Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik inzake Uitvoering motie Wiegman en Voortman mentorschap

donderdag 25 oktober 2012 00:00

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber inzake de uitvoering van de motie van de leden Wiegman-Van Meppelen Scheppink en Voortman over mentorschap

Onderwerp:   Uitvoering van de motie van de leden Wiegman- Van Meppelen Scheppink en Voortman over mentorschap (33000-XVI, nr. 56)

Kamerstuk:   29 538

Datum:            25 oktober 2012

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitvoering van de motie van de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voortman over mentorschap. De motie bestaat uit twee delen. Over het eerste deel van de motie hebben deze leden geen verdere vragen. Zij hebben begrepen dat de uitvoering goed loopt en dat er aansluiting gevonden wordt met het programma ‘Ouderen in veilige handen’. Over het tweede deel van de motie hebben deze leden wel enkele vragen. In het tweede deel van de motie wordt de regering verzocht om met de (koepels van) zorgaanbieders te bespreken hoe zij er goed en systematisch voor kunnen zorgen dat waar nodig mentorschap wordt aangevraagd en daarbij ook de mogelijke te betrekken dat aanbieders financieel kunnen bijdragen aan de (aanloop-) kosten van een vrijwillige mentor.

In de brief lezen deze leden dat er constructief overleg is gevoerd met de betrokken koepelorganisaties in de zorg. Deze leden begrijpen dat er tijdens dit overleg is gesproken over structurele financiering van mentorschap.

Het aanbevolen vergoedingstarief voor het mentorschap voor wilsonbekwame mensen is voldoende voor de dekking van de onkosten van de mentor en de kosten voor het werven en selecteren, opleiden en begeleiden van mentoren. Ook wordt met dit bedrag de afspraken met kantonrechters, welke noodzakelijk zijn om goed mentorschap te kunnen bieden, geborgd. Deze vergoeding is echter niet voldoende voor het dekken van alle landelijke kosten van het Mentorschap Netwerk Nederland (MNN). Deze leden denken dan aan communicatie en voorlichting aan aanbieders, verzekeraars, familie en cliëntenvertegenwoordigers. Deze communicatie is nodig om ervoor te zorgen dat daar waar nodig mentorschap daadwerkelijk wordt aangevraagd.

Deze leden vinden het onwenselijk om het vergoedingstarief te verhogen.  Het tarief nu is al hoog. Jaarlijks wordt er een bedrag van €1013, 00 gevraagd, plus daarbij de kosten voor de intake. Dit jaarlijkse bedrag is voor veel cliënten een aanslag op hun inkomen. Deze leden vinden wel het wenselijk als er gekeken wordt naar de mogelijkheid die in de motie is aangegeven, namelijk het onderzoeken op welke wijze (koepels van) zorgaanbieders kunnen bijdragen aan de systematische inbedding van MNN.

In de brief lezen deze leden dat zorgaanbieders de verantwoordelijkheid voelen om te zorgen dat, waar nodig, mentorschap wordt aangevraagd en ze zullen daar zeker ook een invulling aangeven.  Is er ook onderzocht in hoeverre zorgaanbieders een financiële bijdrage kunnen leveren? Hoe hoogt dient deze bijdrage te zijn? Wat is het totaalbedrag wat nodig is om mentorschap structureel te financieren, landelijk en regionaal? Welke andere mogelijkheden zijn er volgens de staatssecretaris om MNN, landelijk en regionaal, structureel te financieren?

In de brief lezen deze leden, dat er los van deze motie, samen met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is afgesproken om voor 2012 en 2013 in totaal €200 000 ter beschikking te stellen aan het MNN als landelijke vereniging. Deze leden vragen nadere toelichting op dit bedrag. Waarop is deze €200 000 gebaseerd? Is dit bedrag voldoende? Zij begrijpen van MNN dat de niet-cliënten gebonden kosten circa €500.000 per jaar bedragen. Kan hierop een reactie gegeven worden? In de begroting van Volksgezondheid Welzijn en Sport voor het jaar 2013 staat vermeld dat er in oktober uitvoering aan de motie Wiegman-van Meppelen Scheppink- Voortman (3300XVI-56) wordt gegeven indien er duidelijkheid is over de structurele financiering. Deze leden merken op dat de duidelijkheid er nu nog niet is. Wanneer kan er duidelijkheid worden gegeven?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben vertrouwen dat er op korte termijn helderheid is over de structurele inbedding van mentorschap voor mensen die door hun ziekte of geestelijke aandoening niet meer in staat zijn om zelf persoonlijke beslissingen te nemen en geen familie meer hebben die deze beslissingen voor hen kunnen maken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Carla Dik
Volksgezondheid

« Terug

Archief > 2012 > oktober