dat de ramingen van de ECB de inflatie vrijwel altijd overschatten en dat sinds 2013 de inflatie in de eurozone gemiddeld significant lager is geweest dan 2%;

overwegende dat de ECB vanaf 2014 door het toepassen van onconventionele monetaire instrumenten, zoals kwantitatieve versoepeling en negatieve rente, heeft geprobeerd de inflatie weer dichtbij de 2% te krijgen;

overwegende dat de president van De Nederlandsche Bank op 23 september jongstleden in een openbaar gesprek met de Kamer over het monetaire beleid stelde dat binnen de ECB een gesprek dient te worden gevoerd over wat nu precies "de middellange termijn" is en tevens de mogelijkheid suggereerde van een te hanteren inflatiebandbreedte;

overwegende dat de net aangetreden ECB-president, mevrouw Lagarde, voornemens is om het de afgelopen jaren gevoerde ECB-beleid te evalueren;

spreekt uit dat bij de voorgenomen evaluatie door de ECB van het gevoerde monetaire beleid expliciet zou moeten worden gekeken naar de kwantitatieve definitie van prijsstabiliteit, de mogelijkheid van het hanteren van een inflatiebandbreedte en een precisering van de middellange termijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Omtzigt en Aukje de Vries. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1636 (21501-07).

Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Financiën

« Terug

Archief > 2019 > november