Inbreng Gert-Jan Segers ivm Wetsvoorstel Bontes tot wijz. BW ivm beperken duur partneralimentatie

donderdag 07 maart 2013 00:00

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie inzake wijziging Burgerlijk Wetboek ivm beperken duur partneralimentatie (Bontes)

Onderwerp:   Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie en tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het desverzocht verstrekken van berekeningen van draagkracht en behoefte in zaken betreffende partneralimentatie

Kamerstuk:    33 311

Datum:            7 maart 2013

I ALGEMEEN DEEL

De kern van het initiatiefwetsvoorstel

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel dat zich richt op de beperking van de duur van partneralimentatie en het desgewenst verstrekken van berekeningen van draagkracht en de behoefte in zaken betreffende de partneralimentatie. Deze leden hebben meerdere vragen bij het huidige initiatiefwetsvoorstel.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de initiatiefnemer een beschouwing te geven over de rechtsgrond voor toekenning van alimentatie. Zij verzoeken de initiatiefnemer daarbij in te gaan op de huidige rechtsgrond voor partneralimentatie, namelijk de lotsverbondenheid die ontstaat na het aangaan van een huwelijk. Deze dwingende materiële lotsverbondenheid doet een wederzijdse zorgplicht ontstaan ook na beëindiging van het huwelijk. De initiatiefnemer noemt als argumenten voor het huidige initiatiefwetsvoorstel de toename van het aantal echtscheidingen, het veranderende rollenpatroon en het ontbreken van draagvlak voor de huidige wetgeving. Uit de toename van het aantal echtscheidingen blijkt volgens initiatiefnemer dat het huwelijk niet vanzelfsprekend meer een levenslange verbintenis is. Deze leden vinden de genoemde trend zorgelijk, echter voor deze leden is niet duidelijk welk verband deze toename heeft met het huidige initiatiefwetsvoorstel.

Ten aanzien van het veranderende rollenpatroon merken de leden van de ChristenUnie-fractie op dat een van beide partners het grootste deel van de zorgtaken invult en dat deze zorgtaken niet verdwijnen na een scheiding. Deze leden vragen de initiatiefnemer in hoeverre de termijn van vijf jaar de zorgende partner voldoende in de gelegenheid stelt een zelfstandige inkomenspositie te verwerven. Deze leden vragen de initiatiefnemer daarbij ook aandacht te besteden aan een situatie waarbij de ene partner, bij wie de kinderen hun hoofdverblijf hebben, minder mogelijkheden heeft dan de andere het inkomen te verhogen en waarbij een deel van het inkomen besteed moet worden aan de kosten voor kinderopvang en dit voor rekening komt van de zorgende partner omdat de andere partner geen co-ouderschap wenst. Deze leden verzoeken de initiatiefnemer hierop in te gaan en vragen of onderzocht is voor welke groepen die partneralimentatie ontvangen deze regeling met name een sterke inkomensteruggang betekent. Zij vragen ook een toelichting voor de groep vrouwen die al meer dan tien jaar niet meer deelnemen aan de arbeidsmarkt en voor wie de perspectieven op terugkeer zeer slecht zijn vanwege hun leeftijd en/of opleiding.

Voornoemde leden vinden in algemene zin dat dit initiatiefwetsvoorstel onvoldoende in beeld brengt wat de verwachte neveneffecten zullen zijn van het terugbrengen van de termijn van twaalf naar vijf jaar en vragen de initiatiefnemer dit in beeld te brengen. Deze leden vragen de initiatiefnemer inzicht te geven in de achtergrond van degenen die partneralimentatie ontvangen, bijvoorbeeld als het gaat om scholing, afstand tot de arbeidsmarkt en eventuele drempels bij terugkeer tot die arbeidsmarkt. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe het inzicht verschaffen in de draagkrachtberekening extra bijdraagt aan de duidelijkheid van het te betalen alimentatiebedrag, nu de rechter reeds een beschikking geeft met het te betalen bedrag. Aangezien de draagkrachtberekening procesrechtelijk geen betekenis heeft, vragen zij hoe deze berekening bijdraagt aan de rechtszekerheid zoals de initiatiefnemer stelt.

Adviezen van derden

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de initiatiefnemer wijst op een enquête van TNS-NIPO ter onderbouwing dat het draagvlak in de samenleving voor de termijn van twaalf jaar ontbreekt. Zij constateren dat de indiener slechts een uitkomst uit de enquête betrekt bij zijn beschouwing op het draagvlak, te weten dat een meerderheid van de geënquêteerden geen voorstander is van de termijn van twaalf jaar partneralimentatie. Zij verzoeken de indiener ook de andere uitkomsten van het onderzoek te delen. Genoemde leden vragen de indiener op welke gronden de nieuwe termijn van vijf jaar aansluit bij de uitkomsten van het onderzoek. Zij constateren dat uit de gepubliceerde conclusies vooral blijkt dat Nederlanders het aspect zorg bij de toekenning van partneralimentatie zwaarder waarderen dan in het huidige recht zijn beslag krijgt en zij zien niet hoe het voorliggende wetsvoorstel recht doet aan deze conclusie.

II ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I wijziging artikel 157, derde en vierde lid, Boek 1 BW

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de initiatiefnemer een reactie op de kanttekening van de Afdeling advisering van de Raad van State waarin wordt opgemerkt dat de mogelijkheden tot verlenging van de alimentatieduur na ommekomst van de termijn van vijf jaar buitengewoon beperkt zijn. Op grond van het niet gewijzigde vijfde lid van dit artikel is verlenging van de duur na vijf jaar slechts mogelijk als beëindiging van zo’n ingrijpende aard zou zijn dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de alimentatiegerechtigde niet kan worden gevergd.

Deze leden achten de voorgestelde regeling niet proportioneel in vergelijking met het zesde lid van dit artikel waar de onderhoudsplicht korter is dan twaalf jaar voor huwelijken die minder dan vijf jaar hebben geduurd en kinderloos zijn gebleven en waar de huwelijksduur de maximale termijn van partneralimentatie bepaalt. Zij vinden dat de duur van een huwelijk of de aanwezigheid van kinderen terechte elementen zijn die een langere termijn van alimentatie rechtvaardigen en zij vragen de initiatiefnemer de proportionaliteit tussen beide regelingen nader te beschouwen.

Artikel III Overgangsrecht

De leden van de ChristenUnie-fractie zien niet hoe de huidige overgangsregeling rekening houdt met het beginsel dat geen terugwerkende kracht wordt toegekend aan een regeling die belastend is. Zij wijzen daarbij op aanwijzing167 in de aanwijzing voor de regelgeving en vragen de initiatiefnemer te motiveren welke bijzondere omstandigheid er in casu is. Deze leden merken op dat deze wijziging een aantasting van de rechtszekerheid voor de burger inhoudt en zij vragen of deze bepaling, bij juridische toetsing, stand zal houden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


Labels
Bijdragen
Gert-Jan Segers
Justitie

« Terug

Archief > 2013 > maart