Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Gewasbeschermingsmiddelen

donderdag 31 oktober 2019 00:00

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en staatssecretaris van Veldhoven-van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 27858

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Wilt u mij waarschuwen als ik nog één minuut spreektijd heb?

De voorzitter:

Dat zal ik doen, mevrouw Dik-Faber, zoals u van mij gewend bent.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel. Heel fijn. In 2017 publiceerden de Verenigde Naties een onderzoeksrapport over hoe in de toekomst de wereld te voeden. Daarin wordt geadviseerd om lokaler te produceren, om kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen uit te faseren en meer «poli» te gaan telen, dus meerdere soorten en/of gewassen bij elkaar. De Toekomstvisie gewas-bescherming 2030 past naadloos in deze visie en in het vorige debat heeft de Minister vrijwel unanieme steun van de Kamer hiervoor gekregen. Belangrijke voorwaarden om te komen tot een ander systeem zijn weerbare rassen, waarvoor de plantenveredelingssector cruciaal is, en de beschikbaarheid van groene alternatieven.

Dat dit dringend gewenst is, blijkt ook uit de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst. Hoewel de trend positief is, zijn de tussendoelen voor geïntegreerde gewasbescherming, waterkwaliteit en biodiversiteit helaas niet gehaald. En met het huidige ingezette beleid halen we ook de doelen voor 2023 niet. Welke maatregelen staan de Minister voor ogen om de doelen wel te halen? Die zullen geadresseerd moeten worden in het uitvoeringsprogramma. Dat het uitvoeringsprogramma pas volgend jaar gereed is, is teleurstellend. Echter, het is belangrijk dat er een uitvoerings-programma ligt dat ook draagvlak heeft, zodat het uiteindelijk ook uitgevoerd wordt. Wanneer verwacht de Minister de Kamer hierover meer te kunnen informeren?

Voorzitter. Over het bijenrichtsnoer zijn al een aantal vragen gesteld. Eigenlijk is mijn cruciale vraag: hoe nu verder? Voor dit punt wil ik het daarbij even laten.

Dan over de vergroening van de gewasbeschermingsmiddelen: daar is dringend behoefte aan als alternatief. Ik verwijs in dit verband ook naar de aangenomen motie van CDA en ChristenUnie over het structureel oplossen en voorkomen van gewasbeschermingsknelpunten. Voor versnelde toelating is het nodig dat de Europese verordening wordt aangepast. Wanneer verwacht de Minister resultaat hiervan? Eigenlijk heb ik dezelfde vraag als het gaat over experimenteerruimte. Wanneer is hierover meer duidelijkheid? Het nieuwe systeem is nu eenmaal niet in te passen in de regels en procedures van de bestaande systematiek. Vanuit de branche krijg ik signalen dat bij lopende registratie en herregistratie geen etiketuitbreiding aangevraagd kan worden en dat er gebrek aan menskracht is voor de behandeling van herregistratie. Herkent de Minister die signalen? Wat kan zij daarin betekenen?

Voorzitter. Ik wil de Minister en haar ministerie graag een compliment maken dat ze afgelopen zomer in gesprek zijn gegaan met gemeenten, telers en omwonenden over blootstelling aan gewasbeschermingsmid-delen. De Minister betoogt dat het juridisch lastig is om spuitvrije zones aan te wijzen. Ik deel haar conclusie, maar ik begrijp ook dat omwonenden hierover teleurgesteld zijn. Een dialoog tussen boeren en bewoners is natuurlijk het meest wenselijk, maar ik hoor toch nog te vaak dat de relaties verstoord zijn en dat in die context het goede gesprek moeizaam van de grond komt. De Minister stelt nu voor dat er pilots komen en dat er gebiedsgericht maatwerk is. Wat moet ik me daarbij precies voorstellen? Mijn fractie denkt dat vooral het toepassen van groene middelen en toch ook die spuitvrije zones helpen. Maar dat is juridisch niet mogelijk, en tegelijkertijd heeft de teler dan direct te maken met inkomstenverlies. Kan compensatie hiervan, bijvoorbeeld uit vrijkomende agrarische gronden, onderdeel worden van de pilot?

Er zijn Kamervragen gesteld door de Partij van de Arbeid. Uit de antwoorden heb ik dankbaar geput. Daarin staat namelijk dat de Minister het ook belangrijk vindt dat misstanden worden gemeld. Maar waar kunnen mensen terecht als er bijvoorbeeld gespoten wordt bij harde wind? Het lijkt een compliment te zijn dat er de afgelopen vijf jaar geen bedrijven zijn beboet, maar de NVWA kán ook bijna niet beboeten, omdat het qua menskracht onmogelijk is om ze op heterdaad te betrappen. Er zijn alleen aangekondigde controles. Hoe kunnen we dit doorbreken? Voorzitter. Ik maak me ook grote zorgen over de risico’s van gewasbe-schermingsmiddelen voor de gezondheid van boeren en betrokken burgers, in het bijzonder als het gaat om parkinson. 10% van de insecti-ciden wordt hiermee in verband gebracht. En dan is er nog het veelge-noemde mancozeb. Wat is nu de stand van zaken van de besluitvorming in de Europese Unie? Het is goed dat Nederland zich verzet tegen een tijdelijke verlenging van de toelating. De EFSA, het Ctgb en het RIVM, de instanties die ons moeten adviseren, erkennen ook allemaal dat het risico op neurologische aandoeningen zoals parkinson geen onderdeel is van de toelatingsprocedures.

De voorzitter:

Nog één minuut, mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Mijn vraag is wanneer dit gaat veranderen. Wil de Minister zich daarvoor inzetten?

Voorzitter. Vanwege de tijd: gewasbescherming op de omgeving, de karakteristieken van de werkzame... Sorry, dat wilde ik overslaan. Gewasbestrijdingsmiddelen buiten de landbouw: compliment voor de gemeenten. Goed dat het kabinet werkt aan een wetsvoorstel om particulier gebruik van chemische middelen tegen te gaan. Ik wil ook heel graag vragen om goede communicatie rondom de implementatie van dat wetsvoorstel.

En dan toch, voorzitter, vrij ad hoc het volgende. Dit stuk kabel heb ik even meegenomen. Ik had het bij me in mijn tas. Ik was laatst bij een melkvee-houder en hij heeft het aan me overhandigd. Het komt uit een melkrobot. Deze kabel is echt knaagdierproof met een dikke coating, maar daar is dus gewoon dwars doorheen gevreten. Dus bij mij zijn wel een paar ogen opengegaan. Ik vind het ontzettend belangrijk om op een goede manier aan plaagdierbestrijding te doen, maar ik zie ook dat heel veel boeren het vakbekwaamheidsbewijs niet halen en ik zie ook dat ze tegen een aantal praktische punten aanlopen. Dus ik wil toch het volgende aan de beide bewindspersonen vragen. Deze kabel zou knaagdierproof zijn, maar dit is het resultaat. Wat gaan we hieraan doen?

De voorzitter:

Er is een interruptie van mevrouw Lodders.

Mevrouw Lodders (VVD):

Dit voelt als een warme ondersteuning. Het is inderdaad jammer dat we het op deze manier moeten laten zien, maar dit is wel de praktijk. Dank in de richting van mevrouw Dik-Faber dat ze het op deze manier inzichtelijk maakt. Ik hoorde mevrouw Dik-Faber zeggen dat boeren de opleiding om de bestrijding zelf te kunnen doen niet halen. Ik ben zelf ook veel in gesprek met boeren. Het probleem is niet zozeer de opleiding die ze daarvoor moeten volgen – ik denk dat het heel belangrijk is dat je weet hoe je met die middelen moet omgaan – maar juist ook de kosten die ermee gemoeid zijn om een extern bedrijf in te huren. Daar liggen met name de problemen. Herkent mevrouw Dik-Faber die signalen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb hierover een uitgebreid gesprek gevoerd aan de keukentafel en ik herken deze signalen. Ik heb hier ook niet een-twee-drie een oplossing voor, maar ik vind wel dat we hier serieus naar moeten kijken. Het eerste doel is om stalbranden tegen te gaan. Als we weten dat knaagdieren daar een belangrijke oorzaak van zijn, moeten we dat probleem met elkaar oplossen. Ik zie ook dat er nu meer ratten zijn. Dat komt soms ook door ontwikkelingen die we allemaal heel wenselijk vinden, bijvoorbeeld stallen die opener zijn. Deze melkveehouder heeft daar ook mee te maken. Dus ja, we zullen hier integraal naar moeten kijken. Ik wil heel graag dat het probleem wordt opgelost.

Mevrouw Lodders (VVD):

Daarin kunnen mevrouw Dik-Faber en ik elkaar vinden. Dat hebben we natuurlijk eigenlijk al vastgelegd in het regeerakkoord, omdat we ook toen al wisten dat boeren tegen de problemen aanlopen, met name wat betreft de betaalbaarheid. Het is nou eenmaal eenvoudiger en effectiever als je het zelf op de juiste momenten kan doen rondom je schuur of in je stal. Dus ik hoop dat we met elkaar in ieder geval de oproep richting de Staatssecretaris kunnen versterken om te zorgen dat er echt voor het einde van het jaar een behoorlijke stap op dit dossier gezet wordt.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber, wilt u daarop nog reageren of niet? Nee?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Nee, voorzitter. Ik ben heel benieuwd naar de reacties uit het kabinet. En nogmaals: ik had dit niet voorbereid, maar ik had die kabel nog bij me in mijn tas. Dus ik dacht: ik laat hem gewoon echt ook even zien; dit is wat we doen.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Landbouw

« Terug

Archief > 2019 > oktober