De spanning stijgt tijdens het gesprek

Joel Voordewind_Ruben Timman_top2maandag 14 januari 2008 10:00

Joël Voordewind, woordvoerder Buitenlandse Zaken van de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer, maakt met collega's een reis door Afrika. En doet verslag. Vandaag de tweede aflevering vanuit een kamp van Somalische vluchtelingen in de Ethiopische grensstreek: "In het vluchtelingenkamp worden we warm welkom geheten door honderden zingende en joelende Somaliërs."

Na het bezoek aan de Afrikaanse Unie, staat een gesprek met de Ethiopische minister-president Meles Zenawi op het programma. In gesprekken die we eerder voerden met de oppositie werd Zenawi omschreven als dictator, een alleenheerser die geen oppositie duldt. We hoorden verhalen over leiders die regelmatig worden opgepakt en in de gevangenis belanden voor kortere of langere tijd. De oppositie zou niets te zeggen hebben in het parlement. In vergelijking met deze regering zou Mugabe, president van Zimbabwe, een democraat zijn. Ook de mensenrechtenorganisatie klaagt over gebrek aan persvrijheid, over de behandeling van politieke gevangenen en over mensenrechtenschendingen met name in het zuiden, de Oganden region.

Andere spraken met veel bewondering over Zenawi, als de enige die in staat is de partijen en verschillende stammen bijeen te houden binnen zijn EPDRF, de partij die 327 van de 547 zetels in het parlement bezet. Als we hem spreken blijkt het een rustige, kleine man te zijn, die zacht praat en serieus overkomt. Onze delegatieleider Henk Jan Ormel stelt hem in zijn inleidend verhaal zeven vragen die we van tevoren hadden bedacht. Zonder de vragen te hebben opgeschreven, beantwoordt hij alle vragen in de juiste volgorde.

Zenawi zegt met hart en ziel te werken aan het bestrijden van armoede en geweld tegen meisjes en vrouwen, en voor goed basisonderwijs en gezondheidzorg. Als het gaat om geweld tegen vrouwen gaat het niet alleen om betere wetgeving, maar ook om een omslag in de chauvinistische, mannelijk gedomineerde cultuur. Ook moet de cultuur volgens hem om als het gaat over abortus. Abortus is nu verboden, tenzij het leven van de moeder in gevaar is. Maar Zenawi wil ook meisjes die verkracht zijn de ‘uitweg’ van een abortus bieden.

Als het gaat over de oppositie, zegt hij dat sommige groepen de democratie willen misbruiken om zelf aan de macht te komen. Hij ontkent dat de oppositie wordt geïntimideerd. Zenawi zegt dat hij zelf ervaren heeft wat intimidatie is toen de oppositie aan de macht was. Zij vermoordden mensen en gaven niemand een eerlijke rechtsgang. Het system is niet perfect, maar wel herkenbaar democratisch, zegt hij.

Nederlands ondernemerschap
We reizen de volgende dag naar het zuidwesten per auto. We bezoeken Nederlandse bloemen-, aardbijen- en bonenkwekerijen. Indrukwekkend hoe de Nederlandse ondernemersgeest hier grote bedrijven van de grond krijgt, met soms meer dan duizend mensen in dienst. Veel werkgevers bieden medische verzorging van hun personeel, één zorgde zelfs voor een compleet ziekenhuis en een basisschool voor 1500 kinderen. Een derde van de leerlingen is kind van het personeel, de overigen komen uit de directe omgeving.
Als we een staatsschool bezoeken - en er zijn er heel veel bijgebouwd de laatste tien jaar - zien we hoe tachtig kinderen in één klas geperst zitten. Maar het aantal kinderen dat onderwijs krijgt, is wel gigantisch toegenomen, dankzij de inspanningen van deze regering en met behulp van de internationale gemeenschap. De kwaliteit van onderwijs schiet alleen nog tekort en er is ook een gebrek aan voortgezet onderwijs.

Somalische vluchtelingenkamp
De volgende dag vliegen we met een klein Cessna-vliegtuigje naar Jijiga, een grensplaats met Somalië. Onderweg zien we hoe dichtbevolkt Ethiopië is. Zelfs op het platteland zien we overal kleine huisjes met golfplaten daken en kleine akkers. De communisten hebben gepoogd in de jaren tachtig hier grote staatsbedrijven van de grond te krijgen, maar dat mislukte. Nu onderneemt de overheid opnieuw pogingen om grotere kavels grond te groeperen zodat er efficiënter gewerkt kan worden en de opbrengst vergroot. Alleen dit keer door de boeren te compenseren voor hun land.

We landen op een gravelbaan en worden ontvangen door soldaten met geweren in de aanslag. In Jijiga zijn vorige week nog zestien doden gevallen bij een bomaanslag, maar volgens de ambassade is het nu weer veilig. Anderen noemen dit het rovershol van Ethiopië. Duidelijk een andere sfeer hier dan in de hoofdstad. We rijden nog anderhalf uur met te hoge snelheid over een gravelweg met af en toe grote kuilen en overstekende kudden geiten en schapen. Achteraf hoor ik dat een Nederlander hier vorig jaar een ernstig ongeluk heeft gehad waarbij zijn 15-jarige zoon is omgekomen.

Af en toe komen we een kameel tegen. We maken een noodstop om een reuzenschildpad te helpen oversteken. In het vluchtelingenkamp worden we warm welkom geheten door honderden zingende en joelende Somaliërs. In deze regio zijn er 25.000 Somalische vluchtelingen. We komen amper door menigte heen. We horen toespraken aan van verschillende stammen en groepen. Allen uiten ze hun dankbaarheid voor de steun die de internationale gemeenschap en Nederland geeft, en pleiten voor meer hulp. Vanuit mijn vroegere werk in de ontwikkelingssamenwerking weet ik dat het goed gaat met deze mensen. Ze zien er verzorgd uit: geen verkleurde haren en bolle buikjes, geen moeder-en-kind-kliniek. Wel is zichtbaar dat ze bang zijn voor het vooruitzicht hier lang te moeten wachten tot ze terug kunnen naar Somalië. Deze vluchtelingen zijn na de verhevigde gevechten eind december 2006 in Somalië de grens overgestoken op zoek naar hulp en een veilig heenkomen. Ik hoor dat vluchtelingen uit omliggende kampen die al veel langer hier zijn, het veel slechter hebben en dat daar wel ondervoeding voorkomt.

Vervolgens spreken we de president van de Somali region. Hij weerspreekt dat de vluchtelingen het niet goed zouden hebben. Hij ontkent dat er verkrachtingen plaatsvinden door het leger en zegt dat hij het Rode Kruis terecht uit de regio heeft gegooid omdat zij de anti-peace elements ondersteunde. We spreken onze verbazing uit over zijn beweringen en de spanning stijgt tijdens het gesprek. Onze delegatieleider zorgt uiteindelijk voor een goed uiteengaan, maar duidelijk wordt dat we verbeteringen niet van hem hoeven te verwachten in deze regio. We moeten haast maken omdat we voor donker moeten landen in Addis.

Wordt vervolgd...

Labels
Joël Voordewind

« Terug

Reacties op 'De spanning stijgt tijdens het gesprek'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2008 > januari