Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Belastingverdragen

woensdag 23 januari 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een algemeen overleg met staatssecretaris Weekers van Financiën

Onderwerp:   Belastingverdragen

Kamerstuk:    25 087

Datum:            23 januari 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Twee uur voor een algemeen overleg over zo’n complex onderwerp als het fiscaal verdrags-beleid is wel heel weinig. De volgende keer moeten we maar een langer overleg inplannen. Het is immers een complexe en heel belangrijke materie. Mijn voorgangers hebben al veel vragen gesteld. Ik kan mij daar grotendeels bij aansluiten, maar ik wil zelf graag drie punten behandelen. Dat zijn de substance-eisen, de transparantie en de ontwikkelingslanden. Ik ga eerst in op de substance-eisen. Iedereen zoekt eigenlijk naar de precieze betekenis van dit begrip. Op het moment dat tax ruling wordt toegepast, toetst de Belastingdienst of er sprake is van substance. Ik ben benieuwd welke definitie de Belastingdienst daarbij hanteert. Hanteert de Belastingdienst daarbij echt duidelijke en specifieke kenmerken, bijvoorbeeld ook in de periode dat het aantal medewerkers nog moet toenemen of het aantal echte activiteiten in dit land nog moet worden ontplooid? Ik wil daar graag wat meer voeling bij hebben. Hier is het namelijk altijd een punt van discussie: wat bedoelen we daar nu precies mee? Kennelijk heeft de Belastingdienst daar wel wat meer ideeën bij.

De discussie spitst zich tegenwoordig toe op de vraag of het niet gaat om «brievenbusmaatschappijen». Dat is altijd een beladen begrip. Voor onze fractie is het wel degelijk van belang dat bedrijven die van tax ruling gebruik kunnen maken, hier ook daadwerkelijk enige economische activiteiten gaan ontplooien. Wij hebben de berichten in de kranten van de afgelopen dagen wel gezien. Het mag niet voorkomen dat Nederland straks nog meer dan al het geval was, wordt gezien als een soort belastingparadijs. Dat doet geen recht aan de intentie van onze belastingverdragen en het doet ook geen recht aan het imago van Nederland dat het in dezen toch wel een betrouwbare partner wil zijn, ook internationaal. Graag krijg ik meer inzicht in wat daarmee wordt bedoeld.

Verder is er nog het punt van de handhaving. Als eenmaal substance-eisen zijn gesteld, hoe controleren we dan of dit navolging verdient? Ik heb daar de afgelopen dagen met enkele mensen over gesproken. Zij zeiden dat de Belastingdienst het gewoon heel erg zwaar heeft, ook financieel, en dat de dienst dit bijna niet voor zijn rekening kan nemen. Ik vond de suggestie van de heer Groot dan ook heel aardig. Hij stelde voor om eens te bekijken of we de kosten niet kunnen omslaan over de betrokken bedrijven. Het wordt voor Nederland wel erg duur als het de halve capaciteit van de Belastingdienst daarvoor moet inzetten. En dat gaat, vrees ik, ook niet gebeuren. Graag hoor ik een reactie op die suggestie.

Mijn tweede punt gaat over de transparantie-eisen. Wij hebben inderdaad al eerder de motie-Braakhuis/Bashir over country-by-country reporting gehad. Mijn fractie heeft daar ook allang om gevraagd. We moeten gewoon weten wat precies de afspraken zijn. Aan de ene kant snap ik dat veel vertrouwelijk is, maar aan de andere kant moeten er wegen zijn om dit te kunnen onderzoeken opdat we daar toch inzicht in krijgen. Dat is nodig om echt te kunnen beoordelen hoe de situatie in Nederland nu is. Tot slot ga ik in op de ontwikkelingslanden. Hier is al een aantal keren gewezen op Ethiopië. Mijn fractie begrijpt niet waarom in het verdrag met Ethiopië geen antimisbruikbepaling is opgenomen. Recentelijk is nog een aantal verdragen gesloten waarin dat wel is gebeurd. Kennelijk is daar een reden voor geweest. Ik wil die graag horen, maar ik zie nog liever dat er in dat verdrag wel een antimisbruikbepaling komt te staan. Wij willen immers juist dat ontwikkelingslanden op eigen benen komen te staan. We moeten er dan niet voor zorgen dat bepaalde inkomsten die zij kunnen krijgen, via een constructie met Nederland bij wijze van spreken weer worden afgeroomd. Dat lijkt me niet de bedoeling. Kunnen andere recentelijk met ontwikkelingslanden afgesloten verdragen daar ook op worden getoetst? Zijn dat verdragen waarin echt goede afspraken worden gemaakt, terwijl wij deze ontwikkelingslanden uiteindelijk niet tekortdoen? Naar de mening van onze fractie kan dat immers nooit de bedoeling zijn. Een aantal onderzoeksresultaten wordt nog verwacht. Ik noem het onderzoek van Holland Financial Centre (HFC), maar ook de OESO doet onderzoek in EU-verband. Ik wil graag weten wat nu de volgorde der zaken is. Door alle rapporten die nu gaan komen, gaat het mij een beetje duizelen. Hoe gaat het kabinet hiermee om? Wij participeren in al die onderzoeken. HFC is overigens zelfstandig. Hoe verhouden deze verschillende trajecten zich volgens het kabinet tot elkaar, ook in de tijd gezien?

De heer Van Vliet (PVV): De heer Groot heeft een voorstel gedaan voor een bijdrage in de kosten van het toezicht. Ik neem aan dat dit samenhangt met de Vpb-compliancecyclus. Voor welke Vpb-plichtigen zou dat dan moeten gelden? Of gaat dat voor alle Vpb-plichtigen in Nederland gelden?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Dat gaat wat mij betreft met name gelden voor de Vpb-plichtigen die hier aanspraak maken op tax ruling. Dat zijn niet alle Vpb-plichtigen in Nederland. Ik heb er niet helemaal zicht op, maar onze binnenlandse bedrijven zullen daar waarschijnlijk geen afspraken over maken. Het gaat mij met name om de bedrijven die door de Belastingsdienst worden getoetst om te achterhalen of zij voldoende substance hebben of in de loop van de tijd voldoende body krijgen.

De heer Van Vliet (PVV): Ik had de vraag misschien beter aan de heer Groot kunnen stellen. Mij lijkt het een belemmering van het vrije verkeer van personen, goederen en diensten als wij onderscheid maken tussen bedrijven die over de grens in Nederland zaken doen en binnenlandse Vpb-plichtigen. Ik denk dat dit niet helemaal van de grond kan komen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Dan gaan we het technisch oplossen en het voor iedereen laten gelden, maar als je er geen gebruik van maakt, hoef je het ook niet te betalen. Dan kun je het op die manier nog omzeilen. Ik begrijp echter van de heer Groot dat hierover in Luxemburg kennelijk wel bepaalde afspraken zijn gemaakt. Luxemburg zit ook in de EU en kennelijk wordt dat toegestaan. Ik heb daar dus niet zo veel zorgen over.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten

« Terug

Archief > 2013 > januari