ChristenUnie bezorgd om milieuschade Waddengebied

waddenzeezaterdag 23 maart 2013 14:13

ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber maakt zich zorgen over de natuur en het milieu in het Waddengebied. Het Kamerlid heeft nogmaals vragen gesteld aan de minister en staatssecretaris van Economische Zaken. Deze zijn extra actueel nu de gaswinning rondom en onder de Waddenzee door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt uitgebreid.

Volgens Dik-Faber vinden er allerlei afzonderlijke economische activiteiten plaats, en is onduidelijk wat de negatieve effecten zijn van alle activiteiten gezamenlijk op natuur en milieu. Dik-Faber: “Het probleem is dat verschillende instanties vergunningen verlenen op basis van verschillende wetten, zoals de Natuurbeschermingswet, de Wet milieubeheer en de Visserijwet. Niemand heeft het overzicht. Niemand weet dus ook welke totaalschade er mogelijk aangericht kan worden in het Waddengebied. Dit moet in beeld gebracht worden. Het mag niet gebeuren dat afzonderlijke activiteiten goedgekeurd worden, terwijl later blijkt dat alle projecten bij elkaar schadelijk zijn voor het Waddengebied.”

Momenteel  is het volgens Dik-Faber zo dat initiatiefnemers van projecten en vergunningverleners zelf moeten onderzoeken wat de negatieve effecten zijn van deze projecten. Hierbij moeten ze ook kijken naar de cumulatieve effecten van andere activiteiten. ,,Dit is niet te doen. Per jaar worden honderden vergunningen afgegeven. Een optelsom van de cumulatieve effecten is voor initiatiefnemers en vergunningverleners zelf niet te maken”, aldus het Kamerlid.

Centraal toezicht

Daarom pleit de ChristenUnie voor een centraal en openbaar overzicht van de natuur- en milieueffecten van de verschillende activiteiten in het Waddengebied. Dit register zou dan door een centrale  overheidsinstantie beheerd moeten worden, waarbij overheden en onderzoeksinstituten de bij hun bekende informatie kunnen aanleveren. Dik-Faber: ,,We zien nu bij de discussie over zoutwinning in de Waddenzee dat er veel onduidelijkheid is over de effecten. Een centraal overzicht met effecten van andere activiteiten kan helpen om een weloverwogen beslissing te nemen over zoutwinning in de Waddenzee. Daarover wil ik maandag het gesprek aangaan.” 


Schriftelijke vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de cumulatieve effecten op natuur en milieu van activiteiten in het Waddengebied (vervolgvragen op basis van antwoorden op eerder gestelde vragen over dit onderwerp, kenmerk 2013D00927)

1.     Bent u bekend met het artikel “Zoutwinning vergroot zandhonger van ’t wad”?

2.     Wat is uw reactie op het gestelde in dit bericht dat zoutwinning leidt tot vergroting van de zandhonger van de Waddenzee?

3.     U schrijft in uw beantwoording op eerdere vragen (kenmerk 2013D00927) dat er momenteel onderzocht wordt of de afname van de buitendelta’s gecompenseerd zou moeten worden. Wordt hierbij ook bekeken of  de effecten van de zandhonger gecompenseerd kunnen worden, wat de ecologische gevolgen hiervan zijn, en hoe dit zou moeten gebeuren?

4.     Bent u het met mij eens dat er geen vergunning verleend kan worden voor zoutwinning onder de Waddenzee voordat de effecten van de zandhonger op de buitendelta’s, de kusten van Noord-Holland en de Waddeneilanden duidelijk zijn en voordat duidelijk is hoe deze effecten gecompenseerd kunnen worden?

5.     Uit uw beantwoording van eerdere vragen (kenmerk 2013D00927) wordt duidelijk dat er geen overkoepelend overzicht is van de effecten op natuur en milieu van de verschillende activiteiten in de Waddenzee. Zou het niet verstandiger zijn een centraal en openbaar overzicht bij te houden van de effecten op natuur en milieu van de verschillende activiteiten in het Waddengebied?

6.     Kunt u aangeven hoe vaak jaarlijks een passende beoordeling wordt opgesteld voor activiteiten in het Waddengebied waarbij ook cumulatieve effecten op natuur en milieu worden gegenereerd bij verschillende bevoegde instanties?

7.     Kunt aangeven hoe vaak jaarlijks overleg plaatsvindt tussen verschillende bevoegde instanties over een concrete passende beoordeling en de toetsing hiervan?

8.     Hoe wordt voorkomen dat er effecten over het hoofd gezien worden, gezien de honderden verleende vergunningen en de vele tientallen beschermde soorten en habitats in het Waddengebied?

9.     Wat is de status van het onderzoek dat u laat uitvoeren naar de mogelijkheden om bedrijven op een eenvoudige wijze en tegen de laagst mogelijke kosten toegang te verlenen tot ecologische informatie, met het oog op een snelle en goedkope vergunning- en ontheffingverlening?


Friesch Dagblad, 19 januari 2013, “Zoutwinning vergroot zandhonger van ’t wad”

 

Labels
Carla Dik
Natuur en Milieu

« Terug

Reacties op 'ChristenUnie bezorgd om milieuschade Waddengebied'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2013 > maart