Arie Slob: “Geen last maar lust om met kwaliteit bezig te zijn in de zorg”

Arie Slob-Topbanners-1-3.jpgwoensdag 23 januari 2013 16:22

Woensdag vergaderde de Tweede Kamer over oprichting van het Kwaliteitsinstituut, ofwel het Zorginstituut Nederland. Goed kwaliteitsbeleid is cruciaal voor het functioneren van de instelling en voor de geleverde zorg. Het is geen last, maar een lust om met kwaliteit bezig te zijn, betoogde fractievoorzitter Arie Slob. ,,Het is goed om te proberen de zorg voortdurend op een zodanig niveau te brengen dat die aansluit bij nieuwe ontwikkelingen, innovaties en ook – en dit moet vooropstaan- bij de wensen van degenen die de zorg ontvangen." Hieronder vindt u zijn bijdrage.

Voorzitter. De kwaliteit van zorg is al geruime tijd een groot onderwerp, niet alleen bij degenen die in de zorg werken, maar ook bij degenen die van de zorg gebruikmaken. Daar mogen wij mijns inziens blij om zijn. Degenen die in de zorg werken, hebben soms een enigszins wisselende motivatie om met kwaliteitsbeleid bezig te zijn, maar je merkt steeds meer dat zij er intrinsiek van overtuigd zijn geraakt dat een goed kwaliteitsbeleid cruciaal is voor het functioneren van de instelling en voor de geleverde zorg. Men stelt vast dat het geen last, maar een lust is om daarmee bezig te zijn en dat het goed is om te proberen, de zorg voortdurend op een zodanig niveau te brengen dat die aansluit bij nieuwe ontwikkelingen, innovaties en ook -- en dit moet vooropstaan -- bij de wensen van degenen die de zorg ontvangen. Het zou zelfs een streven moeten zijn om de verwachtingen van die personen te overtreffen.

Wij hebben reeds lang met elkaar gesproken over dit wetsvoorstel en het kwaliteitsinstituut dat er gaat komen. Wij zijn ervan overtuigd dat dit alles een bijdrage kan leveren aan het eerder genoemde. Er is inmiddels heel veel in gang gezet. Het is goed om nu niet al te lang te wachten met de wettelijke borging daarvan. Er kunnen redenen zijn om dit debat langer te laten duren dan vandaag, maar laat het niet te lang gaan duren. Wij leven inmiddels in 2013 en er is reeds veel in gang gezet. Laten wij dus niet langer dan nodig wachten met het geven van een wettelijke borging daaraan. De ChristenUnie is daar een voorstander van.

Wij moeten wel oppassen dat wij niet alle aandacht vestigen op het kwaliteitsinstituut en het alleen daarvan gaan verwachten, want dan kunnen wij ons ook weleens heel erg vergissen. Wij zullen er inderdaad voor moeten waken dat dit een ivoren toren in de wereld van de zorg wordt, gevestigd in Diemen-Zuid. Het instituut moet zo gaan functioneren dat de mensen die in de praktijk met dit onderwerp bezig zijn, daarbij de benodigde steun krijgen.

De invulling in de praktijk is uiteindelijk cruciaal. Dit moet geen papieren werkelijkheid worden. Van de bewindspersonen willen wij heel graag min of meer de garantie krijgen dat het nieuwe kwaliteitsinstituut ook daadwerkelijk een bijdrage gaat leveren aan de kwaliteitsverbetering in de zorg op een manier die de betrokkenen geen energie kost, maar juist energie levert. Het is in dit verband belangrijk dat er vertrouwen is in het nieuwe instituut. Er moet uiteraard vertrouwen zijn in de mensen die daar werken en in de producten die zij leveren. Men moet ook erop vertrouwen dat zij dit op een heel zorgvuldige manier zullen doen. Wij vinden het op zichzelf een kwetsbaar gegeven dat het pakketbeheer en de aandacht voor kwaliteit nu onder één dak terechtkomen. Dat is in die zin kwetsbaar dat een vermenging daarvan de geloofwaardigheid en het gezag van dit instituut zou kunnen treffen. Wij hopen en gaan ervan uit dat op een heel zorgvuldige wijze wordt omgegaan met dit soort verschillende taken die met elkaar in conflict kunnen komen. Graag krijg ik hierop een reactie van de bewindspersonen.

Het is ook belangrijk dat wij niet denken dat we het allemaal voor elkaar hebben, dat we er wel komen als wij het op papier goed regelen en op een website zetten, misschien zelfs wel op één website. Er is al heel veel geregeld. We hebben in de zorg bijvoorbeeld al zo'n 1.200 richtlijnen. Dat zijn al heel wat, maar dat wil niet zeggen dat het in de praktijk ook allemaal goed gaat. Uiteindelijk staat en valt heel veel bij de persoonsgerichte zorg in de praktijk. Daar is maatwerk voor nodig, want het is niet altijd te relateren aan richtlijnen die wat algemener zijn geformuleerd. Het is ook heel moeilijk te methodiseren. De vraag is hoe het kwaliteitsinstituut juist op dat punt een rol kan vervullen. Graag hoor hierop in eerste termijn een reactie van de bewindspersonen.

Het valt op dat het kwaliteitsinstituut vooral cure-gericht is. We moeten oppassen dat wij ons niet alleen bezighouden met medisch inhoudelijke zorg, maar dat we ook aandacht hebben voor de langdurige zorg en ondersteuning. Dat is ook een wat bredere benadering van kwaliteit dan die je vaak bij de cure tegenkomt. Ik vraag de bewindspersonen om ons apart te rapporteren over de cure-gerelateerde agenda voor het zorginstituut, zodat we ervan overtuigd kunnen zijn dat ook die kant van de zorg aandacht krijgt in de werkzaamheden van het kwaliteitsinstituut.

Het is ook belangrijk dat de lastendruk verminderd wordt. Ondanks alles wat er al over gezegd is, ook in de reacties op de vragen vanuit de Kamer -- er wordt bijvoorbeeld tot in euro's toe aangegeven dat het echt minder zal worden -- merk ik dat er in het veld toch behoorlijk wat scepsis bestaat over de vraag of dit daadwerkelijk zal gebeuren. De praktijk zal de scepsis hopelijk logenstraffen, maar volgens mij is het belangrijk dat wij de vinger goed aan de pols houden. Wachten op de vijfjarige evaluatie vinden wij eigenlijk wat te lang duren. Als het kan, willen wij al over twee jaar geïnformeerd worden over de daadwerkelijke effecten voor het verminderen van de lastendruk in de zorg. Ik ben ervan overtuigd dat het een enorme versterking van het functioneren van het instituut kan betekenen als onze verwachtingen in de praktijk bewaarheid worden. Het kan ook een ondersteuning zijn voor alle mensen die er in de praktijk mee bezig zijn.

Ik heb begrepen dat het nieuwe instituut gaat werken met een budget van zo'n 7,5 miljoen. Dat geld hoorde bij de instanties die nu worden samengevoegd. Wij gaan ervan uit dat men de werkzaamheden met dat geld kan doen. Ik ben wel benieuwd of degenen die verantwoordelijkheden dragen qua salariëring onder de Balkenende norm blijven. Er wordt een nieuw zbo opgericht en dat biedt ook weer nieuwe kansen om afspraken te maken. Wij hebben er een mooie nieuwe naam voor bedacht. Ik ga ervan uit dat daar in de papieren ook het een en ander voor geregeld moet worden, want dat kun je niet zomaar doen. Ik krijg graag een reactie op de salariëring en de Kamerbreed levende wens om die onder de Balkenende norm te laten vallen. In de zorg is er wat dat betreft nog een slag te slaan.

Labels
Arie Slob
Volksgezondheid
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Reacties op 'Arie Slob: “Geen last maar lust om met kwaliteit bezig te zijn in de zorg”'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2013 > januari