Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Dierziekten en antibioticagebruik

woensdag 15 januari 2014 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken en minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport    

Onderwerp:   Dierziekten en antibioticagebruik

Kamerstuk:    29 683

Datum:            15 januari 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. We zijn op de goede weg met het beperken van het antibioticagebruik. Sinds de invoering van de nieuwe aanpak hebben we ook een beter zicht op de vorderingen die worden gemaakt. In alle sectoren daalt het gebruik, met de varkenshouderij en de pluimveehouderij voorop. Het is een mooie opsteker dat onze varkenssector inmiddels voor lijkt te lopen op gidsland Denemarken, zoals de heer Geurts al aangaf.

Er zijn echter ook zorgen. Er is bijvoorbeeld specifieke aandacht nodig voor de vleeskalverhouderij, maar ook de andere sectoren kennen nog relatief grote groepen veelgebruikers. Op die punten is directe actie nodig. Daarnaast is er natuurlijk het probleem van illegaal antibioticagebruik, dat het imago van de veehouderij geen goed doet.

Afgelopen week werd bekend dat bij een vleeskalverhouder in Twente het verboden middel furaltadone is aangetroffen. Het positieve van deze zaak is dat de controles door de private Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector vruchten afwerpen. Tegelijkertijd roept deze zaak ook vragen op. Het verboden antibioticum schijnt namelijk niet alleen in de urine van de kalveren maar ook in een gesloten voerzak met melkpoeder te zijn aangetroffen. Ik vraag de staatssecretaris of dit klopt. Heeft de NVWA ook bij andere afnemers van dit melkpoeder monsters afgenomen? Zo nee, waarom dan niet? We moeten natuurlijk uitsluiten dat ook onze vleeskalverhouders dit middel ongewild op hun bedrijf krijgen.

Ik ga nu in op de fraudezaak met antibiotica in de pluimveesector, waarover de staatssecretaris de Kamer in november summier heeft geïnformeerd. Wat is de omvang van de fraude en hoeveel bedrijven zijn erbij betrokken? Om welke antibiotica gaat het? Kan de staatssecretaris aangeven of de vergunningsplicht voor het bezit van grondstoffen, die sinds januari 2013 van kracht is, in de praktijk effect heeft bij de opsporing van illegale antibiotica?

Zoals ik al aangaf: we zijn op de goede weg. Het is nu zaak om specifiek beleid te voeren ten aanzien van de veelgebruikers in de verschillende sectoren. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat veehouders die op rood staan, daadwerkelijk actie ondernemen om hun gebruik te verminderen? Wordt er gemonitord of veehouders samen met hun dierenartsen daadwerkelijk een verbeterplan opstellen? En hoe is geborgd dat na het afschaffen van de productschappen -- dat was niet ons idee -- de NVWA nog steeds kan beschikken over de gegevens van de veelgebruikers?

Het gebruik van de fluorochinolonen, de derdekeusmiddelen in de vleeskalverhouderij, is weliswaar afgenomen, maar nog steeds wijdverbreid, zoals blijkt uit de rapportage van de SDa. Welk effect heeft de gevoeligheidsbepaling -- dat is de toets of er geen alternatieven zijn -- die sinds 1 januari voor deze middelen verplicht is? Hoeveel effect heeft die toets tot nu toe gehad?

De kalversector zou in overleg met de melkveesector een plan van aanpak opstellen om ervoor te zorgen dat de kalveren in een goede conditie op de bedrijven aankomen. Dat is natuurlijk mooi, maar dit werkt alleen als er ook afspraken worden gemaakt met melkveebedrijven in Oost-Europa, waar veel kalveren vandaan komen. In december is hierover een motie van mijzelf en collega Van Dekken aangenomen. Hoe gaat de staatssecretaris invulling geven aan die motie?

Dan nog een vraag over de discrepantie tussen de gebruiks- en de verkoopgegevens. Kan de staatssecretaris al meer inzicht geven in de oorzaken daarvan?

Via een motie heb ik de regering verzocht om meer aandacht en ruimte voor alternatieven voor antibiotica. Het is goed dat er meer ruimte komt voor praktijkproeven. Kan de staatssecretaris aangeven of die ruimte in de praktijk al wordt benut? Ik ben blij met de initiatieven die de staatssecretaris neemt om de bekendheid met en de bewustwording over alternatieven bij veehouders te vergroten. Ik zie ook uit naar de apps die worden ontwikkeld, maar bij de innovatieprogramma's lijkt men vooral in te zetten op hygiëne. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoeveel geld precies beschikbaar is voor de ontwikkeling van alternatieve geneesmiddelen, zoals probiotica. Ik denk dat daar echt kansen liggen. Het lijkt erop dat veehouders en dierenartsen liever voor andere maatregelen kiezen en hier kansen laten liggen. Dat zou ontzettend jammer zijn.

De campylobacter is een serieus probleem, niet in het minst omdat die in 2012 mogelijk bij 34 sterfgevallen in Nederland een rol heeft gespeeld. Het is goed dat we in Nederland maatregelen nemen, maar ik heb begrepen dat we alleen een proceshygiënecriterium mogen vaststellen. Het zal nog een hele klus worden om de hygiëne in de Nederlandse slachterijen te verbeteren. Hoe kunnen de Nederlandse supermarkten er volgens de staatssecretaris voor zorgen dat ook hun buitenlandse leveranciers deze -- immers niet verplichte -- maatregelen nemen? Ik heb hier een hard hoofd in. In Europees verband zet de staatssecretaris ook eerst in op een proceshygiënecriterium. Waarom zet zij zich niet meteen in voor een Europees voedselveiligheidscriterium, net zoals bij salmonella?

Tot slot ga ik in op de dierziekten. Ik dank de staatssecretaris voor het vrijgeven van de ruim 8.000 documenten over de MKZ-crisis aan de veehouders in Kootwijkerbroek, iets wat haar voorgangers weigerden. Daar is bij de veehouders waardering voor. Om die crisis nog even in perspectief te plaatsen: er zijn destijds circa 280.000 dieren afgemaakt. Uit de stukken blijkt echter dat in 2001 bij niet meer dan 69 dieren het MKZ-virus daadwerkelijk is gevonden. Dat betekent dat 99,975% van de dieren onbesmet is geruimd. Op dit moment loopt er nog een beroepsprocedure van de veehouders in Kamperveen. Zij hebben sterke aanwijzingen dat de destijds gestelde diagnoses niet kloppen en dat het bedrijf in Oosterwolde, waar alles mee begon, onterecht besmet is verklaard. Geiten zijn aangezien voor schapen en de uitslag voor het rund dat destijds als positief is getest, bleek achteraf vals-positief. Zo zijn er nog meer vragen. Ik hoop dat de onderste steen daadwerkelijk boven zal komen. In dat opzicht is het vreemd dat destijds wel de bestrijdingsmaatregelen zijn geëvalueerd, maar dat de juistheid van de gestelde diagnoses niet is geëvalueerd, terwijl juist daarover tot op de dag van vandaag sterke twijfels bestaan. Is de staatssecretaris bereid om deze evaluatie alsnog te laten uitvoeren op basis van alle stukken?

Dan nog kort iets over de vogelgriep.

De voorzitter: Uw tijd is om. Nog een zeer korte, laatste zin.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Hadden de bedrijven die onlangs door de vogelgriep zijn getroffen, preventieve maatregelen genomen en wat is de stand van zaken in het Europese overleg over het tegengaan van laagpathogene vogelgriep op bedrijven met vrije uitloop?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carla Dik

« Terug

Archief > 2014 > januari