Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn AO Staatkundig proces Nederlandse Antillen

donderdag 15 oktober 2009 14:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Het proces naar nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk laat zich moeilijk vanuit Den Haag regisseren. Iedere keer worden we geconfronteerd met allerlei politieke ontwikkelingen. De ene keer is het dit eiland en de andere keer is het een ander eiland. Ik heb op 1 september vragen gesteld over Saba en nu is de beurt aan Bonaire. Ik heb al een hele tijd geleden aangegeven dat wij goed moeten kijken naar de ontwikkelingen op Bonaire. De Raad van State wees er vorig jaar nog op dat de staatkundige herstructurering een gecompliceerd proces blijkt te zijn: «Het voorbereidingsproces kan worden belemmerd als ambtelijke en politieke processen door elkaar lopen. In Nederland ligt een sterk accent op ambtelijke inbreng en op de Nederlandse Antillen is sprake van een vaak sterke politisering. Deze twee verschillende belevingsniveaus passen slecht op elkaar. Het komt er in dit proces op aan om het noodzakelijke vertrouwen over en weer op te bouwen en te onderhouden.» Ik voeg eraan toe: ook bij wisselende politieke realiteiten overzee. Deelt de staatssecretaris deze mening met mij? Hoe is het momenteel gesteld met dit noodzakelijke vertrouwen? Als de Raad van State ons er heel duidelijk op wijst dat we aan iets moeten gaan bouwen omdat er sprake is van verschillen op belevingsniveau, moeten we dat ook serieus nemen. Het aangekondigde referendum op Bonaire is een dergelijke nieuwe politieke realiteit die wij in Den Haag hebben te accepteren. Daarnaast is de Slotverklaring van 11 oktober 2006 unaniem bekrachtigd door de Eilandsraad van Bonaire. Daarin staat dat Bonaire een staatsrechtelijke positie binnen het Nederlandse staatsbestel krijgt, die vormgegeven kan worden door de BES-eilanden in te richten als openbaar lichaam. De wetgeving die deze bijzondere positie regelt, ligt momenteel in dit huis op tafel. In de brief van 5 oktober 2009, waarin de staatssecretaris verslag doet van haar werkbezoek, merkt zij op dat het gehele pakket aan afspraken ter discussie wordt gesteld indien «men de grondslag voor de gemaakte afspraken» – Bonaire wordt een openbaar lichaam van Nederland – ter discussie stelt. Is er soms sprake van een misverstand? Bonaire vraagt om een vrije associatie met Nederland. In zijn advies van 18 september 2006 heeft de Raad van State gesteld: «De eigenstandige positie van de drie BES-eilanden binnen het Nederlandse staatsverband beantwoordt aan de wijze waarop zij op dit moment hun zelfbeschikkingsrecht wensen uit te oefenen. Internationaal kan de rechtstreekse band met Nederland worden gekwalificeerd als een vrije associatie met Nederland. Die associatie binnen het verband van wat volkenrechtelijk één staat is, komt vaker voor.» Kan de staatssecretaris klip en klaar uitleggen wat nu precies het probleem is? Wat is het verschil tussen een vrije associatie en integratie volgens resoluties van de Verenigde Naties, volgens het volkenrecht en het zelfbeschikkingsrecht? Welke vorm is naar haar mening het voordeligst voor de eilanden? Wat betekent dit concreet voor onder andere de rechtsgelijkheid en het zelfbestuur?

De heer Van Bochove (CDA): Wat is de eigen visie van mevrouw Ortega op dit punt? Het is niet verboden om zelf ook kritisch na te denken als je de stukken leest en afwegingen maakt over de feitelijke positie zoals die als openbaar lichaam is neergelegd.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Dat is het hem nu juist. Ik ga niet zozeer in op wat iedereen schrijft. Als ik de omschrijving in de resoluties van een vrije associatie en integratie goed lees, kom ik tot de ontdekking dat de uitwerking tot nu toe toch overeenkomt met wat verstaan kan worden onder «integratie», omdat volgens de resolutie een vrije associatie meer lijkt op een onafhankelijkheid.

De heer Van Bochove (CDA): We hebben afgesproken dat voor een belangrijk deel de eigen wetgeving van de Nederlandse Antillen van toepassing blijft en dat we in de loop van de tijd zullen bezien hoe deze moet worden veranderd. Een betere vorm van vrije associatie is er naar mijn mening niet en doet zich hier gewoon voor. Wat is nu het feitelijke probleem waar we over praten?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Dat is de vraag die ik ook stel: wat is het probleem? Waar hebben we het over? Hebben we het over een misverstand over het woord of over de uitwerking? Dat moet heel duidelijk worden, anders blijven we langs elkaar heen praten.

De heer Van Bochove (CDA): Ik vrees dat dit nu juist het punt is van terugonderhandelen, waarover ik zojuist sprak.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb kennis genomen van de vragen van de heer Leerdam over het referendum op Bonaire en de antwoorden van de staatssecretaris daarop. Kan de staatssecretaris in het verlengde van die antwoorden uiteenzetten wat de mogelijke consequenties zijn van het aanstaande referendum op Bonaire? Dan doel ik op de gevolgen voor het nu lopende voorbereidingsproces. Is er inderdaad sprake van een belemmering? Lopen we het risico van verdere vertraging en heeft het referendum gevolgen voor de vastgestelde transitiedatum van 10 oktober 2010 en de in dat verband zojuist op 30 september 2009 gemaakte afspraken over het tijdpad voor regelgeving? Hoe ziet de staatssecretaris het verdere verloop van het voorbereidingsproces nu het ene eiland – Saba – gas lijkt te geven en het andere – Bonaire – juist gas terugneemt? In het vragenuurtje heeft de staatssecretaris toegezegd dat zij de Kamer een afschrift zal sturen van haar beantwoording van de brief van het Bestuurscollege van Saba. Ik heb nog geen afschrift gezien. Hoe staat het daarmee? Ik denk daarbij ook aan de mogelijke gevolgen voor allerlei activiteiten die momenteel door of namens Nederland op Bonaire worden verricht. Komen deze voorbereidende werkzaamheden tijdelijk stil te liggen in afwachting van de uitslag van het referendum? Klopt overigens de berichtgeving over de schuldsanering en de schulden bij APNA? Het stemt mij tot tevredenheid dat de staatssecretaris het aangekondigde referendum als een duidelijk signaal oppikt dat Bonaire een zekere mate van beleidsvrijheid wenst. De staatssecretaris kondigt aan dat de komende gesprekken deze maand over de taakverdeling tussen Rijk en eiland nog ruimte bieden. Zij voegt eraan toe dat dit eerst, zij het op korte termijn, na de transitie kan leiden tot wijziging van het wetsvoorstel. Dit begrijp ik niet. Wat dat betreft, ben ik het ook helemaal eens met de heer Remkes. De Kamer heeft zojuist de nota naar aanleiding van het verslag ontvangen met betrekking tot de bedoelde wetgeving. Morgen start het herfstreces en daarom vraag ik de staatssecretaris of de eventueel binnenkort te maken afspraken met Bonaire of met de andere eilanden niet bij nota van wijziging kunnen worden ingebracht in de voorliggende wetsvoorstellen. Dit geeft Bonaire en ook de andere eilanden meteen boter bij de vis wat het noodzakelijk vertrouwen in Den Haag bij het bestuur en de bevolking ter plaatse zal onderbouwen. Ik krijg hierop graag een reactie. Voorzitter. Ik ben zelf naar het eiland afgereisd, omdat ik zelf wilde horen en zien wat er allemaal aan de hand is zodat ik in ieder geval voor dit dossier een gebalanceerd beeld krijg van de werkelijkheid. In de debatten over de sociaaleconomische initiatieven (SEI) heb ik voor een waarborging gepleit van een evenwichtige verdeling van de projecten en de financiële middelen over de verschillende beleidsterreinen. De staatssecretaris heeft toegezegd daarover te zullen waken. Ik heb met verbazing kennis genomen van de verdeling van de verschillende SEI-projecten over de beleidsterreinen en de toegekende financiële middelen. Heel veel gaat naar het stimuleren van de economische sector.

De heer Remkes (VVD): Het gaat om werk.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Het gaat om werk, maar op een gegeven moment moet de bevolking dat wel gaan merken. Ik twijfel daaraan. Ik betwijfel dat de projecten als doel hebben het verhogen van de sociaaleconomische positie van de inwoners. Op welke manier wordt dit proces door de staatssecretaris gemonitord? Ik ben ook achter een andere vreemde eis van Nederland gekomen, die wordt gesteld aan indieners van projecten. Zij waren verplicht om de projectplannen door een consultancybureau te laten opstellen. Ik krijg graag een reactie van de staatssecretaris waar deze eis op is gebaseerd. Er gaan duizenden Antilliaanse guldens naar deze consultancy bureaus en ngo’s zijn niet in staat om deze bedragen op te hoesten. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Wij hebben ons vaker zorgen gemaakt over de invulling hiervan. Ik zou het plezierig vinden als mevrouw Ortega die informatie met ons kan delen. Ik zou het ook op prijs stellen als de staatssecretaris daar een actueel inzicht in kan geven. Is mevrouw Ortega het met mij eens dat er wel een check moet plaatsvinden? Eerder zijn er problemen geweest over de besteding van de middelen. Natuurlijk ben ik ook van mening dat zij daar terecht moeten komen waar zij het allerhardst nodig zijn, maar er moeten wel heldere afspraken over worden gemaakt.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb de staatssecretaris zojuist gevraagd hoe zij dit alles monitort. Er moet inderdaad een goed systeem komen, want duidelijk moet worden dat waar wij in investeren op een gegeven moment ook rendement oplevert.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Dat ben ik met mevrouw Ortega eens, maar ik heb daar nog een vraag aan vastgekoppeld. Mevrouw Ortega zegt met verbazing kennis te hebben genomen van de wijze waarop dat nu loopt en ik heb haar verzocht die informatie met ons te delen, zodat wij kunnen zien waar er knelpunten zijn. Ik spreek nu ook een beetje voor de heer Leerdam via de heer Heijnen. Wij hebben dit punt altijd heel erg belangrijk gevonden.

De heer Heijnen (PvdA): Dit is nu de tweede keer dat mevrouw Van Gent de PvdA aanhaalt in een interruptie. De regel is dat ik daar niet op kan ingaan als ander commissielid. Ik wil mevrouw Van Gent vragen om daar nu mee te stoppen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Ik stop ermee, maar dan vraag ik als Ineke van Gent van de GroenLinks-fractie aan mevrouw Ortega-Martijn  

De voorzitter: Via de voorzitter, ja?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): ... via de voorzitter natuurlijk of zij die informatie met ons wil delen. Ik zou het wel interessant vinden om daar kennis van te nemen.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik zou graag die informatie willen delen, maar naar mijn mening moet die informatie van de staatssecretaris komen. Wij hebben altijd gezegd inzicht te willen krijgen. De informatie ligt bij onder andere USONA en kan zo worden opgevraagd.

De heer Van Raak (SP): Dat sociaaleconomisch initiatief is er om mensen aan het werk te helpen en daar moet je gezond voor zijn. Naar mijn mening gaat er relatief weinig geld naar zorg. Zo werkt het bestuur van het St. Elisabeth Hospitaal op Curac¸ao de ontwikkeling van het ziekenhuis tegen omdat men zelf op zoek naar geld moet. Waarom wordt dat soort investeringen niet gedaan? Zorg is een heel belangrijk onderwerp. Is mevrouw Ortega het met mij eens dat daar ook een deel van de investeringen naartoe moet gaan?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Daar heb ik ook altijd voor gepleit. Er is namelijk een scheve verdeling en daar moet nu echt naar gekeken worden. Ik heb dit eigenlijk van iedereen gehoord. Ik heb ook begrepen dat de Eilandsverordening Corporate Governance is aangenomen. Dat is winst, want het heeft wel even geduurd. Waarom heeft de staatssecretaris toegestemd in het starten van de schuldsanering terwijl de Eilandsverordening nog niet was aangenomen? Ook wil ik graag van de staatssecretaris weten hoe het staat met de inhoud van deze verordening. Biedt zij inderdaad voldoende waarborgen om deugdelijk bestuur te versterken en vriendjespolitiek en belangenverstrengeling tegen te gaan? Ik krijg hierop graag een reactie. Ik wil in ieder geval mijn waardering uitspreken voor commissaris Henk Kamp en de kwartiermakers, maar ik ben wel geschrokken. Ik kan mij goed indenken hoe de bevolking op Bonaire het op dit moment allemaal beleeft. Dingen gaan hartstikke snel en ervaringsdeskundigen op Bonaire krijgen soms het gevoel dat zij het altijd verkeerd hebben gedaan. Naar mijn mening is het goed om de dingen samen met lokale deskundigen op te pakken. Daarnaast heb ik de klacht gekregen dat zij alle informatie moeten aanleveren en dat dit allemaal binnen de beschikbare tijd moet gebeuren, zodat zij echt in de problemen komen met hun reguliere werkzaamheden.

De heer Remkes (VVD): Gewoon een beetje een Nederlands tempo in plaats van het Caribische tempo!

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik ben het helemaal niet eens met de heer Remkes. Ik woon al heel veel jaren in Nederland en wat dat betreft, is mijn manier van denken puur Nederlands. Ik heb gesproken met mensen die echt hart hebben voor het eiland, die keihard werken en doorwerken en die het goede met het eiland voor hebben. Ik vind het een beetje zuur als een bataljon ambtenaren de mensen opeens gaan vragen hoe zij dat allemaal hebben kunnen doen. Ik heb overigens met alle kwartiermakers gesproken. Zij hebben hun plannen voor Bonaire aangegeven en daar ben ik echt van geschrokken. In de zorg worden bijvoorbeeld alle kwaliteitsnormen een-op-een doorvertaald op de eilanden. Het gaat de ChristenUnie dat het effectief en efficiënt moet zijn. Daar gaat het om. Ik vraag de staatssecretaris om ervoor zorg te dragen dat de creativiteit van de deskundigen en de manier waarop zij dingen met heel weinig middelen hebben weten te bewerkstelligen, ook in het proces worden meegenomen.

De heer Brinkman (PVV): Ik snap eigenlijk niets van de laatste opmerkingen van mevrouw Ortega-Martijn. Wat bedoelt ze nu eigenlijk? Ze spreekt over de snelheid waarmee het gaat, maar het gaat er natuurlijk om of ook het goed gaat. Is zij tevreden met het uiteindelijke resultaat? Als het snel gaat, is dat toch alleen maar goed? Of verliest men mensen door die snelheid? Dan moeten we misschien een beetje meer voorlichting geven. Ik zie niet precies het punt dat zij wil maken.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Sowieso moet de communicatie beter, maar sneller heeft ook te maken met het meekrijgen van mensen op het traject. Als je vooruit rent en de rest komt erachteraan, krijg je weerstand. En dat moeten we natuurlijk niet hebben in dit soort processen.

De heer Brinkman (PVV): Weerstand tegen het traject kan natuurlijk niet. Je kunt niet aan de ene kant je hand ophouden en aan de andere kant zeggen, dat je dat niet wilt. Die keuze heeft mevrouw Ortega volgens mij ook al gemaakt. Zij kan niet zeggen dat er weerstand tegen het traject is. Ik heb natuurlijk ontzettend veel weerstand tegen het traject. Ik heb er ook «neen» tegen gezegd. Wat mij betreft, krijgen ze het geld ook niet. Het is bij mevrouw Ortega een beetje en-en. Dat bedoelde de heer Remkes volgens mij ook. Het is toch een beetje de cultuur van de Antillianen. Ik vind het een beetje jammer.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Het is geen kwestie van en-en. De heer Brinkman wil natuurlijk weer een heel podium hebben om zijn punt te maken. Wij willen allemaal dat het proces slaagt en daar ga ik voor. Zodra dingen heel snel gaan en je de mensen niet mee krijgt omdat ze achterblijven, moet je daar even rekening mee houden. Daar zijn we allemaal mee gebaat. Die mensen willen ook rennen, maar ze willen weten waar het om gaat. Een institutie waar burgers echt vertrouwen in moeten hebben, is het Openbaar Ministerie. De rechtshandhaving en het garanderen van mensenrechten is een Koninkrijksaangelegenheid. De burgers moeten zich beschermd weten door de rechtsstaat. De fractie van de ChristenUnie is er geen voorstander van om een individuele casus in te brengen bij allerlei debatten, maar burgers mogen zich niet in hun rechtsgevoel aangetast voelen en denken dat men in Nederland dan de andere kant opkijkt. Gedurende mijn verblijf daar ben ik geconfronteerd met een inval in het huis van een familie. De zaak loopt nu bij het Europese Hof. Een rapporteur is benoemd en inmiddels is Nederland ook een aantal vragen voorgelegd, die voor 21 oktober moeten worden beantwoord. Een parlementaire enquête op Curac¸ao over het handelen van politie en justitie in deze zaak wordt op allerlei manieren gefrustreerd. Hoe is dit mogelijk binnen ons Koninkrijk? Graag verneem ik van de staatssecretaris of voortgang is geboekt met het uitbreiden en het operationaliseren van democratisch instrumentarium voor de nieuwe landen Curac¸ao en Sint Maarten. Graag ziet mijn fractie dat dit gebeurt voor 10-10-10.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Dit is een lopende zaak. Vindt mevrouw Ortega het dan niet een beetje vreemd als wij politiek zouden ingrijpen en vragen zouden stellen?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb niet gezegd dat wij moeten ingrijpen. Ik heb de zaak alleen maar als inleiding gebruikt voor mijn vraag of het parlementair instrumentarium niet moet worden ontwikkeld voor de landen Sint Maarten en Curac¸ao.

De heer Remkes (VVD): Ik begrijp de opmerkingen van mevrouw Ortega toch niet helemaal. Als er een politieke meerderheid is voor een parlementair onderzoek, hoe dan ook vormgegeven, wordt dat toch gewoon uitgevoerd?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Dat zou inderdaad het geval moeten zijn als er inderdaad sprake is van een meerderheid. Ik heb al gezegd dat het gefrustreerd wordt.

De heer Remkes (VVD): Maar is er een meerderheid of niet?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Er zou een meerderheid kunnen zijn. Ik ga niet inhoudelijk in op deze zaak. Ik heb me er wel helemaal in verdiept en heb er ook alle documentatie over. Waar het mij nu om gaat, is dat het parlementair instrumentarium uitgebreid, ontwikkeld en geoperationaliseerd moet worden. In dezelfde brief van de staatssecretaris als waarnaar de heer Remkes in zijn bijdrage vroeg, wordt daarover gesproken.

De voorzitter: Het is vier uur. De staatssecretaris zal over vijf minuten antwoorden. De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

De voorzitter: Ik geef graag het woord aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met de afspraak dat zij eerst een fors stuk van haar betoog houdt. Dat begint met een groot algemeen stuk en daarna zal zij de onderwerpen in blokken behandelen. We ronden deze vergadering echt om vijf uur af, want om half zes worden de stemmingen gehouden. Daartussen zijn er fracties die vergaderen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Kunnen we dan niet beter een afspraak maken over het aantal interrupties? Het is nog maar een uur en ik vind het heel belangrijk dat wij echt goed antwoord krijgen. 

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2009 > oktober