Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn

dinsdag 12 mei 2020 00:00

Bijdrage aan een wetgevingsoverleg met minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Arbeidsmigratie gaat nog steeds te vaak gepaard met uitbuiting en misstanden. Werkgevers zoeken de randen van de wet op. Wij hebben de afgelopen jaren allerlei soorten schijnconstructies zien ontstaan.

Met de herziene Detacheringsrichtlijn worden enkele hele kleine stappen gezet om naar gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats te gaan. Dit is echter nog lang niet voldoende om te zorgen voor eerlijke arbeidsomstandigheden voor alle werkenden, ook omdat deze richtlijn zich alleen richt op detachering en niet op andere vormen van werk. Het gaat dus maar over een heel klein deel van de arbeidsmigranten die in Nederland werkzaam zijn. Bovendien valt de transportsector er niet onder, zoals eerder al gememoreerd is.

Dus eerst maar eens de vraag aan de minister: deelt hij de mening dat er veel meer nodig is om concurrentie op loonkosten te voorkomen en misstanden aan te pakken? En welke stappen heeft hij, los van deze richtlijn, voor ogen om daar de komende tijd aan te werken, zodat Nederlandse werknemers een eerlijke kans hebben op een baan en andere Europeanen een kans op eerlijk loon?

Voorzitter. In de wet wordt gekozen voor een beperkte benadering door alleen de algemeen verbindend verklaarde cao's van toepassing te verklaren op gedetacheerde werknemers. Ook dat is al gezegd. In de memorie van toelichting stelt de minister dat de herziene Detacheringsrichtlijn slechts beperkte ruimte biedt om de werking van de richtlijn uit te breiden naar niet algemeen verbindend verklaarde cao's. Ik zie dat anders. Heeft het kabinet dat uitgezocht bij de Europese Commissie? Kan de minister aangeven hoe andere EU-landen dit interpreteren en hiermee omgaan? En kan de minister op basis van de huidige aantallen een inschatting geven van het aantal gedetacheerde werknemers dat niet onder een avv-cao valt?

Verder vindt mijn fractie het van belang dat er een verplichte en gemotiveerde kennisgeving wordt gedaan bij verlenging na twaalf maanden. Collega Gijs van Dijk noemde dat ook al. Alleen dan kan gecontroleerd worden of er echt sprake is van een gedetacheerde werknemer die tijdelijk arbeid in Nederland verricht en dat er geen draaideurconstructie ontstaat. Hoe gaat de minister zorgen dat verlenging na twaalf maanden en voortzetting na achttien maanden daadwerkelijk goed gemotiveerd en gecontroleerd wordt, en niet alleen een vinkje is?

Voorzitter. In de richtlijn voor gedetacheerden hoeft geen pensioenpremie te worden afgedragen. Concurrentie op kosten blijft dus bestaan. Ook dat is mijn fractie een doorn in het oog. Hoe kijkt de minister hiertegen aan?

Afsluitend. Er worden met deze wet hele, hele kleine stapjes in de goede richting gezet, maar mijn fractie vreest dat het lang niet genoeg zal zijn. We zien steeds weer dat werkgevers en uitzendbureaus de randen van de wet opzoeken en dat er toch wordt gezocht naar zo goedkoop mogelijke constructies waar fatsoenlijke werkgevers en werknemers uiteindelijk de dupe van zijn. Daarom zie ik uit naar de bespreking van de initiatiefnota van de SP en de ChristenUnie op 25 mei en dan hopen we grotere stappen te kunnen zetten.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bruins.

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2020 > mei