Inbreng wijziging arbeidstijdenwet i.v.m. vereenvoudiging van die wet

woensdag 24 mei 2006 14:28

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van de voorgestelde wijzigingen in de Arbeidstijdenwet. Bij een aantal voorgestelde wijzigingen hebben deze leden hun bedenkingen en zouden zij graag een nadere toelichting ontvangen.

Arbeid op zondag
De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn blij dat er in beginsel nog steeds geen arbeid wordt verricht op zondag. Deze leden onderschrijven het belang van een collectieve rustdag, de zondag is hiervoor de meest aangewezen dag. Het is hierom goed te kunnen constateren dat de minister is afgestapt van het idee om geen minimum aantal vrije zondagen in de wet op te nemen. In de wet wordt nog steeds uitgegaan van 13 vrije zondagen per jaar (Art. 5.6, lid 3).

Toch is er ten opzichte van de oude Arbeidstijdenwet (ATW 1995) een bepaling over arbeid op zondag verdwenen. Wat heeft de minister doen besluiten om niet meer in de wet op te nemen dat ten minste 4 weken in elke periode van 13 achtereenvolgende weken geen arbeid mag worden verricht op zondagen, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie (ATW 1995, Art. 5.4, lid 1). Daarnaast is ervoor gekozen om het aantal van 13 vrije zondagen, met inachtneming van Artikel 5:6, lid 1 en 2, te kunnen verminderen middels een collectieve regeling. Dit is een verruiming ten opzichte van ATW 1995, waar het slechts mogelijk was om bij collectieve regeling het aantal vrije zondagen per jaar te verminderen van 4 per 13 weken naar 13 per 52 weken. Waarom heeft de minister deze verruimingsmogelijkheid in de wet een plaats gegeven?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vinden het niet wenselijk dat 16- en 17-jarigen op zondag werken. Het laten vervallen van ATW 1995, Art 5.4, lid 4 vinden deze leden om deze reden ook geen goed voorstel. Het laten vervallen van Art 5.4, lid 4 verruimt voor deze leeftijdsgroep de mogelijkheden om op zondag te werken. Waarom heeft de minister ertoe besloten desbetreffend lid geen plaats meer te geven in de nieuwe Arbeidstijdenwet?

Arbeidstijd
In het wetsvoorstel kiest de minister ervoor om het verschil tussen ‘arbeidstijd’ en ‘arbeidstijd inclusief overwerk’ te laten vervallen. Dit levert een aanzienlijke vereenvoudiging van de wet op. Is dit de enige reden om dit verschil niet meer op te nemen in de wet, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie. Gaan er geen ongewenste effecten uit van deze samenvoeging? De minister stelt nog uitsluitend grenzen aan de totale arbeidstijd. Wat zijn de gevolgen hiervan met betrekking tot de keuzen die gemaakt kunnen worden op het gebied van de combinatie van arbeid en zorg?

Mede als gevolg van het samenvoegen van de begrippen ‘arbeidstijd’ en ‘arbeidstijd inclusief overwerk’ gaat het maximaal toegestane aantal arbeidsuren per dag van 9 uur naar 12 uur en per week van 45 uur naar 60 uur. Kunnen werknemers hierdoor verplicht worden meer dan 9 uur per dag te werken, of meer dan 45 uur per week, terwijl zij hiertoe onder de oude Arbeidstijdenwet niet verplicht waren? De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het mogelijk is dat onder de nieuwe Arbeidstijdenwet overwerk structureel van aard wordt, door de toename van het maximaal toegestane aantal te werken uren? Is het incidentele karakter van overwerk niet beter gewaarborgd wanneer er een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘arbeidstijd’ en ‘arbeidstijd inclusief overwerk’?

Arbeid in nachtdienst
In de memorie van toelichting (pag. 11) wordt gesteld dat de kans op gezondheidsschade toeneemt naarmate de omvang van de nachtarbeid groter wordt. In het wetsvoorstel is ervoor gekozen de definitie van nachtdienst te herformuleren. In het nieuwe wetsvoorstel is een nachtdienst een dienst waarin meer dan een uur arbeid wordt verricht tussen 00.00 en 06.00. Dit biedt mogelijkheden om tot 01.00 door te werken en om 05.00 te beginnen zonder dat dit als werk binnen een nachtdienst wordt aangemerkt. De leden van de fractie van de ChristenUnie vinden dat werken in nachtdiensten - evenals werken op zondag - zoveel mogelijk beperkt dient te worden. Deelt de minister deze mening?
In de MvT (pag. 11) staat dat de kans op gezondheidsschade toeneemt naarmate de duur van de nachtarbeid toeneemt. Wat zijn de gevolgen voor de volksgezondheid van de mensen die door deze wijziging extra uren in de nacht zullen gaan werken?

De nieuwe regeling voor nachtdiensten betekent dat permanente nachtarbeid in beginsel uitgesloten blijft De thans bestaande uitzondering die als overgangsmaatregel is opgenomen in het ATB zal bij inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel worden ingetrokken (MvT, pag. 31). Wat is het gevolg voor mensen die onder deze overgangsmaatregel nu permanent in de nacht werken, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Lopen deze personen kans hun baan te verliezen? Zo ja, wat is de minister voornemens voor deze mensen te doen?

In zeer specifieke gevallen is de minister bereidt uitzonderingen te maken op het gebied van nachtdiensten (MvT, pag. 31). De minister noemt als voorbeeld personeel werkzaam in sommige delen van de horeca. Is dit een uitputtende opsomming van werksituaties waarin sprake is van structurele knelpunten, of zijn er nu al andere branches bekend waarvoor de nu voorliggende Arbeidstijdenwet problemen zal opleveren?

Labels
Bijdragen
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Inbreng wijziging arbeidstijdenwet i.v.m. vereenvoudiging van die wet'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > mei