Begroting Binnenlandse Zaken (VII) (1e termijn Kamer) - Stieneke van der Graaf

woensdag 14 oktober 2020 00:00

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ook van mijn kant felicitaties met uw verjaardag. Ik en mijn fractie zijn verheugd dat de minister van Binnenlandse Zaken zelf weer in persoon in de gelegenheid is om deel te nemen aan de begrotingsbehandeling van haar departement. Dat verheugt ons.

Voorzitter. Deze laatste begroting Binnenlandse Zaken van deze kabinetsperiode roept de vraag op wat voor overheid de burgers de afgelopen periode hebben ontmoet. Stond in het contact met de gemeente, de Belastingdienst en de uitvoeringsorganisatie de regel of de mens centraal? Ik denk dat de toeslagenaffaire, maar misschien ook wel de versterkingen in Groningen laten zien dat in het woud van regels en bestuurslagen dat we hebben gecreëerd, soms met een zaklamp gezocht moet worden naar de menselijke maat. Stel je eens voor: je hebt problemen met de Belastingdienst, je bent afhankelijk van een uitkering, je maakt aanspraak op de Wmo en je hebt voor je kind een persoonsgebonden budget nodig. Ga je dan nog een zorgtoeslag aanvragen? Of loop je dan het risico dat de overheid zich tegen je kan keren?

Voorzitter. Feit is dat tegenslag ons in het leven allemaal zo maar kan overkomen en dat onze samenleving nodeloos ingewikkeld is gemaakt. De ChristenUnie vindt het van belang dat de overheid dienstbaar is aan mensen en kwetsbaren beschermt. Voor deze groep mensen moet dit niet via pixels maar via persoonlijk contact. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de Raad van State, de Brede maatschappelijke heroverwegingen en de Ombudsman zeggen allemaal: overheid, zorg alsjeblieft voor persoonlijk contact, één loket bij de overheid voor al je vragen. Voor de ChristenUnie is dat de stip op de horizon. Ik vraag de minister of zij bereid is om hier met de VNG voorstellen voor te doen en die dit voorjaar aan de Kamer te doen toekomen, zodat er ook voor de nieuwe periode voorstellen uit voort kunnen komen.

Voorzitter. Mensen komen op dit moment vaak terecht bij de gemeente. Of het nu gaat om jeugdzorg, de Wmo, armoedevoorzieningen, de opvang van daklozen of voorzieningen als een bibliotheek of zwembad: de gemeente staat voor je klaar. We weten dat de sociaal-economische klap van deze coronacrisis voor veel mensen nog moet komen. Het beroep op deze regelingen zal ook toenemen. In het afgelopen jaar hebben we hier regelmatig over gesproken. Veel wethouders, burgemeesters, raadsleden en inwoners van gemeenten hebben bij mij aan de bel getrokken. De gemeenten hebben niet genoeg geld om hun taken nog op een behoorlijke manier uit te kunnen voeren. Het water staat hun aan de lippen. De ChristenUnie is dan ook blij dat in deze begroting naast het geld dat eerder dit jaar extra ter beschikking is gekomen, opnieuw extra geld voor de gemeenten ter beschikking komt op korte termijn om hun taken te volbrengen. De opschalingskorting wordt bevroren en er komt extra geld voor jeugdzorg. Dat is broodnodig. Ook de coronakosten worden gecompenseerd.

Maar terecht vragen de gemeenten om een langetermijnperspectief. De opschalingskorting wordt nu voor twee jaar bevroren, maar wat de ChristenUnie betreft gaat die definitief van tafel, dus ook voor de langere termijn. Daarover zullen in het voorjaar structurele keuzes moeten worden gemaakt. Hoe wil het kabinet gemeenten meer duidelijkheid geven en zekerheid bieden over de financiële ruimte ten aanzien van het opstellen van een begroting voor de komende tijd? De gemeente Stadskanaal heeft aangekondigd dat ze geen sluitende begroting meer gaat indienen en de verwachting is dat veel meer gemeenten zullen volgen. Welke boodschap heeft het kabinet voor hen? Is het kabinet bereid om hen daarbij tegemoet te komen door bijvoorbeeld toestemming te geven om niet-sluitend te begroten dan wel de begroting later in te dienen?

Voorzitter. Het is belangrijk dat de overheid dienstbaar is aan haar inwoners. In de afgelopen jaren heb ik namens de ChristenUnie heel vaak aandacht gevraagd voor de regio's die buiten de Randstad liggen. Herhaaldelijk heb ik met collega's moties ingediend om ervoor te zorgen dat als er nieuw beleid komt, als er beleidskeuzes moeten worden gemaakt of als er wetgeving wordt gemaakt, er wordt getoetst welke consequenties dat heeft voor de regio's die te kampen hebben met bevolkingsdaling: de krimpregio's, maar ook de grensregio's. Ik vraag de minister en de staatssecretaris hoe deze toets in de praktijk vorm krijgt. Kunnen zij morgen ook voorbeelden geven van wetgeving of beleidskeuzes waarin deze afwegingen expliciet zichtbaar zijn? Ik zie daarnaar uit.

Voorzitter. Met de heer Van der Molen vraag ik hoe het kabinet vorm wil geven aan een actief beleid op het gebied van bevolkingsdaling en krimp. Graag een toelichting daarop.

Het compensatiepakket voor Zeeland staat in de begroting. Nu komt het erop aan dat de nieuwe afspraken die met Zeeland zijn gemaakt, wél worden nagekomen, dat ze worden waargemaakt en uitgevoerd. Dat is ook voor de mensen in Zeeland essentieel voor het vertrouwen in een rechtvaardige en betrouwbare overheid. Ik vraag de staatssecretaris dan ook om een toelichting: hoe staat het op dit moment met de uitvoering van dit punt?

Voorzitter. Bij de aanvang van deze regeringsperiode zijn heel veel nieuwe wetten aangekondigd. Op verschillende departementen lopen langjarige wetgevingstrajecten. Ik noem als voorbeeld de modernisering van het Wetboek van Strafrecht en de faillissementswetgeving. Hier hebben we ook te maken met grondwetswijzigingen. Het wetsvoorstel over het right to challenge kwam al aan bod. We hebben ook wetsvoorstellen over de integriteit in het openbaar bestuur. We hebben net de eerste tranche gehad. Vorig jaar bij de begroting heb ik een oproep gedaan aan het kabinet om ook met wetsvoorstellen te komen om de integriteitstoets voor wethouders in de wetgeving een plek te geven. Die is aangekondigd. Er komt nog een tweede tranche. Soms is het complex om tot wetgeving te komen. Je hebt goede wetgevingsjuristen nodig. Soms zijn wetten complex en kost het gewoon meer tijd, maar soms heeft het ook te maken met capaciteit en bezetting. Hebben wij op dit moment voldoende wetgevingsjuristen om dit werk te kunnen doen, vraag ik de minister.

Voorzitter. De ChristenUnie heeft meerdere malen aandacht gevraagd voor de vergaderingen van de gemeenteraden en provincies in deze coronatijd. Dat kan fysiek of digitaal, maar het kan niet hybride. Voor commissievergaderingen bestaat die mogelijkheid wel; die zijn vormvrij. Maar voor de besluitvormende raadsvergaderingen en de Statenvergaderingen kan dat niet. Ik vraag de minister, ook in het licht van de huidige coronacrisis en de ontwikkelingen: zouden we niet toch ook moeten kijken of we hier maatwerk voor kunnen bieden en daar ruimte aan kunnen geven? Kan de minister erop reageren hoe ze daartegen aankijkt?

Voorzitter. Dan kom ik op de verkiezingen in coronatijd. Vanmiddag vindt er een debat plaats over de wijziging van de Kieswet. Die wordt met spoed behandeld omdat er over een aantal weken al in de gemeente Eemsdelta herindelingsverkiezingen worden gehouden. De ChristenUnie vindt het heel erg van belang dat het kiesrecht, een enorm fundamenteel recht voor de mensen in onze parlementaire democratie om zich uit te kunnen spreken, ook in coronatijd heel zwaar weegt. In de wetgeving die vanmiddag voorligt, zijn een aantal voorstellen opgenomen om kiezers de toegang tot het stemlokaal te ontzeggen dan wel om hen te verwijderen op het moment dat ze niet hebben voldaan aan de gezondheidscheck. De ChristenUnie plaatst hier grote vraagtekens bij. Ik heb dan ook — dat kondig ik hierbij aan — twee amendementen in voorbereiding. Die dienen wij in vóór het debat dat vanmiddag wordt gevoerd, zodat daarover ook het debat en een goede gedachtewisseling kunnen plaatsvinden. Ik vind dat het hier op fundamentele rechten van onze kiezers aankomt, die we misschien in de coronatijd juist wel het moment, maximale ruimte en maximale veiligheid moeten geven om invulling te kunnen geven aan hun stemrecht.

Voorzitter. Ik rond af met 75 jaar vrijheid. Dit jaar is het 75 jaar geleden dat ons land werd bevrijd. Vorige maand herdachten we hier in deze Kamer de eerste bijeenkomst van de Tweede Kamer na de Tweede Wereldoorlog. Twee jaar geleden nam de hele Kamer een voorstel aan dat ik samen met de heren Van der Molen en Van Haga heb gedaan om tot een nationaal bergingsprogramma te komen van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog, in de hoop dat er een eervol afscheid zal komen van de vermiste vliegers en hun bemanningsleden. Er zijn nu een aantal bergingen geweest, in Echt-Susteren, waar ik zelf ben geweest, in Lochem en nu ook in het Markermeer. Twee weken geleden ben ik zelf het Markermeer op gegaan en heb ik gezien hoe die berging plaatsvindt. Ik wil vanaf deze plek heel veel waardering uitspreken voor de zorgvuldige en eervolle wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven. Het is zo bijzonder dat hier gemeenten, scholen, kinderen en zelfs in Flevoland een hele provincie met een hele recente historie bij kunnen worden betrokken. Ik vind het ongelofelijk bijzonder dat er bij twee bergingen daadwerkelijk stoffelijke resten zijn aangetroffen, die van grote betekenis zijn voor de nabestaanden. Dit brengt een eervol afscheid dichterbij en is betekenisvol voor de nabestaanden. Ik wil heel graag deze waarderende woorden ook aan de minister meegeven op dit moment.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Graaf.

Labels
Bijdragen
Binnenland
Stieneke van der Graaf

« Terug

Archief > 2020 > oktober