Bijdrage Joël Voordewind aan het notaoverleg Mensenrechtenbeleid

maandag 30 juni 2014 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een notaoverleg met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Mensenrechtenbeleid

Kamerstuk:    32 735          

Datum:            30 juni 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank de minister en met name zijn ambtenaren voor de uitgebreide rapportage van alles wat de regering doet op het gebied van mensenrechten. Het verslag telt ruim 100 pagina's. Ik moet zeggen dat het een indrukwekkende opsomming is die niet alleen de inspanningen van dit kabinet, maar ook de uitwerking van al het harde werk van het ambassadepersoneel weergeeft. Ik mag tijdens mijn reizen af en toe ambassades bezoeken. Ik ben onder de indruk van de motivatie en de inzet van de betreffende medewerkers op de ambassades om contacten te leggen met mensenrechtenactivisten en -verdedigers et cetera.
Tijdens mijn reis naar Pakistan -- een tijdje geleden alweer -- ontmoette ik Katherine. Zij is een jonge, Pakistaanse vrouw die werkt voor een mensenrechtenorganisatie in Pakistan die strijdt tegen de blasfemiewetgeving daar. Die wet raakt moslims hard en gedeeltelijk ook christenen. Het werk van Katherine varieert van juridisch advies, bijstand en slachtofferhulp tot het met spoed zoeken van een onderduikadres voor mensen. Zij duiken niet zozeer onder vanwege de regering, maar vooral vanwege familieleden die het gemunt hebben op hun kinderen.
Niet alleen de slachtoffers lopen gevaar, maar ook Katherine, een van de mensenrechtenverdedigers. Onlangs werd ze bedreigd en was ze gedwongen om Pakistan te verlaten. Ze kwam naar Nederland en vroeg asiel aan. Zo kan het gaan als je opkomt voor mensenrechten en mensenrechtenslachtoffers.

Met dit geweld van vervolging in het achterhoofd mochten we op 20 juni op Wereldvluchtelingendag het feit herdenken dat 51 miljoen mensen wereldwijd op de vlucht zijn geslagen. Dit aantal is na de Tweede Wereldoorlog niet meer voorgekomen. Dit zijn meer vluchtelingen dan er sindsdien zijn geweest. De brandhaarden in de wereld zijn bekend: Syrië, Irak, de Centraal-Afrikaanse Republiek en nu inmiddels ook dichterbij huis Oekraïne. Ook in Zuid-Sudan, waar de hoop gevestigd was op een nieuw land en samenwerking met de Dinka en de Nuer, zien we dat nu weer een versplintering optreedt en dat opnieuw een burgeroorlog uitbreekt. Het staakt-het-vuren wordt nog steeds niet in acht genomen.
Er is dus heel veel aan de hand in de wereld. De minister zei daarom de vorige keer in het debat dat zijn ambtenaren op hun tandvlees lopen om alles maar te kunnen bijhouden. Dit bracht mij tot de vraag of we toch niet nog meer kunnen focussen op het gebied van mensenrechten en landen en op de inzet van en de steun aan organisaties daar. Die gedachte kwam ook een beetje tot uitdrukking in het betoog van collega Ten Broeke. Kan de minister op dit punt reageren? Welke focus kan op dit gebied eventueel nog worden aangebracht, zoals ook bij ontwikkelingssamenwerking is gedaan? Naar aanleiding van de discussie daarover hebben we het beleid op dat gebied teruggebracht tot vijftien partnerlanden.
Dan kom ik op de Nederlandse betrokkenheid bij het Europese mensenrechtenbeleid. Ik lees in de verslagen dat de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Ashton, zich persoonlijk inzet voor het afschaffen van de doodstraf. Dat is voor haar een speerpunt. Hoe werkt dit uit naar landen die heel moeilijk reageren op dit soort pressie vanuit het buitenland en Europa? Ik denk maar even aan Saudi-Arabië en Iran. Heeft die inzet ook enig effect? In dit soort landen zien we immers nog steeds een toename van executies. Hoe evalueert de minister het functioneren van lady Ashton op dit gebied?
Ik ben blij dat wij inmiddels, sinds enkele jaren alweer, een speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten hebben. De rapportage geeft daar niet heel veel informatie over. Kan de minister vertellen wat de afgelopen tijd nu de meerwaarde, die wij zo graag willen zien van deze Europese soort ambassadeur voor de mensenrechten, is geweest?
Dan ga ik in op de Chinese producten uit de laogai en het EU-beleid daaromtrent. De Kamer heeft eerder moties aangenomen om de import van producten uit de laogai te voorkomen. Ik weet hoe moeilijk het is. Amerika probeert het ook. We hebben risicolijsten opgesteld van producten die met behulp van dwangarbeid worden gemaakt. Welke mogelijkheden ziet de minister nog om de import van producten die met behulp van dwangarbeid in de Chinese werkkampen zijn gemaakt, in Europa te voorkomen en deze zaak in China aan de kaak te stellen?
Obama heeft inmiddels 500 miljoen dollar vrijgemaakt voor het trainen en bewapenen van Syrische rebellen. Wat is de reactie van Europa op dit bericht, gelet op het feit dat Europa tot nu toe heel terughoudend is geweest en de wapenexport naar het Midden-Oosten de facto in stand heeft gehouden? Zijn er al ontwikkelingen inzake de opvolging van Brahimi, de speciale gezant voor Syrië? Het wordt toch echt tijd dat zijn opvolger wordt benoemd. We mogen toch niet achterover gaan leunen bij dit vreselijke conflict?
Ik steun het pleidooi van collega Omtzigt voor de godsdienstvrijheid. In Irak houdt ISIS vreselijk huis in de strijd tegen de sjiieten, maar ook tegen de christenen. Zij waren eerder gevlucht naar de Nineve Vlakte, maar zij moeten nu opnieuw vluchten. Heeft de minister ook deze groep in beeld? Wij zouden zelfs kunnen spreken over een religieuze zuivering gericht tegen de christenen, wederom in dat gebied.
De Sudanese christenvrouw Meriam Ibrahim is vrijgelaten, maar inmiddels heeft zij zich weer moeten verschuilen in de Amerikaanse ambassade. De Kamer heeft daar ook Kamervragen over gesteld en gevraagd of de minister de ambassadeur van Sudan opnieuw op het matje wil roepen. Kan de minister daarover en over zijn inspanningen al iets zeggen? Ik weet dat het zijn directe aandacht heeft, maar wat is nu de vervolgactie om deze vrouw zo snel mogelijk uit het land te krijgen?

Het is fantastisch dat de EU-richtsnoeren over godsdienstvrijheid er zijn. Hoe gaan wij die best practices, die ook Nederland opdoet met die negen focuslanden, met elkaar uitwisselen? Ik lees dat er verschillende programma's zijn voor het steunen van de religieuze dialoog tussen partijen, maar ik wil de minister aansporen om organisaties zoals de organisatie die ik zojuist noemde -- de Catherine's in de wereld die zich direct inzetten voor verdedigers van mensenrechten en voor mensenrechten -- vooral te blijven ondersteunen.
Ik steun het pleidooi van collega Sjoerdsma om op te komen voor de verslechterende situatie van de moslimbevolking in Birma. Dat geldt ook voor de christenen in de Chin State Daar is onlangs een nieuwe antibekeringswet aangenomen. Wat zou de minister daar mogelijk in EU-verband nog aan kunnen kunnen doen?
Ik heb ten slotte nog twee onderwerpen: de dalits en kinderarbeid. Er is een amendement aangenomen om een driejarig programma Stop Kinderarbeid te financieren via de Child Labour Free Zones. De regering is daar enthousiast over. Het zou goed zijn om dit de komende jaren verder uit te breiden naar meer landen en sectoren. Is de minister daartoe bereid? Is hij bereid om dat ook aan de kaak te stellen bij handelsmissies en politieke missies? Het zou goed zijn om de Child Labour Free Zones standaard te agenderen.
Ik sluit ten slotte aan bij de opmerkingen over Armenië. Gaat het kabinet volgend jaar naar Armenië om de genocide van 100 jaar geleden mede te herdenken? Ik sluit ook aan bij de vragen over de Papoea's.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2014 > juni