Bijdrage Eppo Bruins aan de Wijziging Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong

woensdag 30 oktober 2019 00:00

Bijdrage Eppo Bruins aan een plenair debat met staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 35213

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Iedere Wajonger kent zijn regeling op zijn duimpje, maar de Wajong als geheel is een heel complexe regeling. Ook het wetsvoorstel staat vol met techniek. Door al die techniek en door het woud van regelingen zou je haast vergeten dat het hier om mensen gaat. Mensen met talenten die zich naar beste kunnen inzetten om mee te doen in de samenleving. Waardevolle mensen die onze waardering verdienen en die adequate ondersteuning nodig hebben. Daarom vindt de ChristenUnie het van groot belang dat er een solide, sociale, betrouwbare en stabiele regeling is en blijft voor Wajongers.

In de loop der jaren zijn er allerlei regimes en subregelingen binnen de Wajong ontstaan. Er zijn maar weinig mensen die het nog echt goed snappen of kunnen uitleggen. Daarom is het verstandig dat het kabinet wil werken aan vereenvoudiging en harmonisering van de Wajong. Met het wetsvoorstel komt er één regeling voor alle Wajongers in plaats van al die diverse regimes die er nu zijn. En ja, er zitten positieve elementen in het voorstel. De heer Jasper van Dijk zei dat ook al. Wajongers behouden straks hun hele uitkering als ze gaan studeren. Werkende Wajongers kunnen in het nieuwe voorstel bij toegenomen ongeschiktheid altijd weer terugvallen op de Wajong, tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. En — heel mooi — elk uur dat je meer werkt, gaat je meer opleveren, terwijl de regeling nu zo is dat het niks overlevert als je meer gaat werken. Ook wordt er een garantiebedrag vastgesteld op basis van je huidige situatie, waardoor niemand er zomaar op achteruitgaat als de nieuwe regels ingaan. Dat zijn positieve elementen.

Maar er zijn ook punten waarover mijn fractie zorgen heeft. We zien namelijk dat er veel onrust door het wetsvoorstel is ontstaan. Zowel in de media als in de brieven van belangenorganisaties komen verhalen voorbij die veel vragen oproepen. We hebben er al een aantal genoemd. Van de sprekers zojuist hebben we gehoord over de honderden mails die wij allen hebben ontvangen van bezorgde Wajongers. Zo wordt vaak gesteld dat met dit wetsvoorstel Wajongers niet meer boven het wettelijk minimumloon kunnen uitkomen. Volgens mij klopt dit niet, maar dat hoor ik graag van de staatssecretaris. Bij de inkomensondersteuning is het functieloon het uitgangspunt. Als je functieloon hoger ligt dan het minimumloon, dan kun je zeker wel boven 100% WML uitkomen. Dat klopt toch, zo vraag ik de staatssecretaris. Ik wil haar vragen om heel nadrukkelijk in te gaan op dit punt, omdat dit voor veel verwarring en onrust heeft gezorgd in de afgelopen dagen. Ik heb juist begrepen dat de grote meerderheid van de Wajongers erop vooruitgaat met dit wetsvoorstel. Ik vraag de staatssecretaris om dit nog eens nader toe te lichten en de precieze gevolgen van de nieuwe regels uit te leggen, want het is complex en ik wil het heel precies weten.

Een tweede punt waar mijn fractie vragen bij heeft, is het volgende. In het voorstel van het kabinet hebben alle Wajongers recht op een garantiebedrag op basis van hun huidige situatie en hun huidige uitkering. Dat is op zich positief, maar als je je baan verliest en niet binnen twee maanden een nieuwe baan hebt, dan verlies je het garantiebedrag en gaan de nieuwe regels gelden. De heer Van Dijk zei al: dat is wel heel erg kort. Voor veel Wajongers kan dat een forse teruggang in inkomen betekenen. Mijn fractie vreest dat dit grote gevolgen gaat hebben. Veel Wajongers werken namelijk met tijdelijke contracten en vinden niet snel een nieuwe baan. Zelfs het kabinet erkent dat slechts 21% van de Wajongers binnen twee maanden een nieuwe baan vindt. Daarom heeft mijn fractie twijfels of die termijn van twee maanden wel genoeg is en of het wel rechtvaardig is. Als we die termijn verlengen, geeft dat Wajongers meer ademruimte, meer rust en meer tijd. En die hebben ze ook hard nodig. Ook voor werkgevers is er vaak enige tijd nodig vanwege de administratie die erbij komt kijken en eventuele werkplekaanpassingen. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen een mogelijke verlenging van deze termijn? Erkent ze dat er Wajongers zijn die erop achteruit kunnen gaan als ze hun baan en hun garantiebedrag verliezen en dat een ruimhartige garantietermijn daarom terecht zou zijn?

Voorzitter. Een ander punt waar ik de aandacht op wil vestigen, is de verrekening van extraatjes — ook dat werd al door de heer Van Dijk genoemd — bijvoorbeeld een bonus bij goed functioneren, een jubileumuitkering of andere eenmalige extra inkomsten. Mijn fractie vindt dat Wajongers dergelijke extraatjes gewoon moeten kunnen houden, zonder dat die verrekend worden met de uitkering. Graag hoor ik van de staatssecretaris hoe zij hiertegen aankijkt. Wat verandert er door dit wetsvoorstel ten aanzien van dergelijke incidentele extra inkomsten? Wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat Wajongers zo veel mogelijk deze extraatjes kunnen behouden?

De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer De Jong.

De heer De Jong (PVV):
Ik hoor zojuist iets in de trant van: er zou ruimte moeten zijn voor een wat ruimhartiger garantieregeling. Dat heb ik toch goed verstaan?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dat kan ik bevestigen.

De heer De Jong (PVV):
Dan zou ik graag willen weten hoe dat eruitziet. Want we hebben gezien in de afgelopen periode dat er allerlei bonden, maar voornamelijk Wajongers zelf, hebben aangegeven: "Luister eens, zoals die garantieregeling er nu uitziet, is er eigenlijk helemaal geen garantieregeling. Het is gewoon een wassen neus. Hoe ga ik het in hemelsnaam voor elkaar boksen om binnen twee maanden nadat ik mijn baan heb verloren weer een nieuwe baan te vinden? En na die twee maanden verlies ik die gewoon." Ik ben blij dat de ChristenUnie aangeeft "dat vinden wij eigenlijk zelf ook", maar dit is een debat waar we gewoon concrete dingen willen horen. Dus om hoeveel maanden, of hoeveel jaren gaat het? Wilt u het één jaar, of wilt u het twee jaar, wilt u het tot de AOW-leeftijd? Hoe ziet de ChristenUnie dat?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Twee maanden vind ik echt extreem kort. Dat is voor mijn fractie ook echt een steen in de maag. Dus we zouden heel graag zien dat dat flink verlengd wordt.

De voorzitter:
De heer De Jong, tot slot.

De heer De Jong (PVV):
Excuus, maar dat is natuurlijk geen antwoord. Dat het flink wordt verlengd, daar heb je natuurlijk helemaal niks aan. Stel, je zit thuis het debat te kijken en het gaat om jou. Je hoort een belangrijke politieke partij zeggen "dit kan niet op deze manier", maar vervolgens wordt er niet concreet aangegeven hoe dat eruitziet. Ik zou graag willen horen of erover nagedacht is — daar ga ik wel van uit, het is een belangrijk debat — hoe dat er dan concreet uitziet. Hoeveel maanden zijn het, gaat u dan naar een jaar, gaat u naar twee jaar, of gaat u naar de AOW-leeftijd? Wat gaat u doen?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik heb al gezegd dat we twee maanden echt erg kort vinden en dat we dat ruim langer zouden willen zien. Ik ben wel nieuwsgierig naar de amendementen die nog komen en ook naar de dekking die gezocht wordt, want dat hoort ook bij amendementen. Uiteindelijk moeten we daar de beste uit kiezen, en ook kijken wat er financieel haalbaar is, ook voor dit kabinet. Ik hoor ook graag wat de staatssecretaris daarvan vindt. Maar ik heb bijvoorbeeld in de nota naar aanleiding van het verslag gelezen dat ongeveer de helft van de Wajongers twaalf maanden nodig heeft voor het vinden van een nieuwe baan. Daar lijkt een ijkpunt te liggen. Maar of dat haalbaar is, dat weet ik niet en dat hoor ik ook graag van de staatssecretaris.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Ook ik ben blij dat de heer Bruins van de ChristenUnie zegt: los van een aantal positieve elementen in de wet zitten er ook een aantal zorgen bij ons over hoe dat uitwerkt. Er is ook heel veel onrust onder Wajongers, die ons zeggen en mailen: dit betekent voor mij €100, €200 of €300 achteruitgang. Het is allemaal heel technisch en complex, en tegelijkertijd heeft het kabinet heel veel haast, en wil het dat deze wet over drie weken door de Eerste Kamer komt, want deze moet per 1 januari 2020 ingaan. Terwijl dit juist een goede overweging en wellicht nog aanpassing vergt. Is de ChristenUnie eventueel bereid om vanavond te zeggen: laten we de wet nu even aanhouden en eens kijken hoe we deze kunnen verbeteren, zodat deze wel gaat werken op de manier waarop we harmoniseren hebben bedoeld?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik behandel in mijn bijdrage diverse punten waarover mijn fractie zich zorgen maakt. Ik hoop in dit debat van de staatssecretaris te horen hoe zij staat tegenover die zorgpunten. Ik wil wel eerst dat antwoord afwachten voordat ik het antwoord zou kunnen geven op een dergelijke politiek complexe vraag.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Ik ben in ieder geval blij dat de heer Bruins die ruimte en mogelijkheid geeft, want het lijkt mij dat er, gezien de zorgen die er zijn, een aantal verbeteringen nodig zijn. Dat geldt ook politiek gezien, want we hoeven daar geen spelletje over te spelen: uiteindelijk moet er ook in de Eerste Kamer een meerderheid komen, wil dit een wet worden. Ik kan nu, als ik het zo tel, al vertellen aan de coalitie: er is geen meerderheid. Dus als er een meerderheid nodig is — en bij Wajong-wetgeving heb je een ruim mandaat en draagvlak nodig — zou ik zeggen: neem nou even de tijd, verbeter de wet, en dan kan deze wellicht wel met applaus en draagvlak door de Tweede en Eerste Kamer.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik heb geen goed overzicht over de behandeltermijnen en het schema dat het kabinet voor ogen heeft. Ik weet wel dat we nu het debat voeren en dat de stemmingen er ook nog niet zijn. Er is dus nog een hoop mogelijk. Maar op dit moment vind ik het vooral het belangrijkst dat ik eerst de antwoorden hoor en kijk hoe de staatssecretaris staat in de zorgpunten die mijn fractie hier benoemt.

Ik kom op het punt van de bijverdiensten, dat ook al even is aangestipt door de vorige spreker. Er zijn Wajongers die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, en soms komt het voor dat zij toch wat incidentele werkzaamheden kunnen verrichten. Dat is positief, want het levert hun contacten op en het geeft ze eigenwaarde. Mijn fractie vindt het van belang dat we dit niet onmogelijk maken. Dat is ook een zorgpunt van mijn fractie. Het is een zodanig zorgpunt dat ik hierop een amendement wil gaan indienen, om ervoor te zorgen dat incidentele inkomsten van deze groep Wajongers niet meteen helemaal verrekend worden met hun uitkering. Het werkt namelijk zeer demotiverend als bij elke kleine verdienste direct de uitkering wordt gekort. Als een Wajonger met duurzaam geen arbeidsvermogen toch langere tijd betaalde arbeid verricht, ja, dan is het terecht dat er een herbeoordeling plaatsvindt. Maar in de tussentijd moeten we hun gewoon die paar incidentele werkzaamheden en verdiensten gunnen, zou ik zeggen. Ik weet dat ik dit amendement kan indienen met een meerderheidsondertekening, en ik verwacht nog bredere steun. Ik hoorde ook dat de heer Van Dijk hierop amendementen wil indienen, en ook op een breder scala aan onderwerpen. Het is een eerste stap in de goede richting, maar ik hoop op meer stappen, ook vanavond in het debat, gezien de punten die ik hiervoor genoemd heb.

Voorzitter, tot slot. Zoals ik aan het begin al zei, is de Wajong als geheel een complexe regeling geworden met veel deelregelingen. Ook met de harmonisatie die dit wetsvoorstel wil doorvoeren, blijft het behoorlijk ingewikkeld. Maar Wajongers kennen hun eigen regeling vaak goed. Het zal dus goede communicatie vergen om de aanstaande veranderingen goed uit te leggen. Hoe gaat de staatssecretaris dat doen? Hoe zorgen we dat iedere Wajonger weet waar hij of zij aan toe is als die wijzigingen komen?

Voorzitter. Zoals ik aan het begin van mijn betoog al zei, zitten er achter deze regels mensen, vaak dappere mensen, die hun best doen om wat van het leven te maken, staande te blijven en mee te draaien in de samenleving. Het zijn mensen met weerbaarheid, mensen die echt wel gewend zijn om te knokken. Voor de ChristenUnie is het belangrijk dat deze wet hun perspectief geeft en zekerheid biedt en dat de meeste Wajongers erop vooruitgaan en niet erop achteruit. Ik zie daarom uit naar de antwoorden van de staatssecretaris op mijn vragen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Ik zie nog een interruptie van de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Het is mij nog niet helemaal duidelijk wat nou voor de ChristenUnie belangrijk is. U heeft genoemd dat de garantietermijn, het garantiebedrag, langer moet en u heeft de extraatjes genoemd. Maar hoe zit het bijvoorbeeld met de urenbeperking? Is die ook van belang voor de ChristenUnie? Wat zijn uw voorwaarden om hiermee in te kunnen stemmen?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik moet u zeggen dat ik best worstel met die medische urenbeperking. Dat is een lastig vraagstuk. Dat was ook vorig jaar een lastig vraagstuk, toen we over loondispensatie en loonkostensubsidie spraken. Er is nu een regeling waardoor deze mensen na een aantal jaar naar 100% wml gaan, ook al werken ze parttime. Dat is best een mooie regeling. Er zijn natuurlijk ook mensen die parttime werken omdat ze bijvoorbeeld voor kinderen zorgen of aan mantelzorg doen. Die halen het wml niet. We moeten ook meenemen dat Wajongers aangevuld worden met een uitkering. Maar tegelijkertijd blijft de kwestie van de medische urenbeperking eigenlijk een soort van as die haaks staat op die andere as, namelijk dat ieder uur die je extra werkt, moet kunnen lonen. Dat zijn eigenlijk twee dingen die je niet goed bij elkaar krijgt en dat blijft voor mij een worsteling in dit dossier.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat is een heel mooi antwoord, maar het geeft nog geen duidelijkheid op mijn vraag, namelijk: wat is nou voor de ChristenUnie van belang? Ik was het zeer eens met de heer Gijs van Dijk, die zei: het is toch vreemd dat wij hier op deze woensdagavond over zo'n belangrijke wet een debat voeren. Er is heel veel kritiek op, en er zijn zorgen vanuit de samenleving. Dan is het toch vreemd om daar nu overnight mee akkoord te gaan? Ik proef bij u dat u dat best een beetje met mij eens bent. Dan moet het toch een steengoeie wet zijn? Dit kan je toch niet op zo'n woensdagavond even afhandelen als er zo veel kritiek op is? Wat zijn uw voorwaarden, meneer Bruins?

De heer Bruins (ChristenUnie):
De zorgpunten die mijn fractie heeft, en waar we een goed antwoord op willen, heb ik genoemd. Die heeft de heer Van Dijk ook herhaald en die kloppen. Vervolgens trek ik een streep en zet ik een plusteken en tel ik het op. En dan vind ik het belangrijk dat Wajongers in ieder geval niet lager uitkomen dan hun collega's die parttime werken. Ik vind het ook belangrijk dat mensen die nu rechten hebben opgebouwd, die rechten niet zomaar kwijt zijn. Daarom moeten we dus ook goed kijken naar die garantietermijn. Ik wil kijken naar de extraatjes en ik wil kijken naar de bijverdiensten van de duurzaam arbeidsongeschikten. Dat zijn allemaal punten waar ik goede antwoorden op wil hebben. Ik wil vlees op de botten.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2019 > oktober