Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Techniekpact

dinsdag 08 oktober 2019 00:00

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat en minister van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kamerstuknr. 32637

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil een viertal onderwerpen even kort bij de kop pakken.

Ten eerste de hybride docenten. Daar heeft de heer Amhaouch ook al wat verstandige dingen over gezegd. Eén zin trof me wel in de brief, namelijk de hele treurige zin: "Werkgevers zien hybride docentschap soms pas als optie als ze mensen moeten ontslaan". Ik vond dat echt wel de meest treurige zin uit de stukken bij dit algemeen overleg. Wat gaan we hieraan doen? Dat vraag ik aan de bewindspersonen, want hierbij moeten we echt de werkgevers zien te porren.

Het tweede onderwerp betreft de hobbels die worden ervaren om te komen tot hybride docentschap. Dat betreft een paar zaken. Ten eerste de financiële lasten voor bedrijven. Het hebben van twee werkgevers is lastig, dus men werkt liever met detachering. Maar als je vervolgens met detachering werkt — daar komt ie dan — dan zit de uitdaging in de extra kosten als gevolg van btw en salarisverschillen. Nou, toen begon ik mij af te vragen hoe dat zit, want zover ik weet, ook als financieel woordvoerder, is het onderwijs vrijgesteld van btw. Dat geldt vanaf basisonderwijs tot hoger onderwijs, en ook wanneer dat wordt uitgevoerd door een zelfstandig ondernemer: over de vergoeding voor onderwijs breng je geen btw in rekening. Hoe zit dat? Dat vraag ik aan de bewindspersonen. Als het gaat om salarisverschillen, lees ik in de brieven dat EZ nu onderzoekt hoe een mkb-ondernemer kan worden gecompenseerd. Dat komt nog in een brief. Die informatie volgt later dit jaar. Maar dit jaar duurt al helemaal niet zo lang meer, dus kan daar misschien nu al iets over gezegd worden?

In die context wil ik graag ook het idee hier nog een keer noemen om binnen de WBSO, de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk, niet alleen onderzoek en ontwikkeling, maar ook die derde o, van "onderwijs", mee te nemen. Ik snap dat dat geld kost en dat moet dan gevonden worden. Maar hoe staat de staatssecretaris gewoon even sec tegenover dat idee om een derde poot binnen de WBSO voor onderwijs, speciaal voor hybride docenten te openen?

Mijn derde onderwerp is leven lang ontwikkelen. Daarbij wil ik kort ingaan op het systeem van leerrechten dat onlangs werd voorgesteld door VNO-NCW, MKB-Nederland, NRTO en de MBO Raad, een leerrechtensysteem voor iedere Nederlander. Iedere individuele burger houdt dan na zijn beroepsopleiding nog een recht over om gedurende zijn loopbaan te investeren in een publiek erkende vorm van scholing. Nou blijkt uit de doorrekening in dat rapport van dat idee dat een dergelijk leerrechtensysteem kosteneffectief is. Kortom, het levert meer op dan dat het kost, mits je de moed hebt om dat bovendepartementaal te bekijken. Want het kost natuurlijk wel meer aan onderwijs, dus OCW zal meer op de begroting nodig hebben, maar uiteindelijk krijg je minder ziektekosten, minder WW, minder criminaliteit en hogere belastinginkomsten. Immers, mensen krijgen gewoon hogere salarissen en worden verder opgeleid. Er is een aangenomen motie-Bruins/Straus, die stamt uit 2016, zeg ik zo uit mijn hoofd. Daarin wordt hierop ingegaan. En nou ligt er dit rapport en blijkt het ook nog meer op te leveren dan het kost. Ik hoor dus graag een reactie hierop. Ik neem aan dat het kabinet ook nog wel met een reactie op dat rapport komt, of misschien is die er al wel. Ik denk dat zo'n reactie er nog niet is. Ik hoor in ieder geval graag een reactie op dit idee van een leerrechtensysteem. Ik zou haast willen zeggen: wanneer gaan we het invoeren?

De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer Wiersma.

De heer Wiersma (VVD):
Dat vind ik interessant, want we waren volgens mij beiden bij de presentatie van dit rapport. SEO heeft dit onderzocht en ik vind dit ook interessant. Maar men heeft gewoon geen keuze gemaakt. Men heeft een aantal mogelijkheden genoemd met de investeringen die daarbij horen. Vraagt de heer Bruins nu open: wat vinden we nou van dat rapport? Of heeft hij zelf ook een soort richting? Zegt hij: deze variant vind ik interessant? Ik denk dat dat zou helpen bij de beantwoording. Ik zeg eerlijk: ik weet het niet. Laat ik het zo zeggen: ik weet het niet.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ja, ik heb een droom, een verre droom. Die ziet er als volgt uit. Alle kindjes die geboren worden, hebben evenveel jaren recht op bekostigd onderwijs, onafhankelijk van wat na de basisschool de route wordt. Dat betekent dat als je op je 16de gaat werken, je nog vijf of zes jaar meer leerrechten over hebt dan iemand die zijn master heeft gehaald en er nog eens een jaar bovenop heeft gezet met een of ander college. Ik zou dus ook willen dat die zes jaren ten volle gebruikt kunnen worden in de loop van de carrière. Van de wieg tot het graf houd je dat dan dus op een bankrekening en heb je daar recht op.

De heer Wiersma (VVD):
Die droom vind ik zo mooi dat ik er maar even genoegen mee neem dat er geen antwoord kwam op de vraag hoeveel geld daar dan aan besteed moet worden. Dat zijn de scenario's die SEO in beeld heeft gebracht. Laten we dan de minister vragen wat zij daarvan vindt. Eigenlijk vraagt de heer Bruins ook een reactie op wat de commissie-Sap, van Jolande Sap, eerder heeft onderzocht. Die heeft eigenlijk ditzelfde gezegd. Die commissie zei: je zou voor iedereen een budget moeten hebben. Men zei: juist mensen met een mbo-opleiding hebben misschien minder gebruikgemaakt van wat ze hadden kúnnen gebruiken, en zij hebben er later nog recht op om dat te gebruiken. Ik zou het wel interessant vinden om te weten wat we nu al zouden kunnen doen om beter inzichtelijk te maken wat je dan aan mogelijkheden hebt. Want er zijn al heel veel mogelijkheden. Je mag een hogeronderwijsopleiding doen. Die wordt gewoon betaald. Maar we hebben dat misschien niet altijd voldoende in beeld. Laat ik gewoon naar mensen in mijn omgeving kijken. Zij weten dat niet altijd. De korte klap zou dus zijn dat we de minister vragen om een aanpak op dat vlak. Daarna kunnen we die droom van u samen vormgeven.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Het is misschien goed om toe te voegen dat ik het dus niet per se heb over mbo'ers die later in hun carrière een hbo-opleiding gaan doen, maar ook over mbo'ers die in de loop van hun carrière willen omscholen, willen verbreden, een top-up management willen doen omdat ze afdelingsleider worden. Het gaat mij dus niet per se om hoger, maar om bijleren, om verbreden, om dat wat nodig is om de carrière verder vorm te geven.

De voorzitter:
Er is nog een interruptie van de heer Moorlag.

De heer Moorlag (PvdA):
Ik had niet kunnen bevroeden dat ik een wat gelijke droom zou hebben als de heer Bruins. Dit is mij ook uit het hart gegrepen, want ik vind dat in het onderwijssysteem een vorm van omgekeerde solidariteit zit. Als je dat recht zou kunnen trekken en ook het verdienvermogen van de economie zou kunnen vergroten door het mogelijk te maken om niet-genoten leerrechten later in de loopbaan te verzilveren, dan ben ik daar graag een bondgenoot in. Vraagt de heer Bruins in feite aan de bewindslieden of zij daar eens een brede kostenbatenanalyse op kunnen doen? SEO heeft een berekening gemaakt, maar het zou toch in de rede liggen dat ook door de departementen opdracht wordt gegeven om dat eens door te rekenen?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik hoor zowel graag de aanvliegroute van de heer Wiersma — wat zouden de eerste stappen kunnen zijn op weg naar zo'n systeem? — alsook wat meneer Moorlag hier opbrengt, namelijk: maak er nou eens een algehele analyse van. Dat rapport zegt inderdaad dat het meer oplevert. Ik weet dat zo'n onderzoek eerder in 1975 is gedaan, en dat toen al werd geconcludeerd dat het meer zou opleveren dan dat het zou kosten. Ik zou heel graag een bovendepartementale, supradepartementale doorrekening willen zien. Als je hier gehinderd wordt door de departementale schotten, komen we er als land niet uit, want hier gaat de kost echt voor de baat uit. OCW zal meer kosten maken, voordat je over tien, twintig, dertig jaar een enorme besparing hebt omdat je arbeidspotentieel is toegenomen. In het licht van dit kabinet, dat er toch al heel diep over nadenkt waar dit land de komende dertig jaar zijn geld mee verdient, lijkt mij dit een prachtige toevoeging om in dat traject mee te nemen.

De voorzitter:
U heeft nog één minuut voor de rest van uw betoog.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Het laatste punt: vakscholen. Daar hebben we er een handvol van. Ik denk ergens tussen de tien en twaalf. Die zijn van hoge kwaliteit, met zeer tevreden studenten. Uit onderzoek uit 2017 blijkt dat die studenten een beter beeld van zichzelf en van de opleiding hebben. Ik wil aan de minister vragen of wij eigenlijk helder gedefinieerd hebben wat een vakschool is. Of is dat gewoon een "smalle mbo", een soort negatieve definitie? Is er kabinetsbeleid ten aanzien van vakscholen? De MBO Raad zegt vooral dat we mensen breed inzetbaar moeten opleiden. Maar ik geloof gewoon niet in de gedachte dat je mensen breed inzetbaar opleidt als je ze breed opleidt. Ik geloof dat wanneer je een vak leert en expertise krijgt, en leert je tanden ergens in te zetten, je ook leert om later in het leven bij te leren en jezelf breder bij te scholen. Dus kortom: is er beleid, een visie op vakscholen?

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:
De heer Bruins is een meester van de tijd. Precies vijf minuten. Ik geef hem het voorzitterschap terug.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins

« Terug

Archief > 2019 > oktober