Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Bedrijfslevenbeleid

donderdag 06 juni 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met minister Kamp van Economische Zaken 

Onderwerp:   Bedrijfslevenbeleid

Kamerstuk:    32 637

Datum:            6 juni 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Het is een heel grote uitdaging om in zes minuten het hele Nederlandse bedrijfslevenbeleid te behandelen. Daarom zie ik me gedwongen me te beperken tot een aantal onderwerpen, maar die onderwerpen verdienen wat ons betreft de nodige aandacht. Dat betreft het topsectorenbeleid en de Subsidieregeling Innovatieve Scheepsbouw (SIS). Bovendien wil ik, nu we net zijn begonnen met de nieuwe aanbestedingswet, de minister wat casussen daaromtrent voorleggen en zijn visie daarop vragen.

Het kabinet gaat uit van de stelling dat een deel van de Nederlandse wetenschap relevant moet zijn voor de belangrijkste economische topsectoren. De ChristenUnie deelt die stelling. De minister heeft hiervoor van het kabinet 100 miljoen extra ter beschikking gekregen om via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) te verdelen. Tegelijkertijd is de NWO de afgelopen jaren fors gekort op haar budgetten en heeft zij de budgetten voor al haar wetenschapsgebieden moeten verlagen vanwege die kortingen. Kan de minister garanderen dat dankzij de nieuwe middelen, die 100 miljoen, de NWO voor de bètagebieden over voldoende budget beschikt met het oog op haar dubbele taak, namelijk om de topsectoren via vraaggestuurde constructies van publiek-private samenwerking (pps) te bedienen en de hoeveelheid vrije, voor de topsector relevante bètawetenschappen in stand te houden op ten minste het huidige niveau? Bij onze fractie zijn hierover nogal wat zorgen. Ik hoop dat de minister hierover wat helderheid kan geven.

In het verlengde daarvan vraag ik de minister hoe hij ervoor gaat zorgen dat op termijn die 100 miljoen aan pps-middelen van de NWO zodanig over de negen topsectoren wordt verdeeld dat er optimaal kan worden geprofiteerd van de beschikbare cofinanciering die het bedrijfsleven wil investeren in academisch onderzoek. Daarbij wijs ik met name op de grote hoeveelheid private R&D en potentiële pps'en binnen de topsector Hightechsystemen en -materialen. Door het wegvallen van de eerdere middelen van de technologische topinstituten (TTI) en het Fonds Economische Structuurversterking (FES) zijn die bedrijven in de hightechsector echt wel bereid om te investeren. Hoe zet de minister hier voldoende publieke middelen tegenover, want dat is wel een belangrijke voorwaarde? Ik hoop dat de minister daarover meer duidelijkheid kan geven.

Dan kom ik bij de SIS. Een paar weken geleden is er een rapport verschenen over de terugverdienkracht van de SIS. Ik wil dit rapport graag via de voorzitter aan de minister overhandigen. Hierin staan namelijk een aantal behartigenswaardige zaken. De SIS voorziet in enige tegemoetkoming voor de meest risicovolle innovatieve investeringen in de scheepsbouw. Het resultaat daarvan is dat, volgens dit rapport, die subsidie drie tot elf maal terugverdiend wordt. Kortom, we kunnen wel eens wat kritische noten kraken over subsidieregelingen, maar dit is er nu eentje die veel meer oplevert dan dat zij ons kost. In 2013 is deze regeling afgeschaft, maar mijn fractie houdt er een pleidooi voor dat de minister eens goed naar dit rapport kijkt en een reactie geeft op de bevindingen uit dit rapport. Ik weet dat het in deze tijden niet makkelijk is, maar wil de minister kijken of er in de plooien van zijn begroting maar zo'n 6 miljoen te vinden is om hieraan toch nog een mouw te kunnen passen. Ik zeg "maar" zo'n 6 miljoen; dat blijft natuurlijk een flink bedrag, maar op het geheel is het bijna niets. We zijn al halverwege 2013; het wordt dus tijd dat we er goed naar kijken. Ik hoop dat de minister een toezegging wil doen om een reactie op het rapport te geven en te bekijken wat er nog mogelijk is binnen zijn begroting.

De voorzitter: Ik neem het rapport graag in ontvangst en zal het overhandigen aan de minister. Die kan er dan in zijn eerste termijn op terugkomen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Tot slot wil ik het hebben over de aanbestedingswet. De nieuwe aanbestedingswet is net van kracht. Ik dacht dat het goed was om eens in de praktijk te kijken hoe die wet uitwerkt. Eerlijk gezegd ben ik wel geschrokken. Ik wil de minister eens een voorbeeld geven van een nieuwe aanbesteding die volgens de nieuwe aanbestedingsregels in de  aanbestedingskalender is geplaatst. Het betreft het project A12 Veenendaal-Ede. Dat weggedeelte moet opgeknapt worden; er moet nog wat aan gedaan worden. Als ik de eisen die bij de aanbesteding worden gesteld door Rijkswaterstaat bekijk, vraag ik me af hoeveel partijen überhaupt hierop kunnen inschrijven. Ik zal een paar voorbeelden geven van eisen die gesteld worden. Er moet minimaal 10 miljoen eigen geld meegenomen worden als men wil participeren in dit project. Er moet natuurlijk een deel voorgefinancierd worden door de bedrijven. De financiering van dit project moet bij een instelling gebeuren die minimaal een SMP A-rating, Fitch A-rating of Moody's AAA-rating heeft. Ik weet niet waar de minister die nog vindt, maar in Nederland zijn niet veel financiers meer te vinden die hieraan voldoen. Men moet ervaring hebben met soortgelijke projecten van ten minste 35 miljoen. Er gelden allemaal eisen bij die aanbesteding waaruit je kunt opmaken dat middelgrote en grote mkb-bedrijven absoluut geen kans maken om te participeren in dit project. Is de minister bereid om met Rijkswaterstaat te bekijken op welke manier dit soort  projecten veel meer beschikbaar kan komen voor middelgrote en grote  mkbbedrijven? Als we zo doorgaan, blijven er drie of vier spelers over die de markt gaan bepalen en dat lijkt mij niet de ontwikkeling die we met zijn allen willen. En volgens mij wil de minister dat ook niet.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten

« Terug

Archief > 2013 > juni