Leerlingenvervoer

Tijdens de debatraad van 30 januari 2007 stond een wijziging van de Verordening Leerlingenvervoer op de agenda. In deze verordening wordt o.a. vastgesteld welke kinderen er in aanmerking komen voor aangepast vervoer van en naar school. Deze verordening werd in beginsel al in 2005 ingezet om een ingesleten praktijk te beëindigen, waarbij met betrekking tot scholen voor speciaal basisonderwijs, taxivervoer eerder regel dan uitzondering was.
In het kader van kostenbeheersing werd toen door de gemeenteraad besloten een stringentere toepassing van de Verordening Leerlingenvervoer toe te passen. In de praktijk betekende dit een inperking van het aangepast vervoer. Aan de toenmalige raad werd toegezegd de opgedane ervaringen na afloop van het schooljaar 2005-2006 te evalueren.

Uit deze evaluatie wordt nu opgemerkt dat de nieuwe werkwijze over het algemeen voldoet met uitzondering van de maximale begeleidingstijd. Deze begeleidingstijd, die nu al geldt voor gehandicapte kinderen, wordt in de nieuwe (bijgestelde  2007)verordening uitgebreid, zodat ook de ouders van kinderen die een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs bezoeken, gebruik kunnen maken van de 3-uurs-norm begeleiding.

Ook wordt in het wijzigingsvoorstel de vergoeding over een bepaalde afstand gewijzigd. De reden hiervan is dat tijdens het vaststellen van de vorige verordening alle scholen voor speciaal onderwijs zich op grote afstand van de gemeente Hardenberg bevonden. Nu er zich een nevenvestiging van De Ambelt heeft gevestigd in Hardenberg betekent dit dat vrijwel de meeste leerlingen van deze nevenvestiging een beroep op de Verordening leerlingenvervoer zouden kunnen doen. Dit druist in tegen het oogmerk van de regeling omdat het hier gaat om leerlingen zonder lichamelijke of zintuiglijke handicap.
Voorgesteld wordt het afstandcriteria te wijzigen in 6 km. ( een criteria die ook voorkomt binnen het model van de VNG-verordening. ( Vereniging Nederlandse Gemeenten)

De fractie van de CU  heeft, met de genoemde wijzigingen zoals deze in het raadsvoorstel worden aangegeven, ingestemd. 

De CDA fractie vond echter dat door de stringentere toepassing in 2005 een aantal kinderen/ouders nadelige gevolgen ondervond van de huidige Verordening.
Zij gaven dan ook in een amendement aan dat de verordening zo moest worden aangepast dat alle kinderen jonger dan 10 jaar en aangewezen op enige vorm van speciaal onderwijs op grond van hun handicap, belemmering of beperking en die verder dan 4 km. van de dichtstbijzijnde school wonen, aanspraak maken op aangepast vervoer van de gemeente.

Bij de beoordeling van dit amendement stelt de ChristenUnie vast dat: 

1. In het Meerjarenprogramma en in het Collegeprogramma is vastgesteld en dat gekozen wordt voor een Stevige Samenleving. Een samenleving waarbij de verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid hoog in het vaandel staan.
   Daarom wil zij de verantwoordelijkheid daar neerleggen waar ze hoort, namelijk bij de ouders. Uit gesprekken met ouders die te maken hebben met een vergoeding van het leerlingenvervoer blijkt ook dat men zelf of met hulp van anderen goed in staat is knelpunten en problemen binnen deze Verordening op te lossen.
   
2. In het amendement de eerste drie jaren financieel zijn gedekt, maar daarna gaat het de gemeente  structureel geld kosten. Ook over de dekking van de onkosten die de CDA fractie noemde in het amendement maakte de ChristenUnie zich zorgen.
   
3. Wanneer er zich echter grote moeilijkheden/ onoverkomelijkheden voordoen kunnen ouders immers een beroep doen op het college, oftewel aanspraak maken op het gebruik van de hardheidsclausule. Uitzondering moet echter niet tot regel worden verheven.

Dit alles overwegende heeft de ChristenUnie fractie dit amendement dan ook niet ondersteund. Het amendement werd vervolgens door het CDA ingetrokken omdat ook de andere fracties het amendement niet ondersteunden.