Bijdrage Arie Slob VSO wijziging besluit capiciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur

donderdag 13 januari 2011 11:30

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Wij hebben gevraagd om dit verslag op de agenda te zetten, omdat wij het adagium van deze minister, "Reiziger centraal" -- "Reiziger" dus met een hoofdletter -- graag willen doortrekken naar de capaciteitsverdeling op het spoor. Daarom stellen wij een paar aanpassingen voor via de volgende moties.

 

*M

 

De Kamer,

 

gehoord de beraadslaging,

 

constaterende dat de prioriteitscriteria in artikel 10 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur zullen worden aangepast;

 

constaterende dat dit besluit onderscheid maakt tussen stadsgewestelijke en streekgewestelijke personenvervoerdiensten op het spoor;

 

overwegende dat sommige treindiensten op een deel van het traject stadsgewestelijk zijn en op een ander deel streekgewestelijk zoals de sprinters Hoorn-Schiphol en Utrecht-Zwolle;

 

overwegende dat er bij de capaciteitsverdeling op het spoor geen onderscheid dient te zijn tussen spoordiensten buiten de Randstad en binnen de Randstad;

 

verzoekt de regering, in het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur het onderscheid tussen stads- en streekgewestelijk openbaar vervoer over het spoor op te heffen en daarbij uit te gaan van de voorrangspositie van stadsgewestelijk openbaar vervoer,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

 

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

            Zij krijgt nr. 114 (29893).

**

 

De heer Aptroot (VVD): Ik zou de heer Slob willen vragen wat het gevolg hiervan is voor het andere vervoer, namelijk het goederenvervoer.

 

De heer Slob (ChristenUnie): Ik denk dat dat niet echt een probleem hoeft te zijn. Allereerst is er sprake van een vereenvoudiging doordat wij het rare onderscheid tussen reizigers in de Randstad en reizigers buiten de Randstad schrappen; ik hoop dat u het met mij eens bent dat dit een raar onderscheid is. U weet bovendien met mij dat de minimaal gegarandeerde capaciteit voor het goederenvervoer in het besluit is opgenomen; die staat netjes in artikel 8. Wij zitten nog niet aan die capaciteit. In dat opzicht heeft dit dus geen consequenties. Als wij daar wel overheen zouden gaan, hebben wij een capaciteitsprobleem. Dan zullen wij, ook vanuit het principe "Reiziger centraal" -- maar niet alleen de reiziger in de Randstad -- moeten handelen en moeten wij aanvullende maatregelen nemen als wij dat willen.

            Ik kom nu bij de tweede motie.

 

*M

 

De Kamer,

 

gehoord de beraadslaging,

 

constaterende dat de prioriteitscriteria in artikel 10 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur zullen worden aangepast zodat nationaal openbaar vervoer en streekgewestelijk openbaar vervoer in de spits voorrang krijgen op goederenvervoer op overbelaste infrastructuur;

 

overwegende dat in artikel 8 van dit besluit een minimale capaciteit is gegarandeerd voor alle deelmarkten in situaties van overbelastverklaring;

 

verzoekt de regering, het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur aan te passen en wel zodanig dat ook buiten de spits nationaal openbaar vervoer en streekgewestelijke openbaar vervoer voorrang krijgen op het goederenvervoer op overbelaste infrastructuur,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

 

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

            Zij krijgt nr. 115 (29893).

**

 

De heer Slob (ChristenUnie): De toelichting naar aanleiding van de vraag van de heer Aptroot is ook op deze motie van toepassing.

            Nu kom ik bij de derde motie; ik heb vier moties.

 

*M

 

De Kamer,

 

gehoord de beraadslaging,

 

constaterende dat het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur zal worden aangepast;

 

overwegende dat volgens artikel 8, lid 1 van dit besluit bij concurrerende capaciteitsaanvragen voor personenvervoer voor kleine stations buiten de spits een minimale bedieningsfrequentie geldt van 1x per uur per richting;

 

overwegende dat door de groei van het goederenvervoer het aanbod personenvervoer op kleinere stations of de groei daarvan kan worden beperkt door deze beperkte gegarandeerde capaciteit;

 

overwegende dat een frequentie van 1x per uur overdag een te laag kwaliteitsniveau is voor openbaar vervoer per spoor;

 

verzoekt de regering, bij de wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur het minimaal gegarandeerde aantal treinpaden voor personenvervoer voor alle stations in Nederland ten minste vast te stellen op 2x per uur per richting en te onderzoeken of dit aantal gegarandeerde aantal treinpaden voor grotere stations verder kan worden verhoogd,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

 

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

            Zij krijgt nr. 116 (29893).

**

 

De heer Monasch (PvdA): Wat kan deze motie betekenen voor de prioritering? De motie stelt namelijk een vrij stellige norm, maar als wij een ander project -- bijvoorbeeld OV SAAL -- op dat moment belangrijker vinden, wat is dan de keuze van de heer Slob?

 

De heer Slob (ChristenUnie): Het gaat om het principe dat we eerst op papier regelen dat die mogelijkheid er is. Het wil niet zeggen dat er nu gelijk tweemaal per uur moet worden gereden, als er nu eenmaal per uur wordt gereden. Bijvoorbeeld de Valleilijn, die zal worden doorgetrokken naar Arnhem. Nu wordt buiten te spits maar eenmaal per uur tussen Ede en Arnhem gereden. Als de provincie tweemaal per uur zou willen, dan bestaat deze mogelijkheid. Voor de omgang met eventuele capaciteitsproblemen moeten we keuzen maken, maar we kunnen die mogelijkheid van tweemaal rijden per uur niet bij voorbaat tegenhouden. Met deze papieren in de hand wordt dit in feite op een afstand gehouden.

 

*M

 

De Kamer,

 

gehoord de beraadslaging,

 

constaterende dat in het nieuwe artikel 7a van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur infrastructuur voor de nabije toekomst overbelast kan worden verklaard;

 

constaterende dat de toelichting van dit artikel enkele condities omschrijft waarbij de beheerder de infrastructuur voor de toekomst overbelast moet verklaren als een van de condities geldt, maar dat deze condities niet zijn opgenomen in dit artikel;

 

overwegende dat overbelastverklaring ook nodig is indien een concessieverlener een verzoek indient op basis van toekomstige capaciteitswensen waarvoor nog geen kaderovereenkomst is gesloten of concessie is overeengekomen;

 

verzoekt de regering het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur aan te passen door:

- het opnemen van de condities uit de toelichting in artikel 7a

- het toevoegen van de conditie aan artikel 7a dat overbelastverklaring ook volgt na een onderbouwd verzoek van een concessieverlener bijvoorbeeld in voorbereiding op een nog te verlenen concessie,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

 

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

            Zij krijgt nr. 117 (29893).

 

Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Archief > 2011 > januari