Bijdrage Ed Anker plenair debat correctief referendum

donderdag 25 maart 2010 10:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Het was een mooie middag, met een soort vingeroefening in wat-vonden-wij-er-ook-weer-allemaal-van. Wat vinden wij ervan? Het raadgevend referendum is nog steeds niet ons favoriete vehikel om de democratie verder te helpen. Dat heb ik ook al in de eerste termijn aangegeven. Hoe lang wij er ook over spreken en hoe lang wij er ook over nadenken, wij zijn er nog steeds niet enthousiast over. Daarbij voelt dit voorstel echt als een tussenoplossing, zeker na het debat dat wij hiervoor hebben gevoerd. Wij steunen een correctief referendum dat zijn basis heeft in de Grondwet. Dat is een goede zaak. Dan weet je ook allemaal waaraan je toe bent.

 

De heer Kalma zei het eigenlijk heel mooi: een volksvertegenwoordiging dient hoffelijk om te gaan met een uitslag van een referendum. Hij weet dat ik de hoffelijkheid hoog in het vaandel houd, met veel genoegen. Dat geeft echter wel aan hoe gebonden je je kunt voelen aan zo'n raadgevend referendum. Dat is niet wat de bedoeling is. De argumenten blijven staan dat wij vrezen dat dit een uitholling is van het representatieve stelsel en dat wij denken dat dit materieel eigenlijk een correctief referendum is. Als je het positief uitlegt, dan wordt het een instrument dat zijn waarde gaat verliezen als de volksvertegenwoordiging meerdere malen de vrijheid neemt om de uitslag van een referendum naast zich neer te leggen. Wij zullen dit voorstel daarom niet steunen.

 

Er zijn nog een aantal amendementen. Onder een aantal daarvan staan ook onze handtekeningen. Die blijven daaronder staan.

 

De heer Van Raak (SP): De heer Anker zegt het precies goed: het voelt zo, het voelt als een verbinding, het voelt als verbindend als het volk je goede raad geeft. Het voelt zo en dat gevoel hoort er ook te zijn. Maar in dit raadgevende referendum is er altijd een eigen verantwoordelijkheid van de volksvertegenwoordiger. Die kan bijvoorbeeld vooraf eisen stellen, kan aangeven dat hij het niet steunt, wat de voorwaarden zijn om het te steunen. Het is een gevoel en dat gevoel hoort er ook te zijn, maar het is echt geen verplichting, hoe je het ook wendt of keert.

 

De heer Anker (ChristenUnie): Als je een instrument als een raadgevend referendum aan de gereedschapskist der democratie toevoegt, moet je dat op een goede manier gebruiken. Dan moet je daar zorgvuldig mee omgaan. Dan moet je het niet aan de hoffelijkheid van een parlement of aan een gevoel van een fractie overlaten hoe zij daarmee omgaan. Dan moet je ook zeggen: als een referendum wordt aangevraagd, dan is dat een zwaar instrument, dan is dat zo'n zwaar instrument dat dit een besluit van een parlement onklaar kan maken, kan tegenhouden. Daarvoor kiezen wij. Dat is een heel volwassen manier van omgaan met een referendum. Ik wil voorzichtig zijn met mijn kwalificaties, maar een raadgevend referendum waarvan je je niet al te veel zou hoeven aantrekken, maar dat er wel is met alle verwachtingen die daarbij horen, is volgens mij niet in proportie.

 

De voorzitter: Nog eenmaal, de heer Van Raak.

 

De heer Van Raak (SP): De heer Anker spreekt over de gereedschapskist die wij zouden hebben. Nee, het is geen onderdeel van onze gereedschapskist, maar van het volk.

 

De heer Anker (ChristenUnie): "De gereedschapskist der democratie" zei ik.

 

De heer Van Raak (SP): Ja, en dus een mogelijkheid van de bevolking om haar vertegenwoordigers, ons, op de vingers te tikken. Wat wil een mens nog meer? Die goede raad is wat waard, zei ik al. Vervolgens is het aan ons om te beoordelen of wij daaraan wel of niet gehoor geven en hoe wij daaraan gehoor geven. Er staat nergens in het wetsvoorstel dat dit verplicht is. Het is dus een gevoel, maar dat is slechts een gevoel en dat gevoel hoort ook zo te zijn.

 

De voorzitter: Oké, afrondend.

 

De heer Anker (ChristenUnie): Wij blijven hierover van mening verschillen. Als het volk aan ons vraagt om een onderwerp referendabel te maken, om zich daarover te kunnen uitspreken, dan moet daarvoor voldoende draagvlak zijn. Daarvoor zijn mijn amendementen bij het andere wetsvoorstel. Als wij deze weg gaan bewandelen, moeten wij die heel serieus nemen. Dan wil ik het niet aan een parlement of aan een individuele fractie overlaten om daaraan vervolgens weer een eigen interpretatie te geven.

 

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Archief > 2010 > maart