Bijdrage André Rouvoet inbreng wet forensische zorg

donderdag 28 oktober 2010 16:00

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij onderschrijven het uitgangspunt van het wetsvoorstel maar maken in dit stadium wel enige opmerkingen bij de uitwerking van het wetsvoorstel.

 

Klopt het, zo vragen de leden van de fractie van ChristenUnie, dat de Nederlandse Zorgautoriteit onlangs heeft aangegeven een advies over het nieuwe stelsel van forensische zorg te willen uitbrengen? Zo ja, dan verzoeken de leden van de fractie van de ChristenUnie aan de regering om toe te lichten met het indienen van dit voorstel niet is gewacht op het advies van de Nederlandse Zorgautoriteit. Voorts vragen genoemde leden op welke wijze het advies in het behandelingstraject alsnog een plaats krijgt.

 

Bij de inkoop van forensische zorg wordt met dit wetsvoorstel ruimte gemaakt voor het toetreden van nieuwe aanbieders op de forensische markt. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke ruimte er is op deze “markt” voor nieuwe aanbieders. Voorts vragen genoemde leden, daar het volgens de regering bestaande GGZ-aanbieders zijn die zorg leveren, of deze nieuwe markt niet ten koste gaat van het aanbod van GGZ-instellingen in de oorspronkelijke markt. Over welke nieuwe toetreders naast de bestaande GGZ-aanbieders tot de forensische markt gaat het bij het introduceren van een nieuw inkoopmodel, zo vragen genoemde leden. Voorts vragen genoemde leden op welke wijze de kwaliteit van de zorg gewaarborgd wordt bij het introduceren van nieuwe aanbieders.

 

Het uitgangspunt bij wetgeving voor verplichte geestelijke gezondheidszorg is dat dwang pas in het uiterste geval wordt toegepast. Pas in dat geval is onderhavige wetgeving van toepassing. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op welke wijze preventie vorm krijgt in relatie tot deze wetgeving en op welke wijze de overheid de zorg zo organiseert dat dwang zoveel mogelijk voorkomen wordt.

 

Maakt de toevoeging van het begrip “risico” in het criterium voor gedwongen opname dit criterium niet minder objectiveerbaar en biedt dit nieuwe criterium niet meer ruimte voor risicotaxatie en interpretatie, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie. De leden van de fractie ChristenUnie verzoeken het onderscheid tussen het huidige criterium voor het toepassen van gedwongen opname en het nieuwe criterium “aanzienlijke risico op ernstige schade voor hemzelf of voor een ander” nader toe te lichten.

 

De voorgestelde wet is ook van toepassing op minderjarigen. De leden van de fractie van de  ChristenUnie vragen op welke wijze de regelingen omtrent minderjarigen aansluiten bij de wetgeving van de gesloten jeugdzorg. Waaruit blijk dat het onderscheid tussen vrijheidsbeperkende maatregelen en pedagogische maatregelen in de wetgeving voldoende duidelijk gesteld is, zo vragen genoemde leden. Voorts vragen deze leden de regering nader toe te lichten op welke wijze wordt voorkomen dat kinderen met dezelfde problemen onder verschillende wetgeving komen te vallen.

 

In artikel 7.6 wordt gesproken over de toestemming die vereist is in het geval de geneesheer-directeur besluit tot vrijlating uit het psychiatrisch ziekenhuis. In antwoord op de Raad van State geeft de regering aan dat op grond van een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht de Minister van Justitie geen bemoeienis heeft. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering nader toe te lichten waarom deze bepaling zo blijft staan terwijl de minister hierin geen bemoeienis heeft.

 

Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Archief > 2010 > oktober